SAT Woordvaardigheden 4 - Les 36

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

radical

[bijvoeglijk naamwoord]

supporting total and extreme social or political changes

radicaal

Ex: The radical environmentalist group staged protests to demand immediate action on climate change .De **radicale** milieugroepering organiseerde protesten om onmiddellijke actie tegen klimaatverandering te eisen.

Sluiten

Inloggen

radix

[zelfstandig naamwoord]

(numeration system) the positive integer that is equivalent to one in the next higher counting place

grondtal, radix

Sluiten

Inloggen

to feint

[werkwoord]

deceive by a mock action

faken, misleiden

Sluiten

Inloggen

to feign

[werkwoord]

to pretend, often with the intent to deceive or mislead others

veinzen, faken

Ex: Be cautious of those who feign friendship but have ulterior motives .Wees voorzichtig met mensen die vriendschap **veinzen** maar verborgen motieven hebben.

Sluiten

Inloggen

macabre

[bijvoeglijk naamwoord]

disturbing and fear inducing due to its connection with death, murder, violence, etc.

macaber

Ex: The macabre setting of the old, abandoned asylum was perfect for the horror movie.Het **macabere** decor van het oude, verlaten asiel was perfect voor de horrorfilm.

Sluiten

Inloggen

to macadamize

[werkwoord]

surface with macadam

macadamiseren, bedekken met macadam

Sluiten

Inloggen

inventive

[bijvoeglijk naamwoord]

(of an idea, method, etc.) unique, creative, and appealing due to its originality and novelty

vindingrijk, creatief

Ex: He wrote an inventive story that captivated readers with its originality .Hij schreef een **vindingrijk** verhaal dat lezers boeide met zijn originaliteit.

Sluiten

Inloggen

invective

[zelfstandig naamwoord]

the usage of abusive, insulting, and rude language when one is extremely angry

scheldwoord, belediging

Ex: She responded to the criticism with invective rather than reason.Ze reageerde op de kritiek met **scheldwoorden** in plaats van rede.

Sluiten

Inloggen

hostility

[zelfstandig naamwoord]

a state of deep-seated ill-will

vijandigheid

Sluiten

Inloggen

hospitable

[bijvoeglijk naamwoord]

treating guests or visitors with friendliness, warmth, and generosity

gastvrij, hartelijk

Ex: During our vacation , we experienced the hospitable culture of the region firsthand , encountering kindness at every turn .Tijdens onze vakantie hebben we de **gastvrije** cultuur van de regio uit de eerste hand ervaren, overal vriendelijkheid tegengekomen.

Sluiten

Inloggen

cherubic

[bijvoeglijk naamwoord]

innocent or sweet in appearance or nature

engelachtig, onschuldig

Ex: The baby ’s cherubic expression as she slept peacefully made her look like an angel .De **engelachtige** uitdrukking van de baby terwijl ze vredig sliep, deed haar op een engel lijken.

Sluiten

Inloggen

to cherish

[werkwoord]

to hold dear and deeply appreciate something or someone

koesteren, diep waarderen

Ex: The grandparents cherished the old photo albums , reminiscing about the joyous occasions captured in each picture .De grootouders **koesterden** de oude fotoalbums, terwijl ze terugdachten aan de vreugdevolle gelegenheden die in elke foto vastgelegd waren.

Sluiten

Inloggen

extant

[bijvoeglijk naamwoord]

existing despite being extremely old

bestaand, bewaard

Ex: Researchers are studying an extant species of fish that dates back millions of years .Onderzoekers bestuderen een **bestaande** vissoort die miljoenen jaren teruggaat.

Sluiten

Inloggen

to extenuate

[werkwoord]

lessen or to try to lessen the seriousness or extent of

verzachten, verminderen

Sluiten

Inloggen

infraction

[zelfstandig naamwoord]

the act of breaking or not obeying a law, agreement, etc.

overtreding, misdrijf

Ex: The company has a zero-tolerance policy for infractions of its code of conduct , enforcing strict penalties for violations .Het bedrijf hanteert een nultolerantiebeleid voor **overtredingen** van zijn gedragscode, waarbij strenge straffen worden opgelegd voor overtredingen.

Sluiten

Inloggen

infrastructure

[zelfstandig naamwoord]

the basic physical structures and systems that support and enable the functioning of a society or organization, such as roads and bridges

infrastructuur, infrastructuren

Ex: The earthquake damaged critical infrastructure, leaving thousands without electricity or clean water .De aardbeving beschadigde kritieke **infrastructuur**, waardoor duizenden mensen zonder elektriciteit of schoon water zaten.

Sluiten

Inloggen

melancholy

[bijvoeglijk naamwoord]

showing a deep sense of sadness or sorrow

melancholiek, verdrietig

Ex: She wore a melancholy expression , lost in thoughts of past regrets .Ze droeg een **melancholieke** uitdrukking, verloren in gedachten aan spijt uit het verleden.

Sluiten

Inloggen

melange

[zelfstandig naamwoord]

a motley assortment of things

mengsel

Sluiten

Inloggen

overtone

[zelfstandig naamwoord]

(usually plural) an ulterior implicit meaning or quality

ondertoon, connotatie