Boek Solutions - Intermediate - Eenheid 1 - 1F

Hier vind je de woordenschat van Unit 1 - 1F in het Solutions Intermediate cursusboek, zoals "privacy", "idealistisch", "wantrouwend", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

physical change

[zelfstandig naamwoord]

a change that affects the physical characteristics of a substance without altering its chemical structure

fysieke verandering, fysieke transformatie

Ex: Physical changes like freezing and melting happen with many substances .**Fysische veranderingen** zoals bevriezen en smelten gebeuren met veel stoffen.

Sluiten

Inloggen

emotional

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to people's emotions

emotioneel

Ex: Writing poetry is a way for him to express his strong emotional feelings .Gedichten schrijven is voor hem een manier om zijn sterke **emotionele** gevoelens uit te drukken.

Sluiten

Inloggen

company

[zelfstandig naamwoord]

the state of being together with someone or something, particularly for the purpose of socializing or companionship

gezelschap, aanwezigheid

Ex: I put on a podcast for some company during my walk .Ik zette een podcast op voor wat **gezelschap** tijdens mijn wandeling.

Sluiten

Inloggen

privacy

[zelfstandig naamwoord]

a state in which other people cannot watch or interrupt a person

privacy, intimiteit

Sluiten

Inloggen

to make a decision

[Zinsdeel]

to create or choose a course of action from various options after considering the available information and potential consequences

Ex: Their ability to make quick decisions in a crisis situation saved lives.

Sluiten

Inloggen

to tell

[werkwoord]

to use words and give someone information

vertellen, zeggen

Ex: Can you tell me about your vacation ?Kun je me **vertellen** over je vakantie?

Sluiten

Inloggen

opinion

[zelfstandig naamwoord]

your feelings or thoughts about a particular subject, rather than a fact

mening, opinie

Ex: They asked for her opinion on the new company policy .Ze vroegen om haar **mening** over het nieuwe bedrijfsbeleid.

Sluiten

Inloggen

idealistic

[bijvoeglijk naamwoord]

believing in or aiming for perfect, often unrealistic ideals

idealistisch, utopisch

Ex: His idealistic approach to relationships focused on perfection .Zijn **idealistische** benadering van relaties richtte zich op perfectie.

Sluiten

Inloggen

adolescence

[zelfstandig naamwoord]

a period in one's life between puberty and adulthood

adolescentie, jeugd

Ex: Adolescence can be a confusing period full of self-discovery .**De adolescentie** kan een verwarrende periode zijn vol zelfontdekking.

Sluiten

Inloggen

adolescent

[zelfstandig naamwoord]

a young person who is in the process of becoming an adult

adolescent, jongere

Ex: Adolescents often experience strong emotions as they grow .**Adolescenten** ervaren vaak sterke emoties terwijl ze opgroeien.

Sluiten

Inloggen

dependent

[bijvoeglijk naamwoord]

unable to survive, succeed, or stay healthy without someone or something

afhankelijk, afhankelijk van

Ex: Some animals are highly dependent on their environment for survival.Sommige dieren zijn sterk **afhankelijk** van hun omgeving om te overleven.

Sluiten

Inloggen

dependence

[zelfstandig naamwoord]

the condition of needing someone or something for support, aid, or survival

afhankelijkheid, onderworpenheid

Ex: Her dependence on her smartphone was affecting her productivity .Haar **afhankelijkheid** van haar smartphone had invloed op haar productiviteit.

Sluiten

Inloggen

freedom

[zelfstandig naamwoord]

the right to act, say, or think as one desires without being stopped, controlled, or restricted

vrijheid

Ex: The protesters demanded greater freedom for all citizens .De demonstranten eisten meer **vrijheid** voor alle burgers.

Sluiten

Inloggen

emotion

[zelfstandig naamwoord]

a strong feeling such as love, anger, etc.

emotie

Ex: The movie was so powerful that it evoked a range of emotions in the audience .De film was zo krachtig dat het een reeks **emoties** opriep bij het publiek.

Sluiten

Inloggen

private

[bijvoeglijk naamwoord]

used by or belonging to only a particular individual, group, institution, etc.

privé, persoonlijk

Ex: They rented a private cabin for their vacation in the mountains .Ze huurden een **privé** cabin voor hun vakantie in de bergen.

Sluiten

Inloggen

impatient

[bijvoeglijk naamwoord]

unable to wait calmly for something or someone, often feeling irritated or frustrated

ongeduldig, hastig

Ex: He ’s always impatient when it comes to slow internet connections .Hij is altijd **ongeduldig** als het gaat om trage internetverbindingen.

Sluiten

Inloggen

impatience

[zelfstandig naamwoord]

the feeling of being extremely annoyed by things not happening in their due time

ongeduld

Ex: He could n’t control his impatience, so he left early .Hij kon zijn **ongeduld** niet beheersen, dus vertrok hij vroeg.

Sluiten

Inloggen

concern

[zelfstandig naamwoord]

a subject of significance or interest to someone or something

zorg, belangstelling

Ex: Financial stability is often a concern for young professionals .Financiële stabiliteit is vaak een **zorg** voor jonge professionals.

Sluiten

Inloggen

concerned

[bijvoeglijk naamwoord]

feeling worried or troubled about a particular situation or issue

bezorgd, verontrust

Ex: He seemed concerned about the budget cuts and their effect on the company 's future .Hij leek **bezorgd** over de bezuinigingen en hun effect op de toekomst van het bedrijf.

Sluiten

Inloggen

safety

[zelfstandig naamwoord]

the condition of being protected and not affected by any potential risk or threat

veiligheid, beveiliging

Ex: Emergency drills in schools help students understand safety procedures in case of a fire or other threats .Noodoefeningen op scholen helpen studenten de **veiligheids**procedures te begrijpen in geval van brand of andere bedreigingen.

Sluiten

Inloggen

irritation

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of annoyance or discomfort caused by something that is bothersome or unpleasant

irritatie, ergernis

Ex: The persistent ringing of the phone caused great irritation during the meeting .Het aanhoudende geluid van de telefoon veroorzaakte grote **irritatie** tijdens de vergadering.

Sluiten

Inloggen

irritated

[bijvoeglijk naamwoord]

feeling angry or annoyed, often due to something unpleasant

geïrriteerd, geergerd

Ex: His irritated tone made it clear that he was frustrated with the situation .Zijn **geïrriteerde** toon maakte duidelijk dat hij gefrustreerd was door de situatie.

Sluiten

Inloggen

critical

[bijvoeglijk naamwoord]

noting or highlighting mistakes or imperfections

kritisch, streng

Ex: The article was critical of the government 's handling of the crisis .Het artikel was **kritisch** over de aanpak van de crisis door de regering.

Sluiten

Inloggen

criticism

[zelfstandig naamwoord]

negative feedback that highlights mistakes or areas for improvement

kritiek, verwijt

Ex: The manager ’s criticism pushed the team to perform better next time .De **kritiek** van de manager dreef het team ertoe om de volgende keer beter te presteren.

Sluiten

Inloggen

distrustful

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) not having trust or confidence in someone or something

wantrouwend, argwanend

Ex: The distrustful expressions on their faces revealed their skepticism .De **wantrouwende** uitdrukkingen op hun gezichten onthulden hun scepsis.

Sluiten

Inloggen

Boek Solutions - Intermediate

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Solutions - Intermediate - Eenheid 1 - 1F