Boek Headway - Gevorderd - Het Laatste Woord (Eenheid 1)

Hier vind je de woordenschat van The Last Word Unit 1 in het Headway Advanced cursusboek, zoals "hectic", "adoration", "fury", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

hectic

[bijvoeglijk naamwoord]

extremely busy and chaotic

druk, chaotisch

Ex: The last-minute changes made the event planning even more hectic than usual .De last-minute wijzigingen maakten de evenementplanning nog **drukker** dan normaal.

Sluiten

Inloggen

emotional

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to people's emotions

emotioneel

Ex: Writing poetry is a way for him to express his strong emotional feelings .Gedichten schrijven is voor hem een manier om zijn sterke **emotionele** gevoelens uit te drukken.

Sluiten

Inloggen

to make a fuss

[Zinsdeel]

to react with excessive or unnecessary attention or agitation about something

Ex: The made a fuss when its owner left the house , whining and barking until they returned .

Sluiten

Inloggen

gutted

[bijvoeglijk naamwoord]

experiencing great sadness, shock, or disappointment

kapot, teleurgesteld

Ex: She felt gutted after hearing that her favorite band canceled the concert.

Sluiten

Inloggen

to blow away

[werkwoord]

to impress someone greatly

verbazen, diepe indruk maken

Ex: The surprise announcement blew everyone away at the event.De verrassende aankondiging **verblufte** iedereen op het evenement.

Sluiten

Inloggen

thrilled to bits

[Zinsdeel]

used to describe a person who is very excited and pleased

Ex: You could tell he thrilled to bits by the huge smile on his face .

Sluiten

Inloggen

to get through to

[werkwoord]

to successfully communicate a message or idea to someone in a way that they understand or accept it

de boodschap overbrengen aan, begrepen worden door

Ex: The message was finally getting through to him .Het bericht **begon eindelijk tot hem door te dringen**.

Sluiten

Inloggen

couch potato

[zelfstandig naamwoord]

someone who sits around and watches TV a lot

bankhanger, tv-verslaafde

Ex: His lack of physical activity and constant TV watching have turned him into a couch potato.Zijn gebrek aan lichaamsbeweging en constant tv-kijken hebben hem veranderd in een **bankaardappel**.

Sluiten

Inloggen

to get at

[werkwoord]

to criticize or attack someone, usually in a subtle or indirect manner

kritiseren, indirect aanvallen

Ex: He did n't appreciate the way his colleagues were getting at his work ethics during the meeting .Hij waardeerde niet hoe zijn collega's tijdens de vergadering zijn werkethiek **bekritiseerden**.

Sluiten

Inloggen

adoration

[zelfstandig naamwoord]

the act of showing great love or admiration, usually through gestures or actions

aanbidding

Ex: His adoration for the sports team grew after they won the championship .Zijn **verering** voor het sportteam groeide nadat ze het kampioenschap wonnen.

Sluiten

Inloggen

pride

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of dignity and self-respect

trots, eigenwaarde

Sluiten

Inloggen

curiosity

[zelfstandig naamwoord]

a strong wish to learn something or to know more about something

nieuwsgierigheid

Ex: The child 's curiosity about how things worked often led to hours of experimentation and learning .De **nieuwsgierigheid** van het kind over hoe dingen werkten, leidde vaak tot uren van experimenteren en leren.

Sluiten

Inloggen

encouragement

[zelfstandig naamwoord]

something that is told or given to someone in order to give them hope or provide support

aanmoediging, steun

Ex: With her encouragement, he decided to pursue his dreams .Met haar **aanmoediging** besloot hij zijn dromen na te jagen.

Sluiten

Inloggen

fury

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of extreme and often violent anger

woede, razernij

Ex: After the argument , he was left alone , still seething with fury.Na de ruzie bleef hij alleen achter, nog steeds kokend van **woede**.

Sluiten

Inloggen

indignation

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of anger or annoyance aroused by something unjust, unworthy, or mean

verontwaardiging, woede

Ex: She felt a surge of indignation when she heard the unfair criticism .Ze voelde een golf van **verontwaardiging** toen ze de oneerlijke kritiek hoorde.

Sluiten

Inloggen

irritation

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of annoyance or discomfort caused by something that is bothersome or unpleasant

irritatie, ergernis

Ex: The persistent ringing of the phone caused great irritation during the meeting .Het aanhoudende geluid van de telefoon veroorzaakte grote **irritatie** tijdens de vergadering.

Sluiten

Inloggen

modesty

[zelfstandig naamwoord]

he quality of not being too proud or boastful about one's abilities or achievements, and not drawing too much attention to oneself

bescheidenheid

Ex: She handled the compliment with modesty, simply thanking them without making a big deal of it.Ze behandelde het compliment met **bescheidenheid**, bedankte hen gewoon zonder er een groot probleem van te maken.

Sluiten

Inloggen

reassurance

[zelfstandig naamwoord]

a comforting action or statement made to someone to ease their worries, uncertainties, or anxieties about something

geruststelling, verzekering

Ex: They offered their reassurance that the delay would not affect the project 's completion .Zij boden hun **geruststelling** aan dat de vertraging de voltooiing van het project niet zou beïnvloeden.

Sluiten

Inloggen

anxiety

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of nervousness or worry about a future event or uncertain outcome

angst, zorg

Ex: The tight deadline caused a wave of anxiety to wash over him , making it hard to focus .De krappe deadline veroorzaakte een golf van **angst** die over hem heen spoelde, waardoor het moeilijk was om zich te concentreren.

Sluiten

Inloggen

boastfulness

[zelfstandig naamwoord]

the act of bragging or expressing excessive pride or self-importance about oneself, one's achievements, possessions, or status

opschepperij, pronkerij

Ex: He displayed a great deal of boastfulness after his promotion , making others feel uncomfortable .Hij toonde een grote mate van **opschepperij** na zijn promotie, wat anderen ongemakkelijk deed voelen.

Sluiten

Inloggen

disappointment

[zelfstandig naamwoord]

dissatisfaction that is resulted from the unfulfillment of one's expectations

teleurstelling

Ex: Despite the disappointment of not winning the competition , she was proud of how much she had learned .Ondanks de **teleurstelling** dat ze de wedstrijd niet had gewonnen, was ze trots op hoeveel ze had geleerd.

Sluiten

Inloggen

fear

[zelfstandig naamwoord]

a bad feeling that we get when we are afraid or worried

angst, vrees

Ex: His fear of public speaking caused him to avoid presentations and speeches .Zijn **angst** voor spreken in het openbaar zorgde ervoor dat hij presentaties en toespraken vermeed.

Sluiten

Inloggen

gratitude

[zelfstandig naamwoord]

the quality of being thankful or showing appreciation for something

dankbaarheid, waardering

Ex: A simple " thank you " is an easy way to express gratitude.

Sluiten

Inloggen

sarcasm

[zelfstandig naamwoord]

the use of words that convey the opposite meaning as a way to annoy someone or for creating a humorous effect

sarcasme, ironie

Ex: The comedian ’s sarcasm about everyday situations made his stand-up routine incredibly funny .De **sarcasme** van de comedian over alledaagse situaties maakte zijn stand-up routine ongelooflijk grappig.

Sluiten

Inloggen

relief

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of comfort that comes when something annoying or upsetting is gone

opluchting, verlichting

Ex: She experienced great relief when the missing pet was found .Ze voelde een grote **opluchting** toen het vermiste huisdier werd gevonden.

Sluiten

Inloggen

astonishment

[zelfstandig naamwoord]

a strong feeling of surprise caused by something unexpected

verbazing, verwondering

Ex: The breathtaking view from the mountaintop caused us all to gasp in astonishment.Het adembenemende uitzicht vanaf de bergtop deed ons allemaal naar adem happen van **verbazing**.

Sluiten

Inloggen

delight

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of great pleasure or joy

vreugde, genot

Ex: He felt an overwhelming sense of delight when he received the good news .Hij voelde een overweldigend gevoel van **vreugde** toen hij het goede nieuws ontving.

Sluiten

Inloggen

to pull the other one (, it has got bells on)

[Zinsdeel]

to show that one believes that someone is joking or lying

Ex: You won the lottery?!

Sluiten

Inloggen

to die

[werkwoord]

to have a strong longing or intense desire for something or someone

smachten naar, snakken naar