Het werkwoord 'Do' Voor Beginners
Wat is het werkwoord 'Do'?
Het werkwoord 'do' in het Engels kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de tijd en het onderwerp.
Verschillende vormen van 'Do'
In de tegenwoordige tijd heeft 'do' twee vormen, afhankelijk van het onderwerp:
enkelvoud | meervoud |
---|---|
I do (ik doe) | we do (wij doen) |
you do (jij doet) | you do (jullie doen) |
he/she/it does (hij/zij/het doet) | they do (zij doen) |
Bekijk enkele voorbeeldzinnen:
I do my best.
Ik doe mijn best.
She does her chores.
Zij doet haar klusjes.
We do our exercises in the morning.
Wij doen onze oefeningen in de ochtend.
In de verleden tijd heeft 'do' één vorm voor alle onderwerpen:
enkelvoud | meervoud |
---|---|
I did (ik deed) | we did (wij deden) |
you did (jij deed) | you did (jullie deden) |
he/she/it did (hij/zij/het deed) | they did (zij deden) |
Hier zijn enkele voorbeeldzinnen:
He did his best.
Hij deed zijn best.
We did the dishes.
Wij deden de afwas.
Vragen
Om vragen te vormen in de tegenwoordige tijd, wordt 'do' gebruikt als hulpwerkwoord. Om vragen te vormen, komen 'do' of 'does' aan het begin van de zin en volgen het onderwerp en de stamvorm van het hoofdwerkwoord.
Do you play soccer?
Speel jij voetbal?
Does she like music?
Houdt zij van muziek?
Om vragen te vormen in de verleden tijd, komt 'did' aan het begin van de zin en volgen het onderwerp en de stamvorm van het hoofdwerkwoord. Bijvoorbeeld:
Did you see the movie?
Heb jij de film gezien?
Did they arrive on time?
Zijn zij op tijd aangekomen?
Ontkenning
Om negatieve zinnen te maken met de verschillende vormen van het hulpwerkwoord 'do', voeg je gewoon 'not' toe na hen. Alle vormen van 'do' kunnen worden samengetrokken in het negatief gebruik. Hier zijn enkele voorbeelden:
I do not like coffee./I don't like coffee.
Ik houd niet van koffie.
He does not watch TV./He doesn't watch TV.
Hij kijkt geen tv.
I did not go to the party./I didn't go to the party.
Ik ben niet naar het feest gegaan.
We didn’t like the food in the new restaurant.
Wij vonden het eten in het nieuwe restaurant niet lekker.
Quiz:
Which sentence correctly uses negation with "do"?
He do not like ice cream.
He did not liked ice cream.
He doesn’t like ice cream.
He does not likes ice cream.
Which of the following sentences uses "do" as a main verb rather than as an auxiliary verb?
Do you like pizza?
He does his homework every day.
Did they visit the museum?
I don't enjoy rainy days.
Complete the table below by filling in the blanks with the correct form of the verb "do" based on the tense and subject.
subject | present | past |
---|---|---|
I | ||
you | ||
he/she/it | ||
they |
Complete the story by filling in the blanks with the correct form of the verb "do."
Yesterday, Sarah and her brother
their chores before lunch. Sarah always
her homework in the evening, but yesterday she
not finish it because she was tired. Her brother asked, “
you need help with your homework?” She smiled and replied, “No, I will
it tomorrow.”
Match each sentence or phrase with the description of its use of the verb "do."
Reacties
(0)
Aanbevolen
