Regelmatige en Onregelmatige Werkwoorden Voor Beginners

Regelmatige en Onregelmatige Werkwoorden in het Engels

Wat Zijn Regelmatige Werkwoorden?
Regelmatige werkwoorden in het Engels volgen een consistent patroon bij het gebruik in verschillende tijden. Ze krijgen meestal '-ed' aan het einde om de verleden tijd van het werkwoord te vormen. Hier is een tabel van enkele van de meest voorkomende regelmatige werkwoorden:

werkwoord

verleden tijd

ask (vragen)

asked (vroeg)

talk (praten)

talked (praatte)

call (bellen)

called (belde)

play (spelen)

played (speelde)

start (starten)

started (startte)

watch (kijken)

watched (keek)

change (veranderen)

changed (veranderde)

Bekijk deze voorbeelden:

Voorbeeld

She played basketball back then.

Ze speelde toen basketbal.

She changed the house keys.

Ze veranderde de huissleutels.

We talked to him yesterday.

We praatten gisteren met hem.

Wat Zijn Onregelmatige Werkwoorden?
Onregelmatige werkwoorden in het Engels volgen geen vaste regel bij het vormen van de verleden tijd. Hier zijn enkele van de meest voorkomende onregelmatige werkwoorden:

werkwoord

verleden tijd

be (zijn)

was/were (was/waren)

do (doen)

did (deed)

break (breken)

broke (brak)

eat (eten)

ate (at)

get (krijgen)

got (kreeg)

go (gaan)

went (ging)

make (maken)

made (maakte)

Laten we deze werkwoorden in actie zien:

Voorbeeld

She went to the market yesterday.

Ze ging gisteren naar de markt.

I made some tea for myself.

Ik maakte wat thee voor mezelf.

He ate all the cookies.

Hij at alle koekjes op.

Quiz:


1.

Which of the following is the past tense form of the verb 'break'?

A

breaked

B

broken

C

brook

D

broke

2.

Which one is a regular verb in the past tense?

A

go

B

break

C

start

D

do

3.

Fill in the blanks with the correct category of each verb: regular/irregular.

verbcategory

change

be

call

watch

do

make

get

regular
irregular
4.

Fill in the blanks with the correct past tense form of the verbs in parentheses to complete the story.

Yesterday, Sarah and Tom

(play) basketball in the park. Afterward, they

(talk) about their plans for the weekend. Tom

(go) home early, but Sarah

(stay) at the park for a while longer and

(eat) an ice cream.

5.

Match the verbs with their correct past tense forms.

Go
Eat
Do
Be
Ate
Was
Did
Went

Reacties

(0)
Recaptcha wordt geladen...

Aanbevolen

Hulpwerkwoorden

Auxiliary Verbs

bookmark
Hulpwerkwoorden helpen het hoofdwerkwoord om tijd of stem uit te drukken of om vragen en negatieve zinnen te maken. Daarom worden ze ook wel 'hulpwerkwoorden' genoemd.

Phrasal Verbs

bookmark
Phrasal verbs worden in het Engels heel vaak gebruikt, vooral in informele situaties. Phrasal verbs bestaan uit een werkwoord en een voorzetsel of een partikel.

Het Werkwoord 'To Be'

Be

bookmark
Het werkwoord 'to be' is een fundamenteel onderdeel van het Engels, gebruikt in verschillende vormen om onderwerpen te verbinden met hun beschrijvingen, toestanden of identiteiten.

Het werkwoord 'Do'

Do

bookmark
Het werkwoord 'do' in het Engels is een veelzijdig actiewoord dat wordt gebruikt om taken uit te voeren, vragen te stellen, ontkenningen te vormen en uitspraken te benadrukken.
LanGeek
LanGeek app downloaden