Boek Headway - Gevorderd - Eenheid 8

Hier vind je de woordenschat van Unit 8 in het Headway Advanced cursusboek, zoals "grof", "boei", "slepen", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

homonym

[zelfstandig naamwoord]

each of two or more words with the same spelling or pronunciation that vary in meaning and origin

homoniem, homofoon

Ex: " Match " is a homonym— it can mean a competition or a stick used to start a fire .**Homonym** is een woord dat een wedstrijd of een stok die wordt gebruikt om een vuur te starten kan betekenen.

Sluiten

Inloggen

homograph

[zelfstandig naamwoord]

(grammar) one of two or more words that are spelled the same but differ in meaning

homograaf, homograaf woord

Ex: A dictionary helps to clarify the meanings of homographs that might confuse readers .Een woordenboek helpt bij het verduidelijken van de betekenissen van **homografen** die lezers in verwarring kunnen brengen.

Sluiten

Inloggen

horse

[zelfstandig naamwoord]

an animal that is large, has a tail and four legs, and we use for racing, pulling carriages, riding, etc.

paard, ros

Ex: The majestic horse galloped across the open field .Het majestueuze **paard** galoppeerde over het open veld.

Sluiten

Inloggen

hoarse

[bijvoeglijk naamwoord]

having a rough, harsh, and weak voice, usually due to a sore throat or excessive use

hees, schor

Ex: He tried to sing , but his voice came out hoarse and cracked .Hij probeerde te zingen, maar zijn stem klonk **hees** en gebroken.

Sluiten

Inloggen

coarse

[bijvoeglijk naamwoord]

having a rough or uneven surface or texture

grof, ruw

Ex: The dog ’s coarse fur made it well-suited for the cold weather .De **ruwe** vacht van de hond maakte hem goed geschikt voor het koude weer.

Sluiten

Inloggen

course

[zelfstandig naamwoord]

a series of lessons or lectures on a particular subject

cursus, les

Ex: The university offers a course in computer programming for beginners .De universiteit biedt een **cursus** computerprogrammeren voor beginners aan.

Sluiten

Inloggen

buoy

[zelfstandig naamwoord]

a floating object anchored in a body of water, typically used for navigation, marking hazards, or for indicating the location of something such as a submarine cable

boei, drijver

Ex: The buoy was part of a larger system used to track ocean currents .De **boei** maakte deel uit van een groter systeem dat werd gebruikt om oceaanstromingen te volgen.

Sluiten

Inloggen

boy

[zelfstandig naamwoord]

someone who is a child and a male

jongen, knaap

Ex: The boys in the classroom are reading a story .De **jongens** in de klas lezen een verhaal.

Sluiten

Inloggen

loan

[zelfstandig naamwoord]

a sum of money that is borrowed from a bank which should be returned with a certain rate of interest

lening, krediet

Ex: They applied for a loan to expand their business operations .Ze hebben een **lening** aangevraagd om hun bedrijfsactiviteiten uit te breiden.

Sluiten

Inloggen

lone

[bijvoeglijk naamwoord]

alone and without any companions

eenzaam, alleen

Ex: The lone tree stood tall in the middle of the field , casting a long shadow in the setting sun .De **eenzame** boom stond hoog in het midden van het veld en wierp een lange schaduw in de ondergaande zon.

Sluiten

Inloggen

hall

[zelfstandig naamwoord]

a passage that is inside a house or building with rooms on both side

gang, hal

Ex: There 's a small table with a lamp at the end of the hall.Aan het einde van de **gang** staat een klein tafeltje met een lamp.

Sluiten

Inloggen

to haul

[werkwoord]

to pull something or someone along the ground, usually with difficulty

slepen, trekken

Ex: It took two people to haul the heavy boulder out of the way .Er waren twee mensen nodig om de zware rots uit de weg te **slepen**.

Sluiten

Inloggen

berry

[zelfstandig naamwoord]

a juicy small fruit with no pit, which grows on a bush

bes, bosvrucht

Ex: He enjoyed a bowl of mixed berries topped with Greek yogurt for a nutritious snack .Hij genoot van een kom gemengde **bessen** bedekt met Griekse yoghurt voor een voedzame snack.

Sluiten

Inloggen

to bury

[werkwoord]

to put a dead person or animal beneath the ground

begraven, ter aarde bestellen

Ex: The ancient civilization would bury their leaders with great ceremony .De oude beschaving zou hun leiders met groot ceremonieel **begraven**.

Sluiten

Inloggen

vale

[zelfstandig naamwoord]

a low-lying piece of land between hills or mountains, often with a river flowing through it

dal, vallei

Ex: The road winds through the narrow vale between the mountains .De weg slingert door de **smalle vallei** tussen de bergen.

Sluiten

Inloggen

to veil

[werkwoord]

to conceal or obscure something, as if with a covering

versluieren, verbergen

Ex: The art piece was veiled until the exhibition opened to the public .Het kunstwerk was **bedekt** totdat de tentoonstelling voor het publiek openging.

Sluiten

Inloggen

to draft

[werkwoord]

to draw the blueprints and the sketches for a building, machine, structure, etc.

tekenen, opstellen

Ex: The landscape architect drafted blueprints for the botanical garden , ensuring a harmonious blend of flora and pathways .De landschapsarchitect **ontwierp** de blauwdrukken voor de botanische tuin, waardoor een harmonieuze mix van flora en paden werd gegarandeerd.

Sluiten

Inloggen

draught

[zelfstandig naamwoord]

a serving of a drink, such as beer, from a cask or keg rather than a bottle or can

een portie drank, zoals bier

Sluiten

Inloggen

to bow

[werkwoord]

to bend the head or move the upper half of the body forward to show respect or as a way of greeting

buigen, een buiging maken

Ex: In the dojo , students were taught not only how to fight but also how to bow as a mark of mutual respect .In de dojo werden de studenten niet alleen geleerd hoe ze moesten vechten, maar ook hoe ze moesten **buigen** als teken van wederzijds respect.

Sluiten

Inloggen

bow

[zelfstandig naamwoord]

a piece of decorative cloth tied in a bowknot

strik, lint

Ex: She tied a delicate bow around the bouquet of flowers , completing the lovely arrangement .Ze bond een delicate **strik** om het boeket bloemen, waardoor de mooie schikking compleet was.

Sluiten

Inloggen

bough

[zelfstandig naamwoord]

a major branch of a tree

tak, boomtak

Ex: A bird ’s nest was tucked in a high bough, hidden from view .Een vogelnest was verstopt in een hoge **tak**, uit het zicht.

Sluiten

Inloggen

just

[bijwoord]

precisely or almost exactly at this moment