pattern

Boek Total English - Gevorderd - Eenheid 1 - Vocabulaire

Hier vind je de woorden van Unit 1 - Woordenschat in het Total English Advanced cursusboek, zoals "overvoorzichtig", "overtroeven", "bovenmenselijk", etc.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Total English - Advanced
multi-
multi-
[Voorvoegsel]

used to denote a multitude or variety of something

multi, poly

multi, poly

Ex: The city is known for its multicultural population, bringing together diverse traditions.De stad staat bekend om zijn **multi**culturele bevolking, die diverse tradities samenbrengt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
semi-
semi-
[Voorvoegsel]

used to indicate that the thing being described is only part of the whole or incomplete in some way

half-, semi-

half-, semi-

Ex: His answer was semi-correct but needed further clarification.Zijn antwoord was **half**-correct maar had verdere verduidelijking nodig.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sub-
sub-
[Voorvoegsel]

used to imply a position or status that is lower or beneath something else

onder, sub

onder, sub

Ex: In large organizations, a subcommittee handles specific tasks under the main committee.In grote organisaties behandelt een **sub**commissie specifieke taken onder de hoofdcommissie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
under-
under-
[Voorvoegsel]

used to indicate a position lower than or beneath something else

onder-, sub-

onder-, sub-

Ex: He ducked to avoid hitting the underpart of the bridge.Hij dook om te voorkomen dat hij het **onderste** deel van de brug raakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
un-
un-
[Voorvoegsel]

used to form negative or opposite meanings of root words

niet,  on

niet, on

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
over-
over-
[Voorvoegsel]

used to signify more than what is needed or considered appropriate

over, hyper

over, hyper

Ex: The movie was overhyped, and it didn't live up to expectations.De film was **over**gehyped, en hij voldeed niet aan de verwachtingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
overcautious
overcautious
[bijvoeglijk naamwoord]

excessively or unnecessarily cautious or careful, often to the point of being overly restrictive or hesitant

overvoorzichtig, te voorzichtig

overvoorzichtig, te voorzichtig

Ex: She was overcautious about spending money , even on essentials .Ze was **overvoorzichtig** met het uitgeven van geld, zelfs voor essentiële zaken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
super-
super-
[Voorvoegsel]

used to form words meaning situated above or beyond something

super-, boven-

super-, boven-

Ex: The superstructure of the ship towers over the main deck.De **super**structuur van het schip torent uit boven het hoofddek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
superhuman
superhuman
[bijvoeglijk naamwoord]

having abilities or qualities that go beyond what is considered normal or humanly possible

bovennatuurlijk, superhumaan

bovennatuurlijk, superhumaan

Ex: Emily 's photographic memory seemed almost superhuman, as she could recall details from books she had read years ago .Emily's fotografisch geheugen leek bijna **bovennatuurlijk**, omdat ze details kon herinneren van boeken die ze jaren geleden had gelezen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
arch-
arch-
[Voorvoegsel]

used to intensify or elevate the meaning of the word, making it more prominent or significant

aarts-, super-

aarts-, super-

Ex: An archenemy is a rival or opponent who is especially significant or dangerous.Een **aarts**vijand is een rivaal of tegenstander die bijzonder belangrijk of gevaarlijk is.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
out-
out-
[Voorvoegsel]

used to form verbs meaning to exceed or outperform

over-, uit-

over-, uit-

Ex: The young artist may soon outshine the masters who trained her.De jonge kunstenaar zou binnenkort de meesters die haar hebben opgeleid kunnen **overtreffen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to outplay
to outplay
[werkwoord]

to perform at a higher level than someone else in a competitive activity

overtreffen, verslaan

overtreffen, verslaan

Ex: She outplayed all the other players and won the tournament easily .Ze **overtrof** alle andere spelers en won het toernooi gemakkelijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
im-
im-
[Voorvoegsel]

used to indicate the opposite or absence of something

im, in

im, in

Ex: His actions were often seen as immature, especially when he got upset over trivial things.Zijn acties werden vaak als **on**volwassen gezien, vooral wanneer hij boos werd om triviale dingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ir-
ir-
[Voorvoegsel]

used to indicate the opposite or absence of something

ir, in

ir, in

Ex: The plan was irrevocable, meaning it couldn't be undone.Het plan was **on**herroepelijk, wat betekende dat het niet ongedaan kon worden gemaakt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
LanGeek
LanGeek app downloaden