pattern

Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7) - Workplace

Hier leer je enkele Engelse woorden met betrekking tot de werkplek die nodig zijn voor het General Training IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Vocabulary for General Training IELTS (6-7)
cubicle
[zelfstandig naamwoord]

a small, enclosed space or compartment used for work or other activities

hok, werkplek

hok, werkplek

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
boardroom
[zelfstandig naamwoord]

a room where the board of directors meet

vergaderzaal, bestuurskamer

vergaderzaal, bestuurskamer

Ex: Important decisions about company strategy are often made in the boardroom.Belangrijke beslissingen over bedrijfsstrategie worden vaak gemaakt in de **vergaderzaal**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
reception room
[zelfstandig naamwoord]

a room in a house, such as a dining room or living room, where people can gather and sit, this word is particularly found in the descriptions of the houses for sale

ontvangstkamer, woonkamer

ontvangstkamer, woonkamer

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
workstation
[zelfstandig naamwoord]

a desktop computer that is connected to a network, which is more upgraded than a personal computer

werkstation, arbeidsplaats

werkstation, arbeidsplaats

Ex: Workstations in research laboratories are equipped with specialized software and peripherals for conducting experiments and analyzing data .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mailroom
[zelfstandig naamwoord]

a designated area within an organization or building where incoming and outgoing mail and packages are sorted, processed, and distributed

postkamer, interne postkamer

postkamer, interne postkamer

Ex: The company expanded the mailroom to accommodate the growing volume of packages .Het bedrijf breidde de **postkamer** uit om de groeiende hoeveelheid pakketten te kunnen herbergen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
archive
[zelfstandig naamwoord]

a place or a collection of records or documents of historical importance

archief, bewaarplaats van historische documenten

archief, bewaarplaats van historische documenten

Ex: The archive of the newspaper provides a valuable resource for studying local history and events .**Het archief** van de krant biedt een waardevolle bron voor het bestuderen van lokale geschiedenis en evenementen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lobby
[zelfstandig naamwoord]

the area just inside the entrance of a public building such as a hotel, etc.

lobby

lobby

Ex: The hotel 's grand lobby was adorned with marble floors and chandeliers .De grandioze **lobby** van het hotel was versierd met marmeren vloeren en kroonluchters.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
warehouse
[zelfstandig naamwoord]

a large place in which raw materials or produced goods are stored before they are sold or distributed

magazijn, opslagplaats

magazijn, opslagplaats

Ex: Security measures in the warehouse include surveillance cameras and restricted access to protect valuable merchandise .Beveiligingsmaatregelen in het **magazijn** omvatten bewakingscamera's en beperkte toegang om waardevolle goederen te beschermen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
laboratory
[zelfstandig naamwoord]

a place where people do scientific experiments, manufacture drugs, etc.

laboratorium, lab

laboratorium, lab

Ex: Food scientists work in laboratories to develop new food products and improve food safety standards .Voedingswetenschappers werken in **laboratoria** om nieuwe voedselproducten te ontwikkelen en de voedselveiligheidsnormen te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
showroom
[zelfstandig naamwoord]

a commercial space or facility where products or services are displayed or demonstrated to potential customers

showroom, tentoonstellingsruimte

showroom, tentoonstellingsruimte

Ex: Before buying the new phone , I went to the showroom to try it out first .Voordat ik de nieuwe telefoon kocht, ging ik naar de **showroom** om hem eerst uit te proberen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
workshop
[zelfstandig naamwoord]

a building or room in which particular goods are made or fixed by different means

werkplaats, atelier

werkplaats, atelier

Ex: He spent the weekend at the woodworking workshop, crafting a new bookshelf .Hij bracht het weekend door in de houtbewerkings**werkplaats**, waar hij een nieuwe boekenkast maakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
delegation
[zelfstandig naamwoord]

the act of assigning tasks or responsibilities to subordinates in the workplace

delegatie

delegatie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
human resources
[zelfstandig naamwoord]

(in an organization, company, etc.) a department that is in charge of hiring new employees and training them

personeelszaken, human resources

personeelszaken, human resources

Ex: She contacted human resources to ask about her salary increase .Ze nam contact op met **human resources** om te vragen naar haar salarisverhoging.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
print station
[zelfstandig naamwoord]

a designated area or setup where printing equipment is available for producing physical copies of documents or images

printstation, drukstation

printstation, drukstation

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
interview room
[zelfstandig naamwoord]

a designated space where formal discussions or assessments of candidates are conducted

interviewkamer, sollicitatieruimte

interviewkamer, sollicitatieruimte

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
security office
[zelfstandig naamwoord]

a designated space where security operations, monitoring, and related administrative tasks are conducted

beveiligingskantoor, veiligheidsbureau

beveiligingskantoor, veiligheidsbureau

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
finance department
[zelfstandig naamwoord]

the division within an organization responsible for managing its monetary resources, budgets, and financial transactions

financiële afdeling,  financieel departement

financiële afdeling, financieel departement

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
marketing department
[zelfstandig naamwoord]

the division within an organization responsible for promoting its products or services and managing its brand image

marketingafdeling, marketingdepartement

marketingafdeling, marketingdepartement

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
customer service department
[zelfstandig naamwoord]

the division within an organization responsible for addressing the needs, inquiries, and complaints of its customers

klantenserviceafdeling, afdeling klantenservice

klantenserviceafdeling, afdeling klantenservice

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
legal department
[zelfstandig naamwoord]

the division within an organization responsible for handling legal matters, ensuring compliance, and providing legal advice

juridische afdeling, rechtsafdeling

juridische afdeling, rechtsafdeling

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
manufacturing department
[zelfstandig naamwoord]

the division within an organization responsible for producing its products or goods

productieafdeling, fabrieksafdeling

productieafdeling, fabrieksafdeling

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7)
LanGeek
LanGeek app downloaden