pattern

Wiskunde en Logica SAT - Inclusie en Karakterisering

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met inclusie en karakterisering, zoals "entail", "assort", "house", etc. die je nodig hebt om je SAT's te halen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Vocabulary for Math and Logic
to encompass
[werkwoord]

to include or contain a wide range of different things within a particular scope or area

omvatten, insluiten

omvatten, insluiten

Ex: The museum 's collection encompasses artifacts from ancient civilizations to modern times .De collectie van het museum **omvat** artefacten van oude beschavingen tot moderne tijden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to comprise
[werkwoord]

to be made up of various components or parts within a whole

omvatten, bevatten

omvatten, bevatten

Ex: The project comprised multiple phases , each with specific objectives .Het project **bestond** uit meerdere fasen, elk met specifieke doelstellingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to contain
[werkwoord]

to have or hold something within or include something as a part of a larger entity or space

bevatten, omvatten

bevatten, omvatten

Ex: The container contains a mixture of sand and salt , ready for use .De container **bevat** een mengsel van zand en zout, klaar voor gebruik.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to consist
[werkwoord]

to be constructed from or made up of certain things or people

bestaan, samengesteld zijn uit

bestaan, samengesteld zijn uit

Ex: The apartment building consists of ten floors, each with multiple units.Het appartementencomplex **bestaat** uit tien verdiepingen, elk met meerdere units.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to harbor
[werkwoord]

to hold or possess something within

herbergen, bevatten

herbergen, bevatten

Ex: The fortress was said to harbor untold riches within its walls .Er werd gezegd dat het fort onnoemlijke rijkdommen **herbergde** binnen zijn muren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to feature
[werkwoord]

to have something as a prominent or distinctive aspect or characteristic

presenteren, omvatten

presenteren, omvatten

Ex: The car featured advanced safety options such as automatic emergency braking .De auto **bood** geavanceerde veiligheidsopties zoals automatische noodremming.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to constitute
[werkwoord]

to contribute to the structure or makeup of something

vormen, uitmaken

vormen, uitmaken

Ex: The distinct architectural styles and historical landmarks constitute the city 's unique identity .De verschillende architectonische stijlen en historische bezienswaardigheden **vormen** de unieke identiteit van de stad.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to house
[werkwoord]

to provide space for storing something, often in a designated location

herbergen, onderbrengen

herbergen, onderbrengen

Ex: The city plans to house emergency supplies in strategic locations for disaster preparedness.De stad plant om noodvoorraden op strategische locaties **op te slaan** voor rampenparaatheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to incorporate
[werkwoord]

to include something as part of a larger whole or system

opnemen, integreren

opnemen, integreren

Ex: The presentation incorporated multimedia elements to make it more engaging .De presentatie **incorporerde** multimedi-elementen om het boeiender te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to entail
[werkwoord]

to require or involve certain actions, conditions, or consequences as a necessary part of a situation or decision

met zich meebrengen, vereisen

met zich meebrengen, vereisen

Ex: Pursuing a career in medicine entails years of studying and practical experience .Een carrière in de geneeskunde nastreven **vereist** jaren van studie en praktische ervaring.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to overlap
[werkwoord]

to extend across and cover a part of something else

overlappen, elkaar overlappen

overlappen, elkaar overlappen

Ex: The responsibilities of the two departments overlapped, causing confusion .De verantwoordelijkheden van de twee afdelingen **overlapten**, wat verwarring veroorzaakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
component
[zelfstandig naamwoord]

an element or part that creates a larger whole when with the other elements or parts

component, element

component, element

Ex: The software requires several components to run smoothly .De software vereist verschillende **componenten** om soepel te draaien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
composition
[zelfstandig naamwoord]

the different elements that form something or the arrangement of these elements

samenstelling, opbouw

samenstelling, opbouw

Ex: Analyzing the composition of soil helps farmers determine its fertility and nutrient content for optimal crop growth .Het analyseren van de **samenstelling** van de grond helpt boeren om de vruchtbaarheid en het gehalte aan voedingsstoffen te bepalen voor een optimale gewasgroei.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
makeup
[zelfstandig naamwoord]

the combination or arrangement of parts or qualities that form an individual or entity

samenstelling, opbouw

samenstelling, opbouw

Ex: The demographic makeup of the neighborhood has changed over the years .De demografische **samenstelling** van de buurt is in de loop der jaren veranderd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inclusive
[bijvoeglijk naamwoord]

including everything or everyone, without excluding any particular group or element

inclusief, alomvattend

inclusief, alomvattend

Ex: The inclusive recreational program offered activities and events that catered to people of all abilities and interests .Het **inclusieve** recreatieve programma bood activiteiten en evenementen die gericht waren op mensen van alle vaardigheden en interesses.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inherent
[bijvoeglijk naamwoord]

inseparable essential part or quality of someone or something that is in their nature

inherent, wezenlijk

inherent, wezenlijk

Ex: Freedom of speech is an inherent right that should be protected in a democratic society .Vrijheid van meningsuiting is een **aangeboren** recht dat beschermd moet worden in een democratische samenleving.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
discrete
[bijvoeglijk naamwoord]

individually separate and easily identifiable

discreet, afzonderlijk

discreet, afzonderlijk

Ex: The colors on the spectrum are discrete, with each hue being distinct from the others .De kleuren op het spectrum zijn **discreet**, waarbij elke tint zich onderscheidt van de andere.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
randomly
[bijwoord]

by chance and without a specific pattern, order, or purpose

willekeurig, toevallig

willekeurig, toevallig

Ex: The numbers were drawn randomly in the lottery .De nummers werden **willekeurig** getrokken in de loterij.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
thematically
[bijwoord]

in a manner that relates to the theme or central idea that connects elements within a work of art, literature, or discourse

thematisch

thematisch

Ex: The album is thematically diverse , covering themes of love , loss , and redemption .Het album is **thematisch** divers, met thema's van liefde, verlies en verlossing.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
anomalously
[bijwoord]

in a manner that deviates from what is standard, normal, or expected

afwijkend

afwijkend

Ex: The stock market reacted anomalously to the news , causing unexpected fluctuations .De aandelenmarkt reageerde **afwijkend** op het nieuws, wat onverwachte schommelingen veroorzaakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to catalog
[werkwoord]

to systematically organize and list items, information, or resources, often in a detailed and structured manner

catalogiseren, inventariseren

catalogiseren, inventariseren

Ex: After the expedition , the scientist meticulously cataloged specimens collected during the fieldwork .Na de expeditie **catalogiseerde** de wetenschapper zorgvuldig de tijdens het veldwerk verzamelde specimens.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to classify
[werkwoord]

to put people or things in different categories or groups

classificeren, categoriseren

classificeren, categoriseren

Ex: The botanist recently classified plants into different species based on their characteristics .De botanicus heeft onlangs planten **geclassificeerd** in verschillende soorten op basis van hun kenmerken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to categorize
[werkwoord]

to sort similar items into a specific group

categoriseren, indelen

categoriseren, indelen

Ex: We are categorizing customer feedback based on their satisfaction level .We **categoriseren** klantfeedback op basis van hun tevredenheidsniveau.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to associate
[werkwoord]

to make a connection between someone or something and another in the mind

associëren, verbinden

associëren, verbinden

Ex: The color red is commonly associated with passion and intensity across various cultures .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to assort
[werkwoord]

to classify or arrange into different categories or groups based on similarities or characteristics

classificeren, sorteren

classificeren, sorteren

Ex: The software allows users to assort photos into albums based on date or location .De software stelt gebruikers in staat om foto's in albums te **sorteren** op basis van datum of locatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to represent
[werkwoord]

to serve as an instance that embodies the characteristics, qualities, or traits associated with a particular category or concept

vertegenwoordigen, symboliseren

vertegenwoordigen, symboliseren

Ex: The vintage car , with its design and engineering , represents an era when craftsmanship and elegance were highly valued .De vintage auto, met zijn ontwerp en techniek, **vertegenwoordigt** een tijdperk waarin vakmanschap en elegantie zeer gewaardeerd werden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to symbolize
[werkwoord]

to represent a more important or hidden meaning

symboliseren

symboliseren

Ex: The golden key that opened the mysterious chest symbolized the discovery of hidden knowledge in the ancient legend .De gouden sleutel die de mysterieuze kist opende, **symboliseerde** de ontdekking van verborgen kennis in de oude legende.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to exemplify
[werkwoord]

to clearly demonstrate a trait that is associated with a specific idea or category

illustreren,  belichamen

illustreren, belichamen

Ex: By the time he opened his own restaurant , the chef had exemplified a perfect balance of flavors , showcasing his expertise in the kitchen .Tegen de tijd dat hij zijn eigen restaurant opende, had de chef een perfecte balans van smaken **geïllustreerd**, wat zijn expertise in de keuken liet zien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to embody
[werkwoord]

to include or represent something as an essential part within a larger entity or concept

belichamen, vertegenwoordigen

belichamen, vertegenwoordigen

Ex: The painting embodies the artist 's emotions and experiences .Het schilderij **belichaamt** de emoties en ervaringen van de kunstenaar.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to epitomize
[werkwoord]

to serve as a typical example or embodiment of a concept, idea, or category

belichamen, symboliseren

belichamen, symboliseren

Ex: The current political debates are epitomizing the deep divisions in American society .De huidige politieke debatten **verpersoonlijken** de diepe verdeeldheid in de Amerikaanse samenleving.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
criteria
[zelfstandig naamwoord]

the particular characteristics that are considered when evaluating something

criteria, normen

criteria, normen

Ex: The criteria for this research study include patient age and medical history .De **criteria** voor dit onderzoeksonderzoek omvatten de leeftijd van de patiënt en zijn medische geschiedenis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ideal
[zelfstandig naamwoord]

someone or something considered to possess unmatched or unparalleled qualities of perfection

ideaal, voorbeeld

ideaal, voorbeeld

Ex: He aspires to meet the ideal of a dedicated and reliable employee .Hij streeft ernaar om het **ideaal** van een toegewijde en betrouwbare werknemer te bereiken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
parameter
[zelfstandig naamwoord]

a measurable characteristic or attribute that defines the properties, behavior, or functioning of a system, process, or phenomenon

parameter, variabele

parameter, variabele

Ex: In medical diagnostics , blood pressure is an essential parameter for assessing cardiovascular health .In medische diagnostiek is bloeddruk een essentiële **parameter** voor het beoordelen van de cardiovasculaire gezondheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
baseline
[zelfstandig naamwoord]

the initial point from which measurements or comparisons are made

uitgangspunt, basislijn

uitgangspunt, basislijn

Ex: The coach assessed each player 's skills to establish a baseline for training sessions .De coach beoordeelde de vaardigheden van elke speler om een **uitgangspunt** voor de trainingssessies vast te stellen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
attribute
[zelfstandig naamwoord]

a specific characteristic or statistic that represents a particular aspect of a character or entity in a game, influencing their abilities and interactions within the game's mechanics and systems

attribuut, eigenschap

attribuut, eigenschap

Ex: The healer ’s wisdom attribute affects the potency of their healing spells in the game .Het **attribuut** wijsheid van de genezer beïnvloedt de kracht van hun genezende spreuken in het spel.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trait
[zelfstandig naamwoord]

a distinguishing quality or characteristic, especially one that forms part of someone's personality or identity

kenmerk,  karakteristiek

kenmerk, karakteristiek

Ex: His sense of humor was a trait that made him beloved by his friends .Zijn gevoel voor humor was een **eigenschap** die hem geliefd maakte bij zijn vrienden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
characteristic
[zelfstandig naamwoord]

the whole number part of a logarithm, which represents the exponent of the base when expressing the number in scientific notation

kenmerk, geheel getal deel

kenmerk, geheel getal deel

Ex: In log₂(32 ) , the characteristic is 5 , because 32 is equal to 2⁵.In log₂(32) is de **karakteristiek** 5, omdat 32 gelijk is aan 2⁵.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
property
[zelfstandig naamwoord]

a feature or quality of something

eigenschap, kenmerk

eigenschap, kenmerk

Ex: Elasticity is a material property that measures its ability to return to its original shape after being deformed .**Elasticiteit** is een **eigenschap** van een materiaal dat meet hoe goed het terug kan keren naar zijn oorspronkelijke vorm na vervorming.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
feature
[zelfstandig naamwoord]

an important or distinctive aspect of something

kenmerk, functie

kenmerk, functie

Ex: The magazine article highlighted the chef 's innovative cooking techniques as a key feature of the restaurant 's success .Het tijdschriftartikel benadrukte de innovatieve kooktechnieken van de chef als een belangrijk **kenmerk** van het succes van het restaurant.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
exception
[zelfstandig naamwoord]

a person or thing that does not follow a general rule or is excluded from a class or group

uitzondering, speciaal geval

uitzondering, speciaal geval

Ex: The car insurance policy includes coverage for most damages, with the exception of those caused by natural disasters.De autoverzekeringspolis dekt de meeste schade, met **uitzondering** van schade veroorzaakt door natuurrampen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ratio
[zelfstandig naamwoord]

the relation between two amounts indicating how much larger one value is than the other

verhouding, ratio

verhouding, ratio

Ex: Engineers often use the power-to-weight ratio to evaluate the performance of engines in vehicles .Ingenieurs gebruiken vaak de power-to-weight ratio om de prestaties van motoren in voertuigen te evalueren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
reference
[zelfstandig naamwoord]

a point of comparison or a standard used to evaluate or measure something

referentie, verwijspunt

referentie, verwijspunt

Ex: The map 's scale provides a reference for calculating distances between locations .De schaal van de kaart biedt een **referentie** voor het berekenen van afstanden tussen locaties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
eligible
[bijvoeglijk naamwoord]

possessing the right to do or have something because of having the required qualifications

in aanmerking komend, gekwalificeerd

in aanmerking komend, gekwalificeerd

Ex: Citizens who meet the income requirements are eligible to receive government assistance .Burgers die aan de inkomenseisen voldoen, komen **in aanmerking** voor overheidssteun.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
formulaic
[bijvoeglijk naamwoord]

following a predictable or established form, pattern, or formula

stereotiep, conventioneel

stereotiep, conventioneel

Ex: The marketing campaign 's success was attributed to its formulaic approach in targeting specific demographics .Het succes van de marketingcampagne werd toegeschreven aan zijn **formuleachtige** aanpak om specifieke demografieën te targeten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
indiscriminate
[bijvoeglijk naamwoord]

not considering the distinctions

onverschillig,  zonder onderscheid

onverschillig, zonder onderscheid

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Wiskunde en Logica SAT
LanGeek
LanGeek app downloaden