pattern

Cambridge IELTS 16 - Academisch - Test 1 - Lezen - Passage 3 (1)

Hier vind je de woordenschat van Test 1 - Lezen - Passage 3 (1) in het Cambridge IELTS 16 - Academic cursusboek, om je te helpen bij de voorbereiding op je IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge IELTS 16 - Academic
consultancy
[zelfstandig naamwoord]

the practice of giving professional advice within a particular field

advies

advies

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
workforce
[zelfstandig naamwoord]

all the individuals who work in a particular company, industry, country, etc.

arbeidskrachten, personeel

arbeidskrachten, personeel

Ex: Economic growth is often influenced by the productivity and size of the workforce.Economische groei wordt vaak beïnvloed door de productiviteit en de omvang van de **arbeidskrachten**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
occupation
[zelfstandig naamwoord]

a person's profession or job, typically the means by which they earn a living

beroep, baan

beroep, baan

Ex: She decided to change her occupation and pursue a career in healthcare to help others improve their well-being .Ze besloot haar **beroep** te veranderen en een carrière in de gezondheidszorg na te streven om anderen te helpen hun welzijn te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to adapt
[werkwoord]

to adjust oneself to fit into a new environment or situation

aanpassen, zich aanpassen

aanpassen, zich aanpassen

Ex: The team has adapted itself to the changing dynamics of remote work .Het team heeft zich **aangepast** aan de veranderende dynamiek van remote werken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
automation
[zelfstandig naamwoord]

the use of machines and computers in a production process that was formerly operated by people

automatisering

automatisering

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
embodied
[bijvoeglijk naamwoord]

(of something abstract) given a physical form

belichaamd, gemanifesteerd

belichaamd, gemanifesteerd

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
disruptive
[bijvoeglijk naamwoord]

interrupting or disturbing the normal flow or function of something

verstorend, ontwrichtend

verstorend, ontwrichtend

Ex: The disruptive influence of social media is reshaping how information is shared .De **verstorende** invloed van sociale media hervormt de manier waarop informatie wordt gedeeld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
labor
[zelfstandig naamwoord]

work, particularly difficult physical work

arbeid, werk

arbeid, werk

Ex: She hired additional labor to help with the extensive renovations on her house .Ze huurde extra **arbeidskrachten** in om te helpen met de uitgebreide renovaties aan haar huis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
disembodied
[bijvoeglijk naamwoord]

not having a material body

lichaamloos, immaterieel

lichaamloos, immaterieel

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
algorithm
[zelfstandig naamwoord]

a set of rules used by digital systems to decide what content to show users based on their behavior and preferences

algoritme, regelsysteem

algoritme, regelsysteem

Ex: News websites use algorithms to curate and prioritize articles for readers based on factors such as timeliness and popularity .Nieuwswebsites gebruiken **algoritmen** om artikelen voor lezers te selecteren en te prioriteren op basis van factoren zoals actualiteit en populariteit.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dependent on
[bijvoeglijk naamwoord]

being determined by conditions or circumstances that follow

afhankelijk van,  onderworpen aan

afhankelijk van, onderworpen aan

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to undertake
[werkwoord]

to take responsibility for something and start to do it

ondernemen, op zich nemen

ondernemen, op zich nemen

Ex: The team undertakes a comprehensive review of the project to identify areas for improvement .Het team **ondernemt** een uitgebreide evaluatie van het project om verbeterpunten te identificeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
contract
[zelfstandig naamwoord]

an official agreement between two or more sides that states what each of them has to do

contract

contract

Ex: The contract with the client includes deadlines for completing the project milestones .Het **contract** met de client bevat deadlines voor het voltooien van de projectmijlpalen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to gather
[werkwoord]

to bring things together in one place

verzamelen, bijeenbrengen

verzamelen, bijeenbrengen

Ex: The chef is gathering the ingredients for the recipe from the pantry and refrigerator .De chef-kok **verzamelt** de ingrediënten voor het recept uit de voorraadkast en de koelkast.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to outperform
[werkwoord]

to do better than someone or something

overtreffen, beter presteren dan

overtreffen, beter presteren dan

Ex: The innovative technology is designed to help businesses outperform their competitors in the industry .De innovatieve technologie is ontworpen om bedrijven te helpen hun concurrenten in de industrie te **overtreffen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to base on
[werkwoord]

to develop something using certain facts, ideas, situations, etc.

baseren op, grondvesten op

baseren op, grondvesten op

Ex: They based their decision on the market research findings.Ze **baseerden** hun beslissing op de bevindingen van het marktonderzoek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
productivity
[zelfstandig naamwoord]

(economics) the measure of how much is produced per input or time, reflecting efficiency in creating goods or services

productiviteit

productiviteit

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
enhancement
[zelfstandig naamwoord]

an improvement that makes something more agreeable

verbetering,  verfijning

verbetering, verfijning

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
consequence
[zelfstandig naamwoord]

a result, particularly an unpleasant one

gevolg, consequentie

gevolg, consequentie

Ex: He was unprepared for the financial consequences of his spending habits .Hij was niet voorbereid op de financiële **gevolgen** van zijn uitgavenpatroon.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cognitive
[bijvoeglijk naamwoord]

referring to mental processes involved in understanding, thinking, and remembering

cognitief, mentaal

cognitief, mentaal

Ex: Problem-solving requires cognitive skills such as critical thinking and decision-making .Probleemoplossing vereist **cognitieve** vaardigheden zoals kritisch denken en besluitvorming.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
extent
[zelfstandig naamwoord]

the point or degree to which something extends

omvang, mate

omvang, mate

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
telecommunication
[zelfstandig naamwoord]

(often plural) the branch of electrical engineering concerned with the technology of electronic communication at a distance

telecommunicatie, elektronische communicatie

telecommunicatie, elektronische communicatie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
telecom
[zelfstandig naamwoord]

(often plural) systems used in transmitting messages over a distance electronically

telecommunicatie, telecom

telecommunicatie, telecom

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
salesperson
[zelfstandig naamwoord]

a person whose job is selling goods

verkoper, handelsvertegenwoordiger

verkoper, handelsvertegenwoordiger

Ex: He asked the salesperson about the warranty for the TV .Hij vroeg de **verkoper** naar de garantie van de tv.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to assess
[werkwoord]

to form a judgment on the quality, worth, nature, ability or importance of something, someone, or a situation

beoordelen, evalueren

beoordelen, evalueren

Ex: The coach assessed the players ' skills during tryouts for the team .De coach **beoordeelde** de vaardigheden van de spelers tijdens de selecties voor het team.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to define
[werkwoord]

to characterize or determine the essential qualities or attributes of someone or something

definiëren, karakteriseren

definiëren, karakteriseren

Ex: The film 's haunting soundtrack and atmospheric cinematography define its tone .De onvergetelijke soundtrack en de sfeervolle cinematografie van de film **bepalen** de toon.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
campaign
[zelfstandig naamwoord]

a series of organized activities that are intended to achieve a particular goal

campagne

campagne

Ex: The vaccination campaign was successful in reaching vulnerable populations and preventing the spread of disease .De vaccinatie**campagne** was succesvol in het bereiken van kwetsbare populaties en het voorkomen van de verspreiding van ziekte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
short-sighted
[bijvoeglijk naamwoord]

only thinking about immediate benefits and not considering future consequences

kortzichtig, onverstandig

kortzichtig, onverstandig

Ex: Investors were concerned about the CEO ’s short-sighted focus on quarterly profits .Beleggers maakten zich zorgen over de **korte-termijnfocus** van de CEO op kwartaalwinsten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
whereby
[Voegwoord]

used to indicate the means or method by which something is achieved or brought about

waardoor, waarmee

waardoor, waarmee

Ex: The company introduced a rewards program whereby customers earn points for every purchase .Het bedrijf introduceerde een beloningsprogramma **waarbij** klanten punten verdienen voor elke aankoop.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
alternative
[bijvoeglijk naamwoord]

available as an option for something else

alternatief, vervangend

alternatief, vervangend

Ex: The alternative method saved them a lot of time .De **alternatieve** methode bespaarde hen veel tijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
exploration
[zelfstandig naamwoord]

a systematic consideration

verkenning, systematische overweging

verkenning, systematische overweging

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
experimentation
[zelfstandig naamwoord]

the testing of an idea

experimenteren

experimenteren

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
case
[zelfstandig naamwoord]

an example of a certain kind of situation

geval, voorbeeld

geval, voorbeeld

Ex: In the case of severe weather , the event will be postponed .In **geval** van ernstig weer wordt het evenement uitgesteld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to feed
[werkwoord]

to provide or supply something with the necessary material, resources, or energy to function

voeden, leveren

voeden, leveren

Ex: The computer feeds the server with data for processing .De computer **voedt** de server met gegevens voor verwerking.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to report
[werkwoord]

to give a written or spoken description of an event to someone

rapporteren

rapporteren

Ex: Witnesses reported seeing a suspicious vehicle parked outside the bank before the robbery occurred .Getuigen **meldden** een verdacht voertuig te hebben zien parkeren buiten de bank voordat de overval plaatsvond.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
scenario
[zelfstandig naamwoord]

a hypothetical sequence of events or a plausible situation that could unfold

scenario, hypothese

scenario, hypothese

Ex: The scientist presented a worst-case scenario for climate change, emphasizing the need for immediate action.De wetenschapper presenteerde een worst-case-**scenario** voor klimaatverandering, waarbij hij de noodzaak van onmiddellijke actie benadrukte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
objective
[zelfstandig naamwoord]

a goal that one wants to achieve

doel

doel

Ex: Achieving the objective required careful strategy and dedication.Het bereiken van het **doel** vereiste een zorgvuldige strategie en toewijding.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
transparent
[bijvoeglijk naamwoord]

clear enough to be easily understood

transparant, helder

transparant, helder

Ex: The company 's transparent policies helped clarify the terms for all employees .Het **transparante** beleid van het bedrijf hielp de voorwaarden voor alle werknemers te verduidelijken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dilemma
[zelfstandig naamwoord]

a situation that is difficult because a choice must be made between two or more options that are equally important

dilemma

dilemma

Ex: The environmentalists faced a dilemma: support clean energy projects that displaced local communities or oppose them for social justice reasons .De milieuactivisten stonden voor een **dilemma**: schone energieprojecten steunen die lokale gemeenschappen verdreven of zich ertegen verzetten om sociale rechtvaardigheidsredenen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
expertise
[zelfstandig naamwoord]

high level of skill, knowledge, or proficiency in a particular field or subject matter

expertise,  vaardigheid

expertise, vaardigheid

Ex: The lawyer 's expertise in contract law ensured that the legal agreements were thorough and enforceable .De **expertise** van de advocaat in contractenrecht zorgde ervoor dat de juridische overeenkomsten grondig en afdwingbaar waren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
occupational
[bijvoeglijk naamwoord]

related to a particular occupation, profession, or job

beroepsmatig, gerelateerd aan werk

beroepsmatig, gerelateerd aan werk

Ex: Occupational health services promote wellness and prevent work-related injuries .**Arbeidsgerelateerde** gezondheidsdiensten bevorderen welzijn en voorkomen werkgerelateerde letsels.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
boundary
[zelfstandig naamwoord]

a limit that defines distinctions or separations between particular elements, such as ideas, cultures, or rules

grens, begrenzing

grens, begrenzing

Ex: Violating someone 's boundaries can lead to feelings of discomfort , mistrust , or resentment in interpersonal interactions .Het overtreden van iemands **grenzen** kan leiden tot gevoelens van ongemak, wantrouwen of wrok in interpersoonlijke interacties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
market intelligence
[zelfstandig naamwoord]

information collected about customers, competitors, and market trends that helps a business make better decisions and stay competitive

marktintelligentie, marktinformatie

marktintelligentie, marktinformatie

Ex: The report is based on market intelligence collected over six months.Het rapport is gebaseerd op **marktintelligentie** die over een periode van zes maanden is verzameld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
account manager
[zelfstandig naamwoord]

a person who manages relationships with clients, ensuring their needs are met and helping maintain business between the client and the company

accountmanager, relatiebeheerder

accountmanager, relatiebeheerder

Ex: The account manager contacted the client to discuss new services.De **accountmanager** nam contact op met de klant om nieuwe diensten te bespreken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to creep
[werkwoord]

(of something) to slowly and steadily spread or move, often in a way that is hard to notice at first

kruipen, zich langzaam verspreiden

kruipen, zich langzaam verspreiden

Ex: Corruption crept into the organization quietly but deeply.Corruptie **sloop** stilletjes maar diep de organisatie binnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge IELTS 16 - Academisch
LanGeek
LanGeek app downloaden