pattern

SAT Woordvaardigheden 4 - Les 46

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Word Skills 4
proclamation
[zelfstandig naamwoord]

a formal public statement

proclamatie

proclamatie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
projection
[zelfstandig naamwoord]

an estimate or prediction based on past observations or data

projectie, voorspelling

projectie, voorspelling

Ex: Climate projections warn of increasing temperatures .Klimaat**projecties** waarschuwen voor stijgende temperaturen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
diminution
[zelfstandig naamwoord]

change toward something smaller or lower

vermindering,  reductie

vermindering, reductie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
conflagration
[zelfstandig naamwoord]

an extremely intense and destructive fire

vuurzee, verwoestende brand

vuurzee, verwoestende brand

Ex: The museum 's archives were tragically lost in the conflagration, erasing invaluable historical documents and artifacts .De archieven van het museum gingen tragisch verloren in de **brand**, waardoor onschatbare historische documenten en artefacten werden uitgewist.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
impulsion
[zelfstandig naamwoord]

the act of applying force suddenly

impuls

impuls

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
invasion
[zelfstandig naamwoord]

the act of invading or entering a territory, country, or region by force or without permission, often with the intent to control or dominate the area and its inhabitants

invasie, de invasie

invasie, de invasie

Ex: The historical invasion of the Roman Empire reshaped the landscape of Europe .De historische **invasie** van het Romeinse Rijk heeft het landschap van Europa hervormd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
prevention
[zelfstandig naamwoord]

any action taken to avoid or reduce the risk of a negative outcome

preventie

preventie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
concession
[zelfstandig naamwoord]

a contractual agreement that grants a company or individual the right to operate a subsidiary business, such as a store or a kiosk, within the premises of another business or organization

concessie, concessieovereenkomst

concessie, concessieovereenkomst

Ex: A concession for a mobile phone service kiosk was granted in the train station .Een **concessie** voor een mobiele telefoonservicekiosk werd verleend in het treinstation.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
limitation
[zelfstandig naamwoord]

the quality of being limited or restricted

beperking, restrictie

beperking, restrictie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
progression
[zelfstandig naamwoord]

a series with a definite pattern of advance

voortgang

voortgang

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
repercussion
[zelfstandig naamwoord]

a movement back from an impact

weerklank, terugslag

weerklank, terugslag

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
injunction
[zelfstandig naamwoord]

a strong directive or order from an authority

bevel, injunction

bevel, injunction

Ex: The parent issued an injunction to their children to tidy up their rooms before bedtime .De ouder vaardigde een **bevel** uit aan hun kinderen om hun kamers op te ruimen voor het slapengaan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
constellation
[zelfstandig naamwoord]

an arrangement of parts or elements

constellatie, schikking

constellatie, schikking

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ovation
[zelfstandig naamwoord]

an enthusiastic expression of approval by the audience, typically through clapping

ovatie

ovatie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lucubration
[zelfstandig naamwoord]

laborious cogitation

lucubratie, moeizame overpeinzing

lucubratie, moeizame overpeinzing

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
propulsion
[zelfstandig naamwoord]

the action or process of driving or propelling an object forward through a medium, typically involving the generation of thrust or force

voortstuwing, stuwkracht

voortstuwing, stuwkracht

Ex: Swimmers use leg movements for propulsion through the water during races .Zwemmers gebruiken beenbewegingen voor **voortstuwing** door het water tijdens wedstrijden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
duration
[zelfstandig naamwoord]

the period of time during which something continues

duur, periode

duur, periode

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dedication
[zelfstandig naamwoord]

time and effort that a person persistently puts into something that they value, such as a job or goal

toewijding, inzet

toewijding, inzet

Ex: The success of the event was a result of the organizers ’ dedication.Het succes van het evenement was het resultaat van de **toewijding** van de organisatoren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
avocation
[zelfstandig naamwoord]

a hobby pursued alongside one's main occupation, typically for enjoyment

hobby, vrijetijdsbesteding

hobby, vrijetijdsbesteding

Ex: Knitting serves as her avocation, providing a relaxing way to unwind .Breien dient als haar **hobby**, een ontspannende manier om te ontspannen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
concatenation
[zelfstandig naamwoord]

(used of plants or animals) lacking barbs or stings or thorns

aaneenschakeling, concatenatie

aaneenschakeling, concatenatie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
SAT Woordvaardigheden 4
LanGeek
LanGeek app downloaden