pattern

Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7) - Weather

Hier leer je enkele Engelse woorden met betrekking tot weer die nodig zijn voor het General Training IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Vocabulary for General Training IELTS (6-7)
drizzle
[zelfstandig naamwoord]

rain that falls in small, fine drops, creating a gentle and steady rainfall

motregen, druilerige regen

motregen, druilerige regen

Ex: After the heavy rain , a drizzle continued into the evening .Na de zware regen zette een **motregen** zich voort tot de avond.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
frost
[zelfstandig naamwoord]

a weather condition during which the temperature drops below the freezing point and thin layers of ice are formed on the surfaces

vorst

vorst

Ex: He knew that a hard frost was coming , so he brought the plants indoors .Hij wist dat er een harde **vorst** aan kwam, dus bracht hij de planten naar binnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
heat wave
[zelfstandig naamwoord]

a period of hot weather, usually hotter and longer than before

hittegolf, warmteperiode

hittegolf, warmteperiode

Ex: During a heat wave, it ’s important to check on elderly neighbors who may be more vulnerable to extreme temperatures .Tijdens een **hittegolf** is het belangrijk om oudere buren te controleren die kwetsbaarder kunnen zijn voor extreme temperaturen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hurricane
[zelfstandig naamwoord]

a very strong and destructive wind that moves in circles, often seen in the Caribbean

orkaan, cycloon

orkaan, cycloon

Ex: They stocked up on food and water in preparation for the hurricane.Ze sloegen voedsel en water in als voorbereiding op de **orkaan**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
breeze
[zelfstandig naamwoord]

a gentle and usually pleasant wind

bries, zacht windje

bries, zacht windje

Ex: They enjoyed the sea breeze during their boat ride.Ze genoten van de zeewind tijdens hun boottocht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gale
[zelfstandig naamwoord]

a very powerful wind

storm, vlaag

storm, vlaag

Ex: The howling gale outside made it difficult to hear anything , even from inside the house .De huilende **storm** buiten maakte het moeilijk om iets te horen, zelfs van binnenuit het huis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
weatherman
[zelfstandig naamwoord]

a person who predicts and reports on the current and future weather conditions for a specific region

meteoroloog, weerman

meteoroloog, weerman

Ex: The weatherman explained the complex weather patterns affecting the region , making the information accessible to the audience .De **weerman** legde de complexe weerpatronen uit die de regio beïnvloeden, waardoor de informatie toegankelijk werd voor het publiek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
downpour
[zelfstandig naamwoord]

a brief heavy rainfall

stortbui, plensbui

stortbui, plensbui

Ex: The farmers welcomed the downpour after weeks of dry weather , as it provided much-needed water for their crops .De boeren verwelkomden de **stortbui** na weken van droog weer, omdat het het broodnodige water voor hun gewassen leverde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
microclimate
[zelfstandig naamwoord]

the specific and localized atmospheric conditions within a small and distinct area, often differing from the surrounding region

microklimaat, lokaal klimaat

microklimaat, lokaal klimaat

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
forecast
[zelfstandig naamwoord]

a prediction of what will happen such as a change in the weather

voorspelling

voorspelling

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mist
[zelfstandig naamwoord]

a thin, fog-like cloud consisting of tiny water droplets suspended in the air

mist, nevel

mist, nevel

Ex: He could n’t see far ahead through the thick mist.Hij kon niet ver vooruit kijken door de **dichte mist**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
haze
[zelfstandig naamwoord]

a suspension of fine particles, such as dust, smoke, or moisture, in the air, causing reduced visibility

nevel, waas

nevel, waas

Ex: The city woke up to a haze of humidity , causing a dewy layer on surfaces throughout the neighborhood .De stad werd wakker in een **waas** van vochtigheid, wat een laag dauw op oppervlakken door de buurt veroorzaakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hail
[zelfstandig naamwoord]

small and round balls of ice falling from the sky like rain

hagel, hagelsteen

hagel, hagelsteen

Ex: The sudden hail caused drivers to pull over to the side of the road .De plotselinge **hagel** zorgde ervoor dat bestuurders aan de kant van de weg moesten stoppen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7)
LanGeek
LanGeek app downloaden