Vragende Voornaamwoorden Voor Beginners
Leer hoe je Engelse vragende voornaamwoorden zoals "who", "what", "which" en "whom" correct gebruikt. Inclusief voorbeelden en oefeningen.
Wat Zijn Vragende Voornaamwoorden?
Vragende voornaamwoorden in het Engels zijn voornaamwoorden die worden gebruikt om vragen te stellen.
Engelse Vragende Voornaamwoorden
De belangrijkste vragende voornaamwoorden in het Engels zijn:
vragende Voornaamwoorden | voorbeeld | Nederlands gelijkwaardig |
---|---|---|
who (wie) | Who are you? | Wie ben je? |
what (wat) | What is that? | Wat is dat? |
which (Welk(e)) | Which is the most beautiful? | Welke is de mooiste? |
Who
‘Who’ is een vragend voornaamwoord dat wordt gebruikt om vragen te stellen over mensen. Bijvoorbeeld:
'Who is he?' 'He is Sam.'
'Wie is hij?' 'Hij is Sam.'
'Who ate the last slice of the cake?' 'Angela.'
'Wie heeft het laatste stuk taart gegeten?' 'Angela.'
What
‘What’ is een vragend voornaamwoord dat wordt gebruikt om vragen te stellen over dingen. Bijvoorbeeld:
'What happened?' 'Nothing happened.'
'Wat is er gebeurd?' 'Er is niets gebeurd.'
Tipp!
Zowel ‘who’ als ‘what’ kunnen worden gebruikt om vragen te stellen over zowel het onderwerp als het object van een zin, maar bij het stellen van vragen over objecten moet een hulpwerkwoord worden gebruikt tussen het vragend voornaamwoord en het onderwerp van het werkwoord. Kijk naar de voorbeelden:
-What did you eat? + I ate a sandwich.
- Wat heb je gegeten? + Ik heb een sandwich gegeten.
Hier is ‘sandwich’ het object van het werkwoord en het vragend voornaamwoord ‘what’ vraagt ernaar, en het hulpwerkwoord ‘did’ wordt toegevoegd.
- Who are you calling? + I'm calling my friend.
- Wie bel je? + Ik bel mijn vriend.
Hier is ‘my friend’ het object van het werkwoord en ‘who’ wordt gebruikt om ernaar te vragen en ‘are’ fungeert als hulpwerkwoord.
Which
Het vragend voornaamwoord ‘which’ wordt gebruikt om vragen te stellen over een specifiek item of een keuze uit verschillende opties. Net als ‘what’ en ‘who’ kan ‘which’ ook worden gebruikt om vragen te stellen over zowel het onderwerp als het object en de regel over het toevoegen van een hulpwerkwoord geldt hier ook. Bijvoorbeeld:
- Which is yours? + The black one is mine.
- Welke is van jou? + De zwarte is van mij.
Hier vraagt ‘which’ naar het onderwerp. Hier fungeert ‘is’ als hoofdwerkwoord, NIET als hulpwerkwoord.
- Which do you want, tea or coffee? + I want coffee.
- Welke wil je, thee of koffie? + Ik wil koffie.
In deze zin vraagt ‘which’ naar het object, dus wordt het hulpwerkwoord ‘do’ gebruikt tussen het vragend voornaamwoord en het onderwerp.
Quiz:
Which question asks about a person?
Who are you calling?
What are you reading?
Which do you prefer?
Sort the sentence into the correct order.
Match the interrogate pronouns with their correct ending.
Fill in the blanks with the correct interrogative pronoun.
did you eat for lunch?
happened at the meeting yesterday?
can help me with my homework?
is better, football or basketball?
is the problem?
Which sentence is correct?
Which you want, tea or coffee?
What is he eating?
What did she wanted?
Who she called?
Reacties
(0)
Aanbevolen
