vrezen
Ze vreesden dat de ontslagen bij het bedrijf hun banen zouden beïnvloeden.
Hier leer je enkele Engelse werkwoorden die verwijzen naar het voelen van angst en nood, zoals "paniek", "zorgen" en "freak".
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
vrezen
Ze vreesden dat de ontslagen bij het bedrijf hun banen zouden beïnvloeden.
in paniek raken
De plotselinge verschijning van de slang deed de wandelaar in paniek raken en weglopen.
in paniek raken
Ze raakten in paniek toen de stroom uitviel tijdens de storm.
zich opwinden
De politicus raakte in paniek tijdens het verhitte debat, werd zichtbaar geagiteerd en had moeite om zijn punten effectief te verwoorden.
ergeren
Het kan hem niet schelen als mensen het niet met hem eens zijn; hij verwelkomt verschillende perspectieven.
piekeren
Na de ruzie zat ze alleen, piekerend over wat ze had moeten zeggen.
zorgen maken
Hij kon niet anders dan zich zorgen maken over de onzekere toekomst.
piekeren
Ze piekerde dagenlang over de beslissing om haar relatie te beëindigen, onzeker of het de juiste keuze was.
zich te veel zorgen maken
Maak je geen zorgen over de kleine dingen; alles komt goed.
bezig houden
Zijn mislukking in het project bezig hield hem, waardoor hij zich angstig voelde.
zich zorgen maken
Hij piekerde over wat hij naar het feest moest aan trekken, uit angst dat hij er niet bij zou passen.
zich zorgen maken
Hij zweet over zijn gezondheid, constant bezorgd over mogelijke ziekten.
piekeren
De werknemer piekerde over de kritiek van zijn baas en voelde zich onrustig en angstig.