pattern

Cambridge IELTS 16 - Academisch - Test 4 - Lezen - Passage 1

Hier vind je de woordenschat van Test 4 - Lezen - Passage 1 in het Cambridge IELTS 16 - Academic cursusboek, om je te helpen bij de voorbereiding op je IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge IELTS 16 - Academic
asia minor
[zelfstandig naamwoord]

a peninsula in southwestern Asia that forms the Asian part of Turkey

Klein-Azië, Anatolië

Klein-Azië, Anatolië

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to adopt
[werkwoord]

to accept, embrace, or incorporate a particular idea, practice, or belief into one's own behavior or lifestyle

adopteren, omarmen

adopteren, omarmen

Ex: Many individuals adopt a minimalist lifestyle to promote sustainabilityVeel individuen **adopteren** een minimalistische levensstijl om duurzaamheid te bevorderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
construction
[zelfstandig naamwoord]

the process of building or creating something, such as structures, machines, or infrastructure

bouw

bouw

Ex: Road construction caused delays in traffic.Weg**aanleg** veroorzaakte vertragingen in het verkeer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
civilization
[zelfstandig naamwoord]

a society that has developed its own culture and institutions in a particular period of time or place

beschaving, maatschappij

beschaving, maatschappij

Ex: The rise of civilization in Mesopotamia marked the beginning of recorded history .De opkomst van de **beschaving** in Mesopotamië markeerde het begin van de geregistreerde geschiedenis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
territory
[zelfstandig naamwoord]

a geographic area belonging to or ruled by a government or authority

gebied, territorium

gebied, territorium

Ex: Citizens of the territory voted in a referendum to decide on their future political status .De burgers van het **gebied** stemden in een referendum om te beslissen over hun toekomstige politieke status.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
settlement
[zelfstandig naamwoord]

an area where a group of families or people live together, often in a newly established community

nederzetting, kolonie

nederzetting, kolonie

Ex: There was little infrastructure in the settlement when it was first built .Er was weinig infrastructuur in de **nederzetting** toen deze voor het eerst werd gebouwd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
millennium
[zelfstandig naamwoord]

a period of one thousand years, usually calculated from the year of the birth of Jesus Christ

millennium, duizend jaar

millennium, duizend jaar

Ex: Futurists speculate about technological advancements that may shape the next millennium.Futuristen speculeren over technologische vooruitgang die het volgende **millennium** zou kunnen vormen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

a secular designation used to represent dates in the Gregorian calendar before the traditional reference point of the birth of Jesus Christ

voor de gewone tijdrekening, voor onze jaartelling

voor de gewone tijdrekening, voor onze jaartelling

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to consist of
[werkwoord]

to be formed from particular parts or things

bestaan uit, samengesteld zijn uit

bestaan uit, samengesteld zijn uit

Ex: The success of the recipe largely consists of the unique combination of spices used .Het succes van het recept **bestaat** grotendeels uit de unieke combinatie van gebruikte kruiden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
post
[zelfstandig naamwoord]

a sturdy pole made of metal or timber that is dug into the ground to be used as a marker or support something

paal, pilaar

paal, pilaar

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shaft
[zelfstandig naamwoord]

a long vertical passage sunk into the earth, as for a mine or tunnel

schacht, schoorsteen

schacht, schoorsteen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
interval
[zelfstandig naamwoord]

the distance between things

interval, afstand

interval, afstand

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to excavate
[werkwoord]

to dig a hole or make a channel in the ground

graven, uitgraven

graven, uitgraven

Ex: The landscapers excavated a pond in the garden to create a water feature .De landschapsarchitecten **groeven** een vijver in de tuin om een waterpartij te creëren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
soil
[zelfstandig naamwoord]

the black or brownish substance consisted of organic remains, rock particles, and clay that forms the upper layer of earth where trees or other plants grow

aarde, bodem

aarde, bodem

Ex: Farmers test the soil regularly to ensure it has the necessary nutrients for crops .Boeren testen regelmatig de **bodem** om ervoor te zorgen dat deze de nodige voedingsstoffen voor gewassen bevat.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ventilation
[zelfstandig naamwoord]

the act of supplying fresh air and getting rid of foul air

ventilatie,  luchtverversing

ventilatie, luchtverversing

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
canal
[zelfstandig naamwoord]

a long and artificial passage built and filled with water for ships to travel along or used to transfer water to other places

kanaal, waterweg

kanaal, waterweg

Ex: The canal was widened to accommodate larger ships .Het **kanaal** werd verbreed om grotere schepen te kunnen accommoderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
remarkably
[bijwoord]

in a way that is unusually impressive, effective, or surprising

opmerkelijk, op een opmerkelijke manier

opmerkelijk, op een opmerkelijke manier

Ex: Despite the challenges , she responded remarkably with poise and clarity .Ondanks de uitdagingen reageerde ze **opmerkelijk** met kalmte en duidelijkheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to pass on
[werkwoord]

to transfer knowledge, traditions, or skills to another person or group, often to ensure they are preserved or continued

doorgeven, nalaten

doorgeven, nalaten

Ex: She passed the family recipes on to her daughter to ensure they wouldn't be forgotten.Ze heeft de familierecepten **doorgegeven** aan haar dochter om ervoor te zorgen dat ze niet vergeten zouden worden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to equip
[werkwoord]

to provide with the tools, resources, or items necessary for a specific purpose or activity

uitrusten, toerusten

uitrusten, toerusten

Ex: The fitness center is designed to equip gym-goers with a variety of exercise machines for their workouts .Het fitnesscentrum is ontworpen om sportschoolbezoekers te **voorzien** van een verscheidenheid aan oefenmachines voor hun trainingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
handhold
[zelfstandig naamwoord]

an appendage to hold onto

handvat, vasthoudpunt

handvat, vasthoudpunt

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
foothold
[zelfstandig naamwoord]

a place providing support for the foot in standing or climbing

steunpunt, voetsteun

steunpunt, voetsteun

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lid
[zelfstandig naamwoord]

the removable cover at the top of a container

deksel, afdekking

deksel, afdekking

Ex: She accidentally dropped the lid, making a loud clatter on the kitchen floor .Ze liet per ongeluk het **deksel** vallen, wat een hard gekletter op de keukenvloer veroorzaakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
plumb line
[zelfstandig naamwoord]

a cord from which a metal weight is suspended pointing directly to the earth's center of gravity; used to determine the vertical from a given point

schietlood, paslood

schietlood, paslood

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rod
[zelfstandig naamwoord]

a long and slender object, typically made of metal or wood, that is straight or nearly straight

staaf, stang

staaf, stang

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
slope
[zelfstandig naamwoord]

the measure of how steep a line is, found by dividing the change in height by the change in horizontal distance

helling

helling

Ex: When graphing data , the slope indicates the rate of change between variables .Bij het in grafieken weergeven van gegevens geeft de **helling** de veranderingssnelheid tussen variabelen aan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Common Era
[bijwoord]

used with a date to refer to things happened or existed after the birth of Christ

onze jaartelling, na Christus

onze jaartelling, na Christus

Ex: The American Declaration of Independence was adopted on July 4, 1776 CE.De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring werd aangenomen op 4 juli 1776 **onze jaartelling**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to drain
[werkwoord]

to empty or remove liquid from a container or area

afgieten, leegmaken

afgieten, leegmaken

Ex: She had to drain the water from the sink after washing the dishes .Ze moest het water uit de gootsteen **afvoeren** na het afwassen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
approximately
[bijwoord]

used to say that something such as a number or amount is not exact

ongeveer, bij benadering

ongeveer, bij benadering

Ex: The temperature is expected to reach approximately 25 degrees Celsius tomorrow .De temperatuur wordt morgen verwacht **ongeveer** 25 graden Celsius te bereiken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
practical
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a method, idea, or plan) likely to be successful or effective

praktisch, effectief

praktisch, effectief

Ex: She offered a practical solution to the problem that could be implemented immediately .Ze bood een **praktische** oplossing voor het probleem die onmiddellijk kon worden geïmplementeerd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
alternative
[zelfstandig naamwoord]

any of the available possibilities that one can choose from

alternatief,  optie

alternatief, optie

Ex: When the restaurant was full , we had to consider an alternative for dinner .Toen het restaurant vol was, moesten we een **alternatief** overwegen voor het diner.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
surveying
[zelfstandig naamwoord]

the practice of measuring angles and distances on the ground so that they can be accurately plotted on a map

landmeten,  kadaster

landmeten, kadaster

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
geometry
[zelfstandig naamwoord]

the branch of mathematics that deals with the relation between the lines, angles and surfaces or the properties of the space

meetkunde

meetkunde

Ex: Ancient civilizations like the Greeks advanced the study of geometry.Oude beschavingen zoals de Grieken bevorderden de studie van **geometrie**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
adjustment
[zelfstandig naamwoord]

the act of making something suitable or adapting to specific circumstances by making necessary changes or modifications

aanpassing,  aanpassing

aanpassing, aanpassing

Ex: The adjustment in the budget allowed the project to continue without delays .De **aanpassing** in het budget maakte het mogelijk dat het project zonder vertraging werd voortgezet.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
geological
[bijvoeglijk naamwoord]

related to the study or processes of the Earth's structure, composition, and history

geologisch

geologisch

Ex: Geological fault lines are areas where tectonic plates meet and can cause earthquakes.**Geologische** breuklijnen zijn gebieden waar tektonische platen elkaar ontmoeten en aardbevingen kunnen veroorzaken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to deviate
[werkwoord]

to diverge or stray from the usual or planned path

afwijken, zich verwijderen

afwijken, zich verwijderen

Ex: The hikers unintentionally deviated from the marked trail .De wandelaars zijn onbedoeld **afgeweken** van het gemarkeerde pad.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
set
[bijvoeglijk naamwoord]

determined or decided upon as by an authority

vastgesteld, bepaald

vastgesteld, bepaald

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
constantly
[bijwoord]

in a way that continues without any pause

voortdurend,  onophoudelijk

voortdurend, onophoudelijk

Ex: The street was constantly busy with pedestrians and traffic .De straat was **constant** druk met voetgangers en verkeer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to penetrate
[werkwoord]

to move through something, typically overcoming resistance

doordringen, binnendringen

doordringen, binnendringen

Ex: The drill easily penetrated the hard surface , creating a hole .De boor drong gemakkelijk door het harde oppervlak, waardoor een gat ontstond.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mouth
[zelfstandig naamwoord]

an opening that resembles a mouth (as of a cave or a gorge)

mond,  opening

mond, opening

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deviation
[zelfstandig naamwoord]

separation from accepted norms, standards, or expected patterns of conduct

afwijking, deviatie

afwijking, deviatie

Ex: The strict community did not tolerate any deviation from its traditional values .De strikte gemeenschap duldde geen **afwijking** van haar traditionele waarden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inscription
[zelfstandig naamwoord]

words, letters, or symbols that are engraved, carved, or written on a surface, often for commemorative, informational, or decorative purposes

inscriptie, gravure

inscriptie, gravure

Ex: The memorial statue featured an inscription honoring the fallen soldiers of the war .Het herdenkingsbeeld bevatte een **inscriptie** ter ere van de gevallen soldaten van de oorlog.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
aqueduct
[zelfstandig naamwoord]

a channel or pipeline used to transport water over a long distance, usually from a remote source to a town or city

aquaduct, waterleiding

aquaduct, waterleiding

Ex: Villagers relied on the aqueduct for their daily supply of water .De dorpsbewoners vertrouwden op het **aquaduct** voor hun dagelijkse watervoorziening.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lateral
[bijvoeglijk naamwoord]

situated at or directed toward the side or sides

lateraal, zijdelings

lateraal, zijdelings

Ex: Lateral movements in animals , such as crabs , help them navigate their environments .**Zijwaartse** bewegingen bij dieren, zoals krabben, helpen hen hun omgeving te navigeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
link
[zelfstandig naamwoord]

a relationship or connection between two or more things or people

koppeling, relatie

koppeling, relatie

Ex: The link between the two events was not immediately obvious .Het **verband** tussen de twee gebeurtenissen was niet meteen duidelijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
initial
[bijvoeglijk naamwoord]

related to the beginning of a series or process

initieel, eerste

initieel, eerste

Ex: We made some initial progress on the project , but there is still much work to be done .We hebben wat **initiële** vooruitgang geboekt op het project, maar er is nog veel werk te doen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
obstacle
[zelfstandig naamwoord]

a physical object that blocks movement or progress

obstakel, hindernis

obstakel, hindernis

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mineral extraction
[zelfstandig naamwoord]

crushing and separating ore into valuable substances or waste by any of a variety of techniques

mineraalwinning, mijnbouw

mineraalwinning, mijnbouw

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to locate
[werkwoord]

to discover the exact position or place of something or someone

lokaliseren, opspeuren

lokaliseren, opspeuren

Ex: She used GPS to locate the nearest gas station .Ze gebruikte GPS om het dichtstbijzijnde tankstation te **lokaliseren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mineral vein
[zelfstandig naamwoord]

a layer of ore between layers of rock

mineraalader, ertslaag

mineraalader, ertslaag

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to pursue
[werkwoord]

to go after someone or something, particularly to catch them

achtervolgen, navolgen

achtervolgen, navolgen

Ex: The dog enthusiastically pursued the bouncing tennis ball .De hond achtervolgde enthousiast de stuiterende tennisbal.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trace
[zelfstandig naamwoord]

an indication or evidence of the former presence or existence of something

spoor, teken

spoor, teken

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to mine
[werkwoord]

to extract resources from the earth by digging

delven, ontginnen

delven, ontginnen

Ex: In some regions , salt is mined by excavating salt deposits .In sommige regio's wordt zout **gedolven** door zoutafzettingen op te graven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sole
[bijvoeglijk naamwoord]

existing without any others of the same type

enige, alleen

enige, alleen

Ex: He was the sole heir to his grandfather 's estate .Hij was de **enige** erfgenaam van het landgoed van zijn grootvader.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
straightforward
[bijvoeglijk naamwoord]

easy to comprehend or perform without any difficulties

eenvoudig, rechttoe rechtaan

eenvoudig, rechttoe rechtaan

Ex: The task was straightforward, taking only a few minutes to complete .De taak was **eenvoudig**, het duurde maar een paar minuten om te voltooien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to quench
[werkwoord]

cool (hot metal) by plunging into cold water or other liquid

afschrikken, koelen door onderdompeling

afschrikken, koelen door onderdompeling

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to crack
[werkwoord]

to break on the surface without falling into separate pieces

barsten, scheuren

barsten, scheuren

Ex: The painter noticed the old canvas beginning to crack, indicating the need for restoration .De schilder merkte op dat het oude doek begon te **barsten**, wat de noodzaak voor restauratie aangaf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rate
[zelfstandig naamwoord]

the relative speed of progress or change

snelheid, tempo

snelheid, tempo

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
in contrast
[bijwoord]

used to highlight the differences between two or more things or people

in tegenstelling, daarentegen

in tegenstelling, daarentegen

Ex: The two siblings have very different personalities — Tom is outgoing and sociable , while his sister Emily is shy and reserved , by contrast .De twee broers en zussen hebben heel verschillende persoonlijkheden—Tom is extravert en sociaal, terwijl zijn zus Emily verlegen en gereserveerd is, **in tegenstelling**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
patron
[zelfstandig naamwoord]

an individual who financially supports an artist, charity, cause, etc.

mecenas, weldoener

mecenas, weldoener

Ex: Recognizing the importance of education , the generous couple became patrons of a scholarship fund , offering financial assistance to deserving students .Erkennend het belang van onderwijs, werd het genereuze paar **beschermheer** van een studiebeursfonds, waarbij ze financiële hulp boden aan verdienstelijke studenten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to divert
[werkwoord]

to cause someone or something to change direction

omleiden, afleiden

omleiden, afleiden

Ex: The marathon route was diverted through scenic neighborhoods to showcase more of the city 's landmarks .De marathonroute werd **omgeleid** door schilderachtige wijken om meer bezienswaardigheden van de stad te laten zien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to threaten
[werkwoord]

to indicate a potential danger or risk to someone or something

bedreigen, een bedreiging vormen

bedreigen, een bedreiging vormen

Ex: The lack of cybersecurity measures could threaten the integrity of sensitive information .Het ontbreken van cyberbeveiligingsmaatregelen kan de integriteit van gevoelige informatie **bedreigen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
harbor
[zelfstandig naamwoord]

a sheltered area of water along the coast where ships, boats, and other vessels can anchor safely, typically protected from rough seas by natural or artificial barriers

haven, schuilplaats

haven, schuilplaats

Ex: They built a new marina in the harbor to accommodate more yachts .Ze hebben een nieuwe jachthaven gebouwd in de **haven** om meer jachten te herbergen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to indicate
[werkwoord]

to show, point out, or suggest the existence, presence, or nature of something

aangeven, tonen

aangeven, tonen

Ex: The chart indicates a trend in sales .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
water table
[zelfstandig naamwoord]

underground surface below which the ground is wholly saturated with water

grondwaterstand, watertafel

grondwaterstand, watertafel

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cross-section
[bijvoeglijk naamwoord]

representing a plane made by cutting across something at right angles to its length

dwars, doorsnede

dwars, doorsnede

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to attach
[werkwoord]

to physically connect or fasten something to another thing

bevestigen, vastmaken

bevestigen, vastmaken

Ex: The landlord attached a list of rules and regulations to the lease agreement for the tenants to review .De verhuurder **hechtte** een lijst met regels en voorschriften aan de huurovereenkomst voor de huurders om te bekijken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
experienced
[bijvoeglijk naamwoord]

possessing enough skill or knowledge in a certain field or job

ervaren

ervaren

Ex: The experienced traveler knows how to navigate foreign countries and cultures with ease .De **ervaren** reiziger weet hoe hij gemakkelijk door vreemde landen en culturen kan navigeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to carve
[werkwoord]

to shape or create by cutting or sculpting, often using tools or a sharp instrument

snijden, beeldhouwen

snijden, beeldhouwen

Ex: The artisan carved delicate designs onto the surface of the pottery .De ambachtsman **kerfde** delicate ontwerpen in het oppervlak van het aardewerk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
corridor
[zelfstandig naamwoord]

a narrow area of land that connects two larger places or follows along something like a road or river

corridor, doorgang

corridor, doorgang

Ex: The river formed a natural corridor through the mountains.De rivier vormde een natuurlijke **corridor** door de bergen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge IELTS 16 - Academisch
LanGeek
LanGeek app downloaden