pattern

SAT Woordvaardigheden 4 - Les 29

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Word Skills 4
to pique
[werkwoord]

to trigger a strong emotional reaction in someone, such as anger, resentment, or offense

irriteren, beledigen

irriteren, beledigen

Ex: Her critical comments piqued his annoyance .Haar kritische opmerkingen **wekten** zijn ergernis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
piquant
[bijvoeglijk naamwoord]

having a pleasantly sharp or spicy taste

pikant, kruidig

pikant, kruidig

Ex: The dish had a piquant kick from the addition of fresh ginger and a dash of chili flakes .Het gerecht had een **pittige** smaak door de toevoeging van verse gember en een snufje chilivlokken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
piquancy
[zelfstandig naamwoord]

a pleasantly spicy flavor

pikantheid, kruidige smaak

pikantheid, kruidige smaak

Ex: A hint of piquancy in the salad dressing made the vegetables more flavorful .Een vleugje **pikantheid** in de saladedressing maakte de groenten smaakvoller.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sleight
[zelfstandig naamwoord]

skill in performing hand movements, often used to deceive or perform tricks

vaardigheid, goochelarij

vaardigheid, goochelarij

Ex: His mastery of sleight allowed him to perform card tricks that seemed impossible .Zijn beheersing van **vingerfertigheid** stelde hem in staat kaarttrucs uit te voeren die onmogelijk leken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
slight
[bijvoeglijk naamwoord]

not a lot in amount or extent

licht, gering

licht, gering

Ex: There was a slight delay in the flight schedule .Er was een **lichte** vertraging in het vluchtschema.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
figurehead
[zelfstandig naamwoord]

someone who seemingly has the position of a leader but not the power and authority that comes with it

marionet, stroopop

marionet, stroopop

Ex: The general was seen as a figurehead during the military campaign , while his advisers controlled the strategy .De generaal werd gezien als een **boegbeeld** tijdens de militaire campagne, terwijl zijn adviseurs de strategie beheersten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
figurative
[bijvoeglijk naamwoord]

using language in a way that words don't have their actual meaning, but an imaginative meaning instead

figuurlijk, metaforisch

figuurlijk, metaforisch

Ex: Understanding the figurative meaning of the idiom requires knowledge of cultural context .Het begrijpen van de **figuurlijke** betekenis van het idioom vereist kennis van de culturele context.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
butte
[zelfstandig naamwoord]

a hill with steep, flat sides and a flat top, often found in desert areas

butte, tafelberg

butte, tafelberg

Ex: Shiprock in New Mexico is an impressive volcanic butte that stands out prominently in the flat landscape .Shiprock in New Mexico is een indrukwekkende vulkanische **butte** die opvallend afsteekt tegen het vlakke landschap.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to buttress
[werkwoord]

to provide support or justification in order to make something stronger or more secure

ondersteunen, versterken

ondersteunen, versterken

Ex: The manager buttressed the team 's morale by recognizing their achievements and providing encouragement .De manager **ondersteunde** het moreel van het team door hun prestaties te erkennen en aanmoediging te bieden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to philander
[werkwoord]

(of a man) to have casual sexual affairs with multiple women

flirten, affaires hebben

flirten, affaires hebben

Ex: He was caught philandering again , despite having promised his partner he would change .Hij werd weer betrapt op **vreemdgaan**, ondanks dat hij zijn partner had beloofd te veranderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
philanthropic
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person or organization) having a desire to promote the well-being of others, typically through charitable donations or actions

filantropisch, liefdadig

filantropisch, liefdadig

Ex: The philanthropic spirit of the community was evident in their support for local schools , hospitals , and environmental projects .De **filantropische** geest van de gemeenschap was duidelijk in hun steun aan lokale scholen, ziekenhuizen en milieuprojecten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
philately
[zelfstandig naamwoord]

the act of collecting and studying stamps

filatelie, postzegelverzameling

filatelie, postzegelverzameling

Ex: Philately is more than just a hobby; for some, it’s a way to connect with history and culture.**Filatelie** is meer dan alleen een hobby; voor sommigen is het een manier om verbinding te maken met geschiedenis en cultuur.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
philharmonic
[bijvoeglijk naamwoord]

composing or characteristic of an orchestral group

filharmonisch, orkestraal

filharmonisch, orkestraal

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
philippic
[zelfstandig naamwoord]

an angry criticism against someone, often in the context of a speech delivered in public

filippica, woedende kritiek

filippica, woedende kritiek

Ex: The senator delivered a scathing philippic in the parliament , criticizing the opposition ’s stance on healthcare .De senator hield een scherpe **filipik** in het parlement, waarbij hij het standpunt van de oppositie over gezondheidszorg bekritiseerde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
philistine
[bijvoeglijk naamwoord]

not being interested, fond, or understanding of serious works of music, art, literature, etc.

filistijns,  onbeschaafd

filistijns, onbeschaafd

Ex: The gallery 's attempt to engage a philistine audience with pop art was unsuccessful .De poging van de galerie om een **filistijns** publiek te betrekken bij popart was niet succesvol.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to adorn
[werkwoord]

to make something more beautiful by decorating it with attractive elements

versieren, tooien

versieren, tooien

Ex: To enhance the elegance of the room , they decided to adorn the windows with luxurious curtains .Om de elegantie van de kamer te vergroten, besloten ze de ramen met luxe gordijnen te **versieren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
adoration
[zelfstandig naamwoord]

the act of showing great love or admiration, usually through gestures or actions

aanbidding

aanbidding

Ex: His adoration for the sports team grew after they won the championship .Zijn **verering** voor het sportteam groeide nadat ze het kampioenschap wonnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to dictate
[werkwoord]

to tell someone what to do or not to do, in an authoritative way

dicteren, bevelen

dicteren, bevelen

Ex: The leader was dictating changes to the organizational structure .De leider was veranderingen aan de organisatiestructuur aan het **dicteren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
diction
[zelfstandig naamwoord]

the manner in which words are pronounced

dictie, uitspraak

dictie, uitspraak

Ex: The singer ’s diction was so precise that every lyric could be heard clearly in the concert hall .De **dictie** van de zanger was zo precies dat elke tekst duidelijk te horen was in de concertzaal.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dictum
[zelfstandig naamwoord]

a formal statement issued by an authoritative source

dictum, formele verklaring

dictum, formele verklaring

Ex: The king 's dictum required all citizens to abide by the new laws , regardless of their social status .Het **dictum** van de koning vereiste dat alle burgers de nieuwe wetten naleven, ongeacht hun sociale status.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
SAT Woordvaardigheden 4
LanGeek
LanGeek app downloaden