pattern

Cambridge IELTS 16 - Academisch - Test 1 - Luisteren - Deel 2

Hier vind je de woordenschat van Test 1 - Luisteren - Deel 2 in het Cambridge IELTS 16 - Academic cursusboek, om je te helpen voorbereiden op je IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge IELTS 16 - Academic
major
[bijvoeglijk naamwoord]

serious and of great importance

belangrijk, ernstig

belangrijk, ernstig

Ex: The major decision to expand operations overseas was met with cautious optimism .Het **grote** besluit om de activiteiten overzee uit te breiden werd ontvangen met voorzichtig optimisme.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
manufacturer
[zelfstandig naamwoord]

a person, company, or country that produces large numbers of products

fabrikant, producent

fabrikant, producent

Ex: A well-known toy manufacturer launched a line of eco-friendly products for children .Een bekende speelgoed**fabrikant** heeft een lijn van milieuvriendelijke producten voor kinderen gelanceerd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
work experience
[zelfstandig naamwoord]

the knowledge, skills, and understanding gained from performing jobs or tasks in a professional setting

werkervaring, arbeidservaring

werkervaring, arbeidservaring

Ex: The job requires at least two years of relevant work experience.De functie vereist minimaal twee jaar relevante **werkervaring**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
managing director
[zelfstandig naamwoord]

a senior executive or business leader who is responsible for the overall management and direction of a company or organization

algemeen directeur, manager

algemeen directeur, manager

Ex: As managing director, he oversees all company operations .Als **algemeen directeur** houdt hij toezicht op alle bedrijfsactiviteiten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
founder
[zelfstandig naamwoord]

someone who starts or creates something like a company or organization

oprichter, stichter

oprichter, stichter

Ex: The founder of the organization was passionate about helping children .De **oprichter** van de organisatie was gepassioneerd over het helpen van kinderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to set up
[werkwoord]

to establish a fresh entity, such as a company, system, or organization

oprichten, vestigen

oprichten, vestigen

Ex: After months of planning and coordination , the entrepreneurs finally set up their own software development company in the heart of the city .Na maanden van planning en coördinatie hebben de ondernemers eindelijk hun eigen softwareontwikkelingsbedrijf in het hart van de stad **opgericht**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
apprenticeship
[zelfstandig naamwoord]

a formal training where an apprentice learns a trade or craft through practical experience under the guidance of a skilled mentor

leerlingschap, stage

leerlingschap, stage

Ex: She chose an electrician apprenticeship to acquire the necessary skills for a career in the electrical industry .Ze koos voor een **leerplaats** als elektricien om de nodige vaardigheden te verwerven voor een carrière in de elektrische industrie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
steel
[zelfstandig naamwoord]

a type of hard metal that is made of a mixture of iron and carbon, used in construction of buildings, vehicles, etc.

staal, hard metaal

staal, hard metaal

Ex: The ship was built with steel to withstand the harsh conditions at sea .Het schip is gebouwd met **staal** om de harde omstandigheden op zee te weerstaan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
determined
[bijvoeglijk naamwoord]

having or displaying a strong will to achieve a goal despite the challenges or obstacles

vastberaden

vastberaden

Ex: Her determined spirit inspired everyone around her to work harder .Haar **vastberaden** geest inspireerde iedereen om haar heen om harder te werken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to manufacture
[werkwoord]

to produce products in large quantities by using machinery

produceren, vervaardigen

produceren, vervaardigen

Ex: They manufacture medical equipment for hospitals .Ze **produceren** medische apparatuur voor ziekenhuizen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
component
[zelfstandig naamwoord]

a part that combines with others to form a larger whole, often separable and functional within a system

component, element

component, element

Ex: The software requires several components to run smoothly .De software vereist verschillende **componenten** om soepel te draaien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to come about
[werkwoord]

to happen, often unexpectedly

gebeuren, plaatsvinden

gebeuren, plaatsvinden

Ex: The unexpected delay came about due to severe weather conditions .De onverwachte vertraging **kwam** door ernstige weersomstandigheden **tot stand**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
automotive
[bijvoeglijk naamwoord]

related to the design, development, and maintenance of cars and other vehicles

automobiel,  voertuig

automobiel, voertuig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
delay
[zelfstandig naamwoord]

time during which some action is awaited

vertraging, uitstel

vertraging, uitstel

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
healthcare
[zelfstandig naamwoord]

the health services and treatments given to people

gezondheidszorg, medische zorg

gezondheidszorg, medische zorg

Ex: Advances in technology have revolutionized modern healthcare, making treatments more effective and accessible .Vooruitgang in technologie heeft de moderne **gezondheidszorg** gerevolutioneerd, waardoor behandelingen effectiever en toegankelijker zijn geworden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
premises
[zelfstandig naamwoord]

the building and its surrounding land owned or used by a business

terrein, gebouw

terrein, gebouw

Ex: The landlord conducted regular inspections to ensure that tenants were maintaining the premises in good condition .De verhuurder voerde regelmatig inspecties uit om ervoor te zorgen dat huurders het **pand** in goede staat onderhielden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
considerably
[bijwoord]

by a significant amount or to a significant extent

aanzienlijk, beduidend

aanzienlijk, beduidend

Ex: The renovations enhanced the property 's value considerably.De renovaties hebben de waarde van het pand **aanzienlijk** verhoogd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
layout
[zelfstandig naamwoord]

the specific way by which a building, book page, garden, etc. is arranged

indeling, lay-out

indeling, lay-out

Ex: The interior decorator considered the layout of the furniture in the living room , aiming for both functionality and aesthetics .De interieurontwerper overwoog **de indeling** van het meubilair in de woonkamer, met het oog op zowel functionaliteit als esthetiek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
machinery
[zelfstandig naamwoord]

machines, especially large ones, considered collectively

machinerie, industriële uitrusting

machinerie, industriële uitrusting

Ex: The workers received training on how to safely operate the new machinery introduced to the workshop .De werknemers kregen training in het veilig bedienen van de nieuwe **machinerie** die in de werkplaats werd geïntroduceerd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
altogether
[bijwoord]

in every way or to the fullest degree

helemaal, volledig

helemaal, volledig

Ex: The room was altogether silent after she left .De kamer was **helemaal** stil nadat ze vertrok.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to get on
[werkwoord]

to develop or perform in a positive or successful way

vorderen, vooruitgaan

vorderen, vooruitgaan

Ex: He 's getting on very well at school , earning top grades in his classes .Hij **doet het** erg goed op school en behaalt de hoogste cijfers in zijn lessen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
reception
[zelfstandig naamwoord]

the place or desk usually at a hotel entrance where people go to book a room or check in

receptie, balie

receptie, balie

Ex: They requested a room with a sea view at the reception.Ze vroegen om een kamer met uitzicht op zee bij de **receptie**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
welcoming
[bijvoeglijk naamwoord]

showing warmth and friendliness to a guest or visitor

gastvrij, welkom

gastvrij, welkom

Ex: The organization prided itself on its welcoming culture, ensuring that everyone felt included and respected.De organisatie was trots op haar **gastvrije** cultuur, ervoor zorgend dat iedereen zich welkom en gerespecteerd voelde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
corridor
[zelfstandig naamwoord]

a long narrow way in a building that has doors on either side opening into different rooms

gang, corridor

gang, corridor

Ex: The apartment building had a long , dimly lit corridor that stretched from the elevator to the fire exit at the end of the hall .Het appartementencomplex had een lange, schemerig verlichte **gang** die zich uitstrekte van de lift tot de nooduitgang aan het einde van de hal.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to run
[werkwoord]

to pass in a specific direction

rennen, passeren

rennen, passeren

Ex: The old tramlines are still visible, but no trams run along them now.De oude tramlijnen zijn nog steeds zichtbaar, maar er rijden nu geen trams meer op.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to face
[werkwoord]

to be oriented with the face or front pointing toward a particular direction

gericht zijn, kijken

gericht zijn, kijken

Ex: Their living room faces south , making it warm and bright throughout the day .Hun woonkamer **kijkt** uit op het zuiden, waardoor het de hele dag warm en licht is.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
warehouse
[zelfstandig naamwoord]

a large place in which raw materials or produced goods are stored before they are sold or distributed

magazijn, opslagplaats

magazijn, opslagplaats

Ex: Security measures in the warehouse include surveillance cameras and restricted access to protect valuable merchandise .Beveiligingsmaatregelen in het **magazijn** omvatten bewakingscamera's en beperkte toegang om waardevolle goederen te beschermen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to access
[werkwoord]

to reach or to be able to reach and enter a place

toegang krijgen tot, de mogelijkheid hebben om toegang te krijgen tot

toegang krijgen tot, de mogelijkheid hebben om toegang te krijgen tot

Ex: Visitors can access the museum by purchasing tickets at the main entrance .Bezoekers kunnen het museum **betreden** door tickets te kopen bij de hoofdingang.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
turning
[zelfstandig naamwoord]

the part in a path that separates into two paths with different directions

bocht

bocht

Ex: There ’s a turning ahead , so be cautious and watch for oncoming traffic .Er komt een **bocht** aan, dus wees voorzichtig en let op het tegenverkeer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
courtyard
[zelfstandig naamwoord]

an area with no roof that is partially or completely surrounded by walls, often forming a part of a large building

binnenplaats, hof

binnenplaats, hof

Ex: The restaurant had an outdoor courtyard where diners could eat under the stars .Het restaurant had een buiten **binnenplaats** waar gasten onder de sterren konden eten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
keen
[bijvoeglijk naamwoord]

having a strong enthusiasm, desire, or excitement for something or someone

enthousiast, gepassioneerd

enthousiast, gepassioneerd

Ex: He has a keen passion for playing the guitar .Hij heeft een **grote passie** voor het bespelen van de gitaar.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
canteen
[zelfstandig naamwoord]

a restaurant or cafeteria located in a workplace, such as a factory or school, where employees or students can purchase and eat food

kantine, eetzaal

kantine, eetzaal

Ex: They renovated the school canteen to make it more spacious .Ze hebben de school**kantine** gerenoveerd om deze ruimtelijker te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
access road
[zelfstandig naamwoord]

a road providing access to another road or to a specific place

toegangsweg, oprit

toegangsweg, oprit

Ex: The fire trucks used the access road behind the building to get to the scene .De brandweerwagens gebruikten de **toegangsweg** achter het gebouw om naar de plaats van het incident te gaan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

used to indicate a sense of hesitancy, concern, or regret when communicating with others

Ex: I'm afraid we can't offer you a refund for that item.Our policy only allows for exchanges.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
daylight
[zelfstandig naamwoord]

light during the daytime

daglicht, dag

daglicht, dag

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
human resources
[zelfstandig naamwoord]

(in an organization, company, etc.) a department that is in charge of hiring new employees and training them

personeelszaken, human resources

personeelszaken, human resources

Ex: She contacted human resources to ask about her salary increase .Ze nam contact op met **human resources** om te vragen naar haar salarisverhoging.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to head
[werkwoord]

to move toward a particular direction

zich begeven, gaan

zich begeven, gaan

Ex: Right now , the students are actively heading to the library to study .Op dit moment **gaan** de studenten actief naar de bibliotheek om te studeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
boardroom
[zelfstandig naamwoord]

a room where the board of directors meet

vergaderzaal, bestuurskamer

vergaderzaal, bestuurskamer

Ex: Important decisions about company strategy are often made in the boardroom.Belangrijke beslissingen over bedrijfsstrategie worden vaak gemaakt in de **vergaderzaal**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to found
[werkwoord]

to create or establish an organization or place, especially by providing the finances

oprichten, stichten

oprichten, stichten

Ex: They found a research institute dedicated to environmental conservation .Ze hebben een onderzoeksinstituut **opgericht** dat is gewijd aan milieubescherming.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
program
[zelfstandig naamwoord]

a course of study or curriculum offered by an educational institution

programma

programma

Ex: As part of the language immersion program, students spend a semester abroad to enhance their fluency and cultural understanding .Als onderdeel van het **programma** voor taalonderdompeling brengen studenten een semester in het buitenland door om hun vloeiendheid en cultureel begrip te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to carry out
[werkwoord]

to execute a decision, order, or directive

uitvoeren, volbrengen

uitvoeren, volbrengen

Ex: In times of emergency , the police force must be ready to carry out orders to maintain public safety .In tijden van nood moet de politie paraat staan om bevelen **uit te voeren** om de openbare veiligheid te handhaven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
refurbishment
[zelfstandig naamwoord]

the process or act of making a room or building look more attractive by repairing, redecorating or cleaning it

opknappen, renovatie

opknappen, renovatie

Ex: They hired a team of specialists for the refurbishment of the historic theater .Ze hebben een team van specialisten ingehuurd voor de **renovatie** van het historische theater.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
research and development
[zelfstandig naamwoord]

the planned work done by companies to discover new knowledge and use it to make or improve products, services, or processes

onderzoek en ontwikkeling

onderzoek en ontwikkeling

Ex: The government increased funds for Research and Development in clean energy.De overheid verhoogde de fondsen voor **onderzoek en ontwikkeling** in schone energie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to orientate
[werkwoord]

to adjust one's position or direction relative to a reference point

zich oriënteren, zich positioneren

zich oriënteren, zich positioneren

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge IELTS 16 - Academisch
LanGeek
LanGeek app downloaden