SAT Woordvaardigheden 4 - Les 49

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

persecution

[zelfstandig naamwoord]

an act of cruelty and unfairness toward someone because of their race, religion, or political views

vervolging, onderdrukking

Sluiten

Inloggen

combustion

[zelfstandig naamwoord]

a chemical reaction between a fuel and an oxidizing agent, typically producing heat and light

verbranding, de verbranding

Ex: Controlled combustion of waste materials in incinerators helps manage and reduce solid waste .Gecontroleerde **verbranding** van afvalmaterialen in verbrandingsovens helpt bij het beheren en verminderen van vast afval.

Sluiten

Inloggen

rendition

[zelfstandig naamwoord]

handing over prisoners to the country in which a crime was committed

uitlevering

Sluiten

Inloggen

percussion

[zelfstandig naamwoord]

the act of playing a percussion instrument

percussie, slagwerk spelen

Sluiten

Inloggen

resignation

[zelfstandig naamwoord]

a written document indicating an individual's intention to leave their job or position

ontslag, ontslagbrief

Sluiten

Inloggen

unction

[zelfstandig naamwoord]

anointing as part of a religious ceremony or healing ritual

zalving, sacrament

Sluiten

Inloggen

provocation

[zelfstandig naamwoord]

a statement or action that causes anger or is intended to make someone upset or angry

provocatie

Sluiten

Inloggen

adulation

[zelfstandig naamwoord]

excessive and sometimes insincere praise for someone, often to the point of worship

vleierij, persoonsverheerlijking

Ex: The adulation heaped upon the celebrity made her uncomfortable at times , as she preferred genuine connections over superficial praise .De **verering** die de beroemdheid ten deel viel, maakte haar soms ongemakkelijk, omdat ze de voorkeur gaf aan echte verbindingen boven oppervlakkig gepreek.

Sluiten

Inloggen

imprecation

[zelfstandig naamwoord]

the act of speaking a curse or wish for harm to come to someone, often as an insult or expression of anger

Ex: The old book contained imprecations meant to bring misfortune to foes .

Sluiten

Inloggen

trepidation

[zelfstandig naamwoord]

a state of nervousness or fear, anticipating that something bad may occur

bevreesdheid, zorg

Ex: The ominous clouds overhead filled the villagers with trepidation, fearing an impending storm .De onheilspellende wolken boven hun hoofd vervulden de dorpsbewoners met **angst**, uit angst voor een naderende storm.

Sluiten

Inloggen

perdition

[zelfstandig naamwoord]

(Christianity) the abode of Satan and the forces of evil; where sinners suffer eternal punishment

verderf, afgrond

Sluiten

Inloggen

consternation

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of shock or confusion

ontsteltenis, verwarring

Ex: She looked at the broken vase with consternation, wondering how it happened .Ze keek met **ontsteltenis** naar de gebroken vaas en vroeg zich af hoe het was gebeurd.

Sluiten

Inloggen

adjuration

[zelfstandig naamwoord]

a serious and heartfelt request urging someone to take action

Ex: The priest 's adjuration inspired the community to unite .

Sluiten

Inloggen

obsession

[zelfstandig naamwoord]

a strong and uncontrollable interest or attachment to something or someone, causing constant thoughts, intense emotions, and repetitive behaviors

obsessie, dwang

Ex: The obsession with celebrity culture often leads people to ignore their own personal growth .De **obsessie** met beroemdheidscultuur leidt ertoe dat mensen vaak hun eigen persoonlijke groei negeren.

Sluiten

Inloggen

recrimination

[zelfstandig naamwoord]

accusations made in retaliation for being accused

tegenbeschuldiging, wederzijdse beschuldigingen

Ex: The team 's failure led to a round of recriminations among the project members .Het falen van het team leidde tot een ronde van **wederzijdse beschuldigingen** onder de projectleden.

Sluiten

Inloggen

justification

[zelfstandig naamwoord]

a reason, explanation, or excuse that demonstrates something to be right, reasonable, or necessary

rechtvaardiging

Ex: His justification for missing the meeting was that he had an unavoidable family emergency .Zijn **rechtvaardiging** voor het missen van de vergadering was dat hij een onvermijdelijke familie-noodsituatie had.

Sluiten

Inloggen

collusion

[zelfstandig naamwoord]

secret agreement particularly made to deceive people

samenspanning, collusie

Ex: Collusion among the committee members led to unfair bidding practices .**Samenspanning** onder de leden van de commissie leidde tot oneerlijke biedpraktijken.

Sluiten

Inloggen

conjunction

[zelfstandig naamwoord]

the temporal property of two things happening at the same time

voegwoord, toeval

Sluiten

Inloggen

supposition

[zelfstandig naamwoord]

something such as an idea, claim, belief, etc that one believes to be true even though it is yet to be proved

veronderstelling, hypothese