pattern

Cambridge IELTS 18 - Academisch - Test 1 - Lezen - Passage 2 (1)

Hier vind je de woordenschat uit Test 1 - Lezen - Passage 2 (1) in het Cambridge IELTS 18 - Academic cursusboek, om je te helpen voorbereiden op je IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge IELTS 18 - Academic
practice
[zelfstandig naamwoord]

the act of applying or implementing an idea, theory, or plan into real-world actions or activities

praktijk

praktijk

Ex: His practice of the new exercise routine helped him achieve better fitness results .Zijn **beoefening** van de nieuwe trainingsroutine hielp hem betere fitnessresultaten te behalen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
abundant
[bijvoeglijk naamwoord]

existing or available in large quantities

overvloedig, rijkelijk

overvloedig, rijkelijk

Ex: During the rainy season , the region experiences abundant rainfall .Tijdens het regenseizoen ervaart de regio **overvloedige** regenval.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
traditional
[bijvoeglijk naamwoord]

belonging to or following the methods or thoughts that are old as opposed to new or different ones

traditioneel, klassiek

traditioneel, klassiek

Ex: The company ’s traditional dress code requires formal attire , while other workplaces are adopting casual policies .De **traditionele** kledingcode van het bedrijf vereist formele kleding, terwijl andere werkplekken een casual beleid hanteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to compete
[werkwoord]

to try to achieve a better result compared to that of other people or things

wedijveren, concurreren

wedijveren, concurreren

Ex: Students compete to get the highest grades in the class .Studenten **concurreren** om de hoogste cijfers in de klas te halen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
desirable
[bijvoeglijk naamwoord]

worth doing or having

wenselijk, aantrekkelijk

wenselijk, aantrekkelijk

Ex: The new smartphone boasted many desirable features , including a high-resolution camera and long battery life .De nieuwe smartphone pronkte met veel **wenselijke** functies, waaronder een camera met hoge resolutie en een lange batterijduur.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
regeneration
[zelfstandig naamwoord]

forming again (especially with improvements or removal of defects); renewing and reconstituting

regeneratie,  vernieuwing

regeneratie, vernieuwing

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vulnerable
[bijvoeglijk naamwoord]

easily hurt, often due to weakness or lack of protection

kwetsbaar, weerloos

kwetsbaar, weerloos

Ex: The stray dog , injured and alone , appeared vulnerable on the streets .De zwerfhond, gewond en alleen, leek **kwetsbaar** op straat.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
specifically
[bijwoord]

only for one certain type of person or thing

specifiek,  exclusief

specifiek, exclusief

Ex: The guidelines were established specifically for new employees , outlining company protocols .De richtlijnen zijn **specifiek** opgesteld voor nieuwe werknemers, waarbij de bedrijfsprotocollen worden uiteengezet.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to target
[werkwoord]

to aim or direct something, such as an action or effort, towards a specific goal or objective

richten, targeten

richten, targeten

Ex: The company is targeting a new market with their latest product .Het bedrijf **mikt** op een nieuwe markt met hun nieuwste product.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
suitable
[bijvoeglijk naamwoord]

appropriate for a certain situation or purpose

geschikt, passend

geschikt, passend

Ex: The book contains content that is suitable for young readers .Het boek bevat inhoud die **geschikt** is voor jonge lezers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
combustion
[zelfstandig naamwoord]

the process of burning, characterized by the chemical reaction between a fuel and oxygen that produces heat and light

verbranding, het verbrandingsproces

verbranding, het verbrandingsproces

Ex: Understanding combustion is essential in designing efficient energy systems .Het begrijpen van **verbranding** is essentieel bij het ontwerpen van efficiënte energiesystemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
boiler
[zelfstandig naamwoord]

a closed vessel in which water is heated to create steam or hot water, used for heating buildings, producing electricity, or powering machines

ketel, stoomgenerator

ketel, stoomgenerator

Ex: Boilers in power plants convert water into steam to drive turbines .**Ketels** in energiecentrales zetten water om in stoom om turbines aan te drijven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
power
[zelfstandig naamwoord]

the energy that is obtained through different means, such as electrical or solar, to operate different equipment or machines

energie, vermogen

energie, vermogen

Ex: The computer shut down suddenly due to a power surge .De computer sloot plotseling af vanwege een **stroom**piek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
facility
[zelfstandig naamwoord]

a place or a building is designed and equipped for a specific function, such as healthcare, education, etc.

faciliteit, instelling

faciliteit, instelling

Ex: The school district built a new educational facility to accommodate growing enrollment .Het schooldistrict bouwde een nieuwe educatieve voorziening om de groeiende inschrijving te accommoderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
coal
[zelfstandig naamwoord]

a type of fossil fuel, which is black and found in the ground, typically used as a source of energy

steenkool, kool

steenkool, kool

Ex: Despite efforts to transition to cleaner energy sources , coal remains an important fuel in many countries due to its abundance and affordability .Ondanks inspanningen om over te schakelen op schonere energiebronnen, blijft **steenkool** een belangrijke brandstof in veel landen vanwege de overvloed en betaalbaarheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
plant
[zelfstandig naamwoord]

a place, such as a factory, in which an industrial process happens or where power is produced

fabriek, centrale

fabriek, centrale

Ex: We could see the smoke rising from the industrial plant on the outskirts of town.We konden de rook zien opstijgen van de industriële **fabriek** aan de rand van de stad.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to incorporate
[werkwoord]

to include something as part of a larger whole or system

opnemen, integreren

opnemen, integreren

Ex: The presentation incorporated multimedia elements to make it more engaging .De presentatie **incorporerde** multimedi-elementen om het boeiender te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stream
[zelfstandig naamwoord]

a steady, ongoing flow of something, like information, data, or objects

stroom, stroming

stroom, stroming

Ex: The social media platform experienced a stream of new users .Het sociale mediaplatform ervoer een **stroom** van nieuwe gebruikers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to gasify
[werkwoord]

turn into gas

vergassen, omzetten in gas

vergassen, omzetten in gas

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
generation
[zelfstandig naamwoord]

the production of heat or electricity

opwekking, productie

opwekking, productie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fuel
[zelfstandig naamwoord]

any substance that can produce energy or heat when burned

brandstof, brandmiddel

brandstof, brandmiddel

Ex: The fireplace was stocked with plenty of fuel to keep us warm .De open haard was voorzien van veel **brandstof** om ons warm te houden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ethanol
[zelfstandig naamwoord]

a type of alcohol fuel produced from renewable sources such as corn or sugarcane

ethanol, ethylalcohol

ethanol, ethylalcohol

Ex: She supported ethanol production for its environmental benefits .Ze steunde de productie van **ethanol** vanwege de milieuvoordelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gasoline
[zelfstandig naamwoord]

a liquid used by cars, trucks, etc. as a fuel

benzine, brandstof

benzine, brandstof

Ex: The car would n’t start because it ran out of gasoline.De auto wilde niet starten omdat de **benzine** op was.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lorry
[zelfstandig naamwoord]

a large, heavy motor vehicle designed for transporting goods or materials over long distances

vrachtwagen

vrachtwagen

Ex: He drove the lorry carefully , ensuring that the heavy cargo was secure for the journey .Hij reed de **vrachtwagen** voorzichtig, ervoor zorgend dat de zware lading veilig was voor de reis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
approach
[zelfstandig naamwoord]

a way of doing something or dealing with a problem

aanpak, methode

aanpak, methode

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
strongly
[bijwoord]

to a large or significant degree

sterk, krachtig

sterk, krachtig

Ex: The industry is strongly dominated by a few major players .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to cut down
[werkwoord]

to cut through something at its base in order to make it fall

omhakken, kappen

omhakken, kappen

Ex: Clearing the backyard required cutting down overgrown bushes and shrubs with a sharp implement.Het opruimen van de achtertuin vereiste het **kappen** van overwoekerde struiken en heesters met een scherp gereedschap.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to allow
[werkwoord]

to make sure one has a sufficient amount of something such as time, food, money, etc. available for a specific purpose

reserveren, toewijzen

reserveren, toewijzen

Ex: We need to allow a budget of $ 1,000 for repairs .We moeten een budget van $1.000 **toestaan** voor reparaties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to remain
[werkwoord]

to stay in existence after other parts or elements have disappeared or been used up

blijven, voortbestaan

blijven, voortbestaan

Ex: After the fire , only the foundation of the building remained.Na de brand **bleef** alleen de fundering van het gebouw over.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
invasive
[bijvoeglijk naamwoord]

aggressively intruding or spreading into a space or situation where something is unwelcome or harmful

invasief, binnendringend

invasief, binnendringend

Ex: The invasive procedures used by the company to collect data raised privacy concerns among users .De **invasieve** procedures die het bedrijf gebruikte om gegevens te verzamelen, riepen privacyzorgen op bij gebruikers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bioenergy
[zelfstandig naamwoord]

a form of energy that is produced from organic or biological sources, which can be naturally replaced

bio-energie, biologische energie

bio-energie, biologische energie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sustainable
[bijvoeglijk naamwoord]

using natural resources in a way that causes no harm to the environment

duurzaam,  milieuvriendelijk

duurzaam, milieuvriendelijk

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
factor
[zelfstandig naamwoord]

one of the things that affects something or contributes to it

factor, element

factor, element

Ex: The proximity to good schools was a deciding factor in choosing their new home .De nabijheid van goede scholen was een beslissende **factor** bij het kiezen van hun nieuwe huis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
species
[zelfstandig naamwoord]

a group that animals, plants, etc. of the same type which are capable of producing healthy offspring with each other are divided into

soort, soorten

soort, soorten

Ex: The monarch butterfly is a species of butterfly that migrates thousands of miles each year .De monarchvlinder is een **soort** vlinder die elk jaar duizenden kilometers migreert.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
function
[zelfstandig naamwoord]

a particular activity of a person or thing or their purpose

functie, rol

functie, rol

Ex: The function of the liver is to detoxify chemicals and metabolize drugs .De **functie** van de lever is het ontgiften van chemicaliën en het metaboliseren van medicijnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
accessibility
[zelfstandig naamwoord]

the quality or state of being easily reached, entered, used, or understood by everyone, regardless of any physical or mental limitations

toegankelijkheid

toegankelijkheid

Ex: Accessibility to healthcare is a fundamental human right .**Toegankelijkheid** tot gezondheidszorg is een fundamenteel mensenrecht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
given
[bijvoeglijk naamwoord]

stated or specified; acknowledged or supposed

gegeven, gespecificeerd

gegeven, gespecificeerd

Ex: They adapted quickly to the given constraints of the project .Ze pasten zich snel aan aan de **gegeven** beperkingen van het project.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
timber
[zelfstandig naamwoord]

trees grown to be used in carpentry or construction

hout, stam

hout, stam

Ex: The carpenter admired the fine grain of the oak timber, knowing it would make excellent furniture .De timmerman bewonderde de fijne nerf van het eiken**hout**, wetende dat het uitstekend meubilair zou maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
log
[zelfstandig naamwoord]

a segment of the trunk of a tree when stripped of branches

blok,  boomstam

blok, boomstam

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
landowner
[zelfstandig naamwoord]

a holder or proprietor of land

grondbezitter

grondbezitter

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
habitat
[zelfstandig naamwoord]

the place or area in which certain animals, birds, or plants naturally exist, lives, and grows

habitat, natuurlijke omgeving

habitat, natuurlijke omgeving

Ex: Cacti are well adapted to the dry habitat of the desert .Cactussen zijn goed aangepast aan de droge **habitat** van de woestijn.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stem
[zelfstandig naamwoord]

the main part of a plant that connects the roots to the twigs, leaves, and flowers

stengel

stengel

Ex: She carefully cut the stems of the flowers before arranging them in a vase to ensure they absorbed water properly .Ze sneed voorzichtig de **stengels** van de bloemen af voordat ze ze in een vaas schikte om ervoor te zorgen dat ze goed water opnamen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trunk
[zelfstandig naamwoord]

the main wooden body of a tree

stam, boomstam

stam, boomstam

Ex: The trunk of the tree showed signs of damage from a recent storm , with several large cracks .De **stam** van de boom vertoonde tekenen van schade door een recente storm, met verschillende grote scheuren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
likewise
[bijwoord]

used when introducing additional information to a statement that has just been made

evenzo, op dezelfde manier

evenzo, op dezelfde manier

Ex: He was concerned about the budget , and the investors likewise had financial worries .Hij was bezorgd over het budget, en de investeerders hadden **eveneens** financiële zorgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to suffer
[werkwoord]

to have an illness or disease

lijden, ziek zijn

lijden, ziek zijn

Ex: The elderly man suffered from arthritis , finding it increasingly challenging to perform simple tasks like tying his shoes .De oudere man **leed** aan artritis en vond het steeds uitdagender om eenvoudige taken zoals het strikken van zijn schoenen uit te voeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
woodworker
[zelfstandig naamwoord]

makes things out of wood

houtbewerker, meubelmaker

houtbewerker, meubelmaker

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
solely
[bijwoord]

with no one or nothing else involved

uitsluitend, alleen

uitsluitend, alleen

Ex: The rule exists solely to prevent misuse of funds .De regel bestaat **uitsluitend** om misbruik van fondsen te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
norm
[zelfstandig naamwoord]

a standard or expectation that guides behavior within a group or society

norm, standaard

norm, standaard

Ex: It has become the norm to work from home in many industries .Het is de **norm** geworden om vanuit huis te werken in veel industrieën.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to leave behind
[werkwoord]

to discard or abandon someone or something as no longer relevant or important to one's present or future

achterlaten, opgeven

achterlaten, opgeven

Ex: The former athlete left behind the glory days of his competitive career , embracing a quieter life as a coach .De voormalige atleet **liet** de glorieuze dagen van zijn competitieve carrière **achter zich**, en omarmde een rustiger leven als coach.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
formed
[bijvoeglijk naamwoord]

having or given a form or shape

gevormd, gesmeed

gevormd, gesmeed

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
suited
[bijvoeglijk naamwoord]

fitting for a specific purpose, situation, or person

geschikt, passend

geschikt, passend

Ex: The movie is not suited for young children.De film is niet **geschikt** voor jonge kinderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
site
[zelfstandig naamwoord]

an area of land on which something is, was, or will be constructed

locatie, terrein

locatie, terrein

Ex: We visited the historical site where the decisive battle took place .We bezochten de historische **plek** waar de beslissende slag plaatsvond.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
high-grading
[zelfstandig naamwoord]

the practice of selecting and keeping only the best or most valuable parts of something and leaving the rest behind, often used in mining, fishing, or logging

selectie van het beste, selectieve sortering

selectie van het beste, selectieve sortering

Ex: High-grading has become a serious problem in the fishing industry .**High-grading** is een serieus probleem geworden in de visserijindustrie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
legacy
[zelfstandig naamwoord]

a lasting result or effect from past actions or events, often influencing the present or future

erfenis, nalatenschap

erfenis, nalatenschap

Ex: The pollution in the river is a legacy of past industrial waste .De vervuiling in de rivier is een **erfenis** van vroegere industriële afvalstoffen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stand
[zelfstandig naamwoord]

a group of plants, especially trees, of the same species growing together in a particular area

bestand, boomgroep

bestand, boomgroep

Ex: The forest had a dense stand of pine trees .Het bos had een dicht **bestand** van dennenbomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
low-use
[bijvoeglijk naamwoord]

not frequently or widely used, typically because of being lower in quality or less in demand

weinig gebruikt, laag gebruik

weinig gebruikt, laag gebruik

Ex: Researchers are studying how low-use wood can contribute to greener energy .Onderzoekers bestuderen hoe **weinig gebruikt** hout kan bijdragen aan groenere energie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge IELTS 18 - Academisch
LanGeek
LanGeek app downloaden