Boek Solutions - Intermediate - Eenheid 1 - 1C

Hier vind je de woordenschat van Unit 1 - 1C in het Solutions Intermediate cursusboek, zoals "agressief", "complimenteus", "pessimistisch", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

attitude

[zelfstandig naamwoord]

the typical way a person thinks or feels about something or someone, often affecting their behavior and decisions

houding, mentaliteit

Ex: A good attitude can make a big difference in team dynamics .Een goede **houding** kan een groot verschil maken in teamdynamiek.

Sluiten

Inloggen

accusing

[bijvoeglijk naamwoord]

indicating a belief or judgement that someone has done something wrong or illegal

beschuldigend, verwijtend

Ex: She felt an accusing silence in the room after the mistake was pointed out.Ze voelde een **beschuldigende** stilte in de kamer nadat de fout was aangegeven.

Sluiten

Inloggen

aggressive

[bijvoeglijk naamwoord]

behaving in an angry way and having a tendency to be violent

agressief, gewelddadig

Ex: He had a reputation for his aggressive playing style on the sports field .Hij stond bekend om zijn **agressieve** speelstijl op het sportveld.

Sluiten

Inloggen

arrogant

[bijvoeglijk naamwoord]

showing a proud, unpleasant attitude toward others and having an exaggerated sense of self-importance

arrogant, hoogmoedig

Ex: The company 's CEO was known for his arrogant behavior , which created a toxic work environment .De CEO van het bedrijf stond bekend om zijn **arrogante** gedrag, wat een giftige werkomgeving creëerde.

Sluiten

Inloggen

bitter

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) refusing or unable to let go of anger or hatred toward others or past events

verbitterd, wraakzuchtig

Ex: The breakup left him feeling bitter and unable to move on from the past .De break-up liet hem **verbitterd** achter en niet in staat om verder te gaan.

Sluiten

Inloggen

calm

[bijvoeglijk naamwoord]

not showing worry, anger, or other strong emotions

kalm, bedaard

Ex: Even when criticized , he responded in a calm and collected manner .Zelfs toen hij bekritiseerd werd, reageerde hij op een **kalme** en beheerste manier.

Sluiten

Inloggen

complimentary

[bijvoeglijk naamwoord]

expressing praise, admiration, or approval

complimenteus, vleiend

Ex: He offered complimentary advice to the new employee on their first day .Hij bood **gratis** advies aan de nieuwe werknemer op hun eerste dag.

Sluiten

Inloggen

enthusiastic

[bijvoeglijk naamwoord]

having or showing intense excitement, eagerness, or passion for something

enthousiast, gepassioneerd

Ex: The enthusiastic fans cheered loudly for their favorite band .De **enthousiaste** fans juichten luid voor hun favoriete band.

Sluiten

Inloggen

grateful

[bijvoeglijk naamwoord]

expressing or feeling appreciation for something received or experienced

dankbaar, erkentelijk

Ex: She sent a thank-you note to express how grateful she was for the hospitality .Ze stuurde een bedankbriefje om uit te drukken hoe **dankbaar** ze was voor de gastvrijheid.

Sluiten

Inloggen

miserable

[bijvoeglijk naamwoord]

feeling very unhappy or uncomfortable

ongelukkig, ellendig

Ex: She looked miserable after the argument , her face pale and tear-streaked .Ze zag er **ellendig** uit na de ruzie, haar gezicht bleek en bezaaid met tranen.

Sluiten

Inloggen

nostalgic

[bijvoeglijk naamwoord]

bringing back fond memories of the past, often with a sense of longing or affection

nostalgisch, weemoedig

Ex: The nostalgic movie transported me back to my youth , evoking warm memories of simpler times .De **nostalgische** film bracht me terug naar mijn jeugd en riep warme herinneringen op aan eenvoudigere tijden.

Sluiten

Inloggen

optimistic

[bijvoeglijk naamwoord]

having a hopeful and positive outlook on life, expecting good things to happen

optimistisch, hoopvol

Ex: Optimistic investors continued to pour money into the startup despite the risks .**Optimistische** investeerders bleven geld in het startup pompen ondanks de risico's.

Sluiten

Inloggen

pessimistic

[bijvoeglijk naamwoord]

having or showing a negative view of the future and always waiting for something bad to happen

pessimistisch, negatief

Ex: The pessimistic tone of his writing reflected the author 's bleak perspective on life .De **pessimistische** toon van zijn schrijven weerspiegelde de sombere kijk van de auteur op het leven.

Sluiten

Inloggen

sarcastic

[bijvoeglijk naamwoord]

stating the opposite of what one means to criticize, insult, mock, or make a joke

sarcastisch, ironisch

Ex: He could n't resist making a sarcastic remark about her outfit , despite knowing it would hurt her feelings .Hij kon het niet laten een **sarcastische** opmerking te maken over haar outfit, ook al wist hij dat het haar gevoelens zou kwetsen.

Sluiten

Inloggen

sympathetic

[bijvoeglijk naamwoord]

showing care and understanding toward other people, especially when they are not feeling good

meevoelend, sympathiek

Ex: The therapist provided a sympathetic environment for her clients to share their emotions .De therapeut bood een **meewarige** omgeving aan haar cliënten om hun emoties te delen.

Sluiten

Inloggen

urgent

[bijvoeglijk naamwoord]

needing immediate action or attention

dringend, urgent

Ex: Urgent action is required to stop the spread of the virus in the community .Er is **dringend** actie nodig om de verspreiding van het virus in de gemeenschap te stoppen.

Sluiten

Inloggen

Boek Solutions - Intermediate

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Solutions - Intermediate - Eenheid 1 - 1C