Premium|Mobiele app|Woordenboek

Langeek

Ranglijst

Nachtmodus

Begin met leren

Mobiele app Premium Woordenboek

pattern

Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7) - Negatieve emoties

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met negatieve emoties die nodig zijn voor het General Training IELTS-examen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

Vocabulary for General Training IELTS (6-7)

[zelfstandig naamwoord]

a state of complete emptiness, loneliness, or devastation

verlatenheid, woestenij

verlatenheid, woestenij

Ex: The war veteran returned to the battlefield , overwhelmed by the desolation that contrasted sharply with memories of camaraderie .De oorlogsveteraan keerde terug naar het slagveld, overweldigd door de **verlatenheid** die scherp contrasteerde met herinneringen aan kameraadschap.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the feeling of being impatient, annoyed, or upset because of being unable to do or achieve what is desired

frustratie, ergernis

frustratie, ergernis

Ex: The frustration of not being able to solve the puzzle made him give up .De **frustratie** van het niet kunnen oplossen van de puzzel deed hem opgeven.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

severe physical or mental pain

agonie, lijden

agonie, lijden

Ex: Patients with severe burns often experience excruciating agony during treatment .Patiënten met ernstige brandwonden ervaren vaak ondraaglijke **pijn** tijdens de behandeling.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of dissatisfaction and unhappiness with one's current situation or circumstances

ontevredenheid

ontevredenheid

Ex: The widespread discontent among the workforce resulted in a series of strikes to advocate for improved wages and benefits .De wijdverbreide ontevredenheid onder het personeel resulteerde in een reeks stakingen om te pleiten voor betere lonen en voordelen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling and attitude of resentment or hostility towards others, often stemming from past experiences of pain, betrayal, or disappointment

bitterheid, wrok

bitterheid, wrok

Ex: The bitterness in her tone reflected the disappointment she felt after discovering the truth about the situation .De **bitterheid** in haar toon weerspiegelde de teleurstelling die ze voelde nadat ze de waarheid over de situatie had ontdekt.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

an intense sense of rage

woede, grimmigheid

woede, grimmigheid

Ex: The betrayed lover 's eyes burned with wrath as she confronted the unfaithful partner .De ogen van de verraden minnaar brandden van **woede** toen ze de ontrouwe partner confronteerde.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of responsibility or remorse arising from a belief that one has committed a wrongdoing or failed to meet a moral standard

schuld, berouw

schuld, berouw

Ex: As she listened to the heartbreaking stories of those affected , a wave of guilt washed over her for not doing more to help .

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a sense of great regret that one feels as a result of having done something bad or wrong

berouw

berouw

Ex: He apologized , showing true remorse for the misunderstanding .Hij verontschuldigde zich en toonde oprecht **berouw** voor het misverstand.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of distress, shyness, or guilt as a result of an uncomfortable situation

verlegenheid, schaamte

verlegenheid, schaamte

Ex: There was a brief moment of embarrassment when he could n’t remember the password .Er was een kort moment van **verlegenheid** toen hij het wachtwoord niet kon herinneren.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

great embarrassment as a result of having been made to look stupid

vernedering, schaamte

vernedering, schaamte

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of extreme anxiety

agitatie

agitatie

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of impatience or unease, characterized by a persistent desire for change, action, or relief from a current situation

rusteloosheid, ongeduld

rusteloosheid, ongeduld

Ex: The teenager 's restlessness on the eve of the trip signaled excitement for the upcoming adventure .De **rusteloosheid** van de tiener aan de vooravond van de reis wees op opwinding voor het komende avontuur.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the negative quality of having doubts about the future and expect the worst possible outcomes

pessimisme

pessimisme

Ex: His pessimism about the economy influenced his investment choices .Zijn **pessimisme** over de economie beïnvloedde zijn investeringskeuzes.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of being left behind, deserted, or without support or care

verlating

verlating

Ex: His struggle with feelings of abandonment intensified after the abrupt end of a long-term relationship .Zijn strijd met gevoelens van **verlating** intensiveerde na het abrupte einde van een langdurige relatie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the state of being exposed to the possibility of emotional distress

kwetsbaarheid, gevoeligheid

kwetsbaarheid, gevoeligheid

Ex: Children exhibit vulnerability as they navigate the challenges of growing up , learning to cope with their emotions and experiences .Kinderen tonen **kwetsbaarheid** terwijl ze de uitdagingen van het opgroeien navigeren, leren omgaan met hun emoties en ervaringen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of annoyance or discomfort caused by something that is bothersome or unpleasant

irritatie, ergernis

irritatie, ergernis

Ex: The persistent ringing of the phone caused great irritation during the meeting .Het aanhoudende geluid van de telefoon veroorzaakte grote **irritatie** tijdens de vergadering.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the feeling of being uninterested or restless because things are dull or repetitive

verveling, verveling

verveling, verveling

Ex: During the rainy weekend , the children complained of boredom as they ran out of things to do .Tijdens het regenachtige weekend klaagden de kinderen over **verveling** omdat ze niets meer te doen hadden.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of great distress or sadness

hartzeer, verdriet

hartzeer, verdriet

Ex: Losing the championship match in the final seconds was a heartbreaking moment for the team and their fans alike.Het verliezen van de kampioenswedstrijd in de laatste seconden was een **hartverscheurend** moment voor het team en hun fans.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of suffering or misfortune, often accompanied by a sense of grief or sadness

ellende, verdriet

ellende, verdriet

Ex: The sudden loss of a loved one brought immeasurable woe to the grieving family .Het plotselinge verlies van een geliefde bracht onmetelijk **verdriet** voor de rouwende familie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the state of being dissatisfied, discontented, or unhappy

ontevredenheid, onvrede

ontevredenheid, onvrede

Ex: Despite his efforts to mask his displeasure, his lack of enthusiasm was apparent during the meeting .Ondanks zijn pogingen om zijn **ontevredenheid** te verbergen, was zijn gebrek aan enthousiasme duidelijk tijdens de vergadering.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the state or condition of not being happy, characterized by feelings of dissatisfaction, discontent, or sorrow

ongelukkigheid, verdriet

ongelukkigheid, verdriet

Ex: She could n’t hide her unhappiness after hearing the bad news .Ze kon haar **ongelukkigheid** niet verbergen na het horen van het slechte nieuws.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

great anger that is hard to contain

woede, razernij

woede, razernij

Ex: He was shaking with rage when he confronted the driver who hit his car .Hij trilde van **woede** toen hij de chauffeur confronteerde die zijn auto had geraakt.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of extreme fear and anxiety that makes one unable to think clearly

paniek, schrik

paniek, schrik

Ex: He managed to control his panic and calmly solve the problem .Hij slaagde erin zijn **paniek** onder controle te houden en het probleem rustig op te lossen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a deep feeling of anger and dislike toward someone because of what they did in the past

wrok, haat

wrok, haat

Ex: She tried to forgive , but the grudge from the betrayal lingered .Ze probeerde te vergeven, maar de **wrok** van het verraad bleef hangen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

responsibility or fault attributed to someone for a mistake, wrongdoing, or undesirable outcome

schuld, verantwoordelijkheid

schuld, verantwoordelijkheid

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of unease, distress, or agitation experienced psychologically, often stemming from stress, anxiety, or emotional strain

ongemak, onrust

ongemak, onrust

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of total hopelessness

wanhoop

wanhoop

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of extreme physical pain or mental distress

angst, ellende

angst, ellende

Ex: Facing a personal crisis , she sought therapy to help navigate the overwhelming anguish and emotional pain .Geconfronteerd met een persoonlijke crisis, zocht ze therapie om te helpen bij het navigeren door de overweldigende **ellende** en emotionele pijn.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the feeling of anger and dissatisfaction because one thinks something is unfair

wrok

wrok

Sluiten

Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7)

LanGeek app downloaden