pattern

Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7) - Kracht en Invloed

Hier leer je enkele Engelse woorden met betrekking tot Kracht en Invloed die nodig zijn voor het General Training IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Vocabulary for General Training IELTS (6-7)
robust
[bijvoeglijk naamwoord]

remaining strong and effective even when facing challenges or difficulties

robuust, sterk

robuust, sterk

Ex: The robust response from the community helped prevent the closure of the local library .Het **robuuste** antwoord van de gemeenschap hielp de sluiting van de lokale bibliotheek te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
determined
[bijvoeglijk naamwoord]

not changing one's decision to do something despite opposition

vastberaden,  beslist

vastberaden, beslist

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dominating
[bijvoeglijk naamwoord]

having control, influence, or authority over others

dominant, autoritair

dominant, autoritair

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
unstoppable
[bijvoeglijk naamwoord]

not capable of being effectively hindered or stopped

onstuitbaar, niet te stoppen

onstuitbaar, niet te stoppen

Ex: The unstoppable flow of lava from the volcano consumed everything in its path .De **onstuitbare** stroom lava van de vulkaan verzwolg alles op zijn pad.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
authoritative
[bijvoeglijk naamwoord]

having a confident and commanding presence that conveys authority and expertise

autoritair, gezag uitstralend

autoritair, gezag uitstralend

Ex: The judge 's authoritative decision ended the debate immediately .Het **autoritaire** besluit van de rechter beëindigde de discussie onmiddellijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
adamant
[bijvoeglijk naamwoord]

showing firmness in one's opinions and refusing to be swayed or influenced

onverzettelijk, hardnekkig

onverzettelijk, hardnekkig

Ex: She was adamant about her stance on environmental issues , advocating for sustainable practices .Ze was **onverzettelijk** in haar standpunt over milieuproblemen en pleitte voor duurzame praktijken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inefficient
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) not functioning in the most effective or productive manner

inefficiënt, onproductief

inefficiënt, onproductief

Ex: The inefficient team member often required help with tasks that others completed quickly on their own .Het **inefficiënte** teamlid had vaak hulp nodig bij taken die anderen snel alleen afrondden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
impotent
[bijvoeglijk naamwoord]

not possessing the power or ability to affect a situation

machteloos, onbekwaam

machteloos, onbekwaam

Ex: The company ’s impotent efforts to recover from the scandal only made matters worse .De **machteloze** inspanningen van het bedrijf om te herstellen van het schandaal maakten de zaken alleen maar erger.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
incapable
[bijvoeglijk naamwoord]

lacking the necessary ability or skill to perform a specific task or achieve a particular outcome

incapabel, onbekwaam

incapabel, onbekwaam

Ex: The incapable employee was often reprimanded for failing to meet expectations .De **incapabele** werknemer werd vaak berispt omdat hij niet aan de verwachtingen voldeed.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ineffectual
[bijvoeglijk naamwoord]

failing to achieve a desired result

ineffectief, vruchteloos

ineffectief, vruchteloos

Ex: His apology was ineffectual— it did n't fix the damage he had done .Zijn verontschuldiging was **ineffectief**—het herstelde de schade die hij had aangericht niet.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
futile
[bijvoeglijk naamwoord]

unable to result in success or anything useful

vergeefs, nutteloos

vergeefs, nutteloos

Ex: She realized that further discussion would be futile, so she quietly agreed to the terms .Ze realiseerde zich dat verdere discussie **nutteloos** zou zijn, dus stemde ze stilzwijgend in met de voorwaarden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
enfeebled
[bijvoeglijk naamwoord]

became physically or mentally weakened, often resulting in a loss of strength or vitality

verzwakt, verkreukeld

verzwakt, verkreukeld

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
predominant
[bijvoeglijk naamwoord]

having significant power and influence

overheersend, dominant

overheersend, dominant

Ex: The predominant culture in the region is shaped by centuries of tradition .De **overheersende** cultuur in de regio wordt gevormd door eeuwenlange traditie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
commanding
[bijvoeglijk naamwoord]

having a position of authority or power

dominant, autoritair

dominant, autoritair

Ex: The commanding officer's strict adherence to protocol ensured smooth operations.De strikte naleving van het protocol door de **commandant** zorgde voor soepele operaties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vulnerable
[bijvoeglijk naamwoord]

easily hurt, often due to weakness or lack of protection

kwetsbaar, weerloos

kwetsbaar, weerloos

Ex: The stray dog , injured and alone , appeared vulnerable on the streets .De zwerfhond, gewond en alleen, leek **kwetsbaar** op straat.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
compelling
[bijvoeglijk naamwoord]

persuasive in a way that captures attention or convinces effectively

overtuigend, boeiend

overtuigend, boeiend

Ex: His compelling argument changed many opinions in the room .Zijn **overtuigende** argument veranderde veel meningen in de kamer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
formidable
[bijvoeglijk naamwoord]

commanding great respect or fear due to having exceptional strength, excellence, or capabilities

geducht, indrukwekkend

geducht, indrukwekkend

Ex: The mountain presented a formidable challenge to the climbers .De berg vormde een **formidabele** uitdaging voor de klimmers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
wishy-washy
[bijvoeglijk naamwoord]

lacking decisiveness, firmness, and courage

besluiteloos, aarzelend

besluiteloos, aarzelend

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
toothless
[bijvoeglijk naamwoord]

lacking power, strength, or effectiveness

tandeloos, krachteloos

tandeloos, krachteloos

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tenacious
[bijvoeglijk naamwoord]

having a strong memory or ability to remember

hardnekkig, volhardend

hardnekkig, volhardend

Ex: Even after years , Marianne was tenacious in recalling her childhood memories in vivid detail .Zelfs na jaren was Marianne **hardnekkig** in het herinneren van haar jeugdherinneringen in levendig detail.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inoperative
[bijvoeglijk naamwoord]

not functioning or not in working order, indicating a lack of operation or effectiveness

niet werkend, buiten werking

niet werkend, buiten werking

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to overtake
[werkwoord]

(of a feeling) to greatly and suddenly influence someone

overvallen, overmeesteren

overvallen, overmeesteren

Ex: Fear overtook her as she walked alone at night , prompting her to quicken her pace .Angst **overviel** haar terwijl ze 's nachts alleen liep, wat haar ertoe aanzette haar pas te versnellen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7)
LanGeek
LanGeek app downloaden