InloggenSamentrekkingen Voor Beginners
Wat Zijn Samentrekkingen?
Samentrekkingen in het Engels zijn verkorte vormen van woorden, waarbij twee woorden worden gecombineerd en sommige letters worden verwijderd.
Hoe Maak Je Samentrekkingen?
Om samentrekkingen te maken, wordt een enkele apostrof gebruikt ter vervanging van de verwijderde letter.
I’m here. → I am here.
Ik ben hier.
She’s here → She is here.
Zij is hier.
Wanneer Gebruik Je Samentrekkingen?
Samentrekkingen worden in verschillende contexten gebruikt. Hier zijn enkele van de belangrijkste:
Samentrekkingen van 'To Be' Werkwoorden
De verschillende vormen van het werkwoord 'to be', waaronder 'am', 'is' en 'are', kunnen worden ingekort. Bijvoorbeeld:
She’s coming. → She is coming.
Ze komt eraan.
We’re talking → We are talking
We zijn aan het praten.
volledige vorm | samentrekkingen | Nederlandse gelijkwaardig |
|---|---|---|
I am | I'm | ik ben |
you are | you're | jij bent/jullie zijn/u bent |
he is | he's | hij is |
she is | she's | zij is |
it is | it's | het is |
we are | we're | wij zijn |
they are | they're | zij zijn |
Negatieve Hulpwerkwoorden en Modale Werkwoorden
'Not' wordt gebruikt om werkwoorden negatief te maken. Om een ingekorte vorm van het negatieve werkwoord te gebruiken, wordt de letter 'o' verwijderd en wordt een apostrof in de plaats gebruikt. Dit kan worden gedaan met zowel modale als hulpwerkwoorden.
volledige vorm | samentrekkingen |
|---|---|
are not | aren't |
is not | isn't |
was not | wasn't |
were not | weren't |
do not/does not | don't/doesn't |
did not | didn't |
have not/has not | haven't/hasn't |
had not | hadn't |
Waarschuwing!
Om de ingekorte vorm van 'I am not' te gebruiken, kan alleen het werkwoord 'to be' worden ingekort, niet de negatieve maker. De ingekorte vorm zal dus 'I'm not' zijn in plaats van 'I amn't'.
Modale werkwoorden worden ook negatief gemaakt door 'not' te gebruiken. Net als hulpwerkwoorden kunnen ze worden ingekort door de letter 'o' van 'not' te verwijderen. Bijvoorbeeld:
She shouldn't go. → She should not go.
Ze zou niet moeten gaan.
He can’t sing. → He cannot sing.
Hij kan niet zingen.
Quiz:
What is the correct contraction of "I am"?
I'am
Iam
I'm
Im
Which of these sentences uses the correct contraction?
I amn't going.
They’re not here.
She dont like it.
Were going.
Which is the correct contraction?
He’s not happy with the results.
He isn’t happy with the results.
He’s’nt happy with the results.
1 and 2
Fill in the blanks with the contracted form of the verbs in parentheses to complete the story.
Yesterday, I was at the park with my friend, Sarah. She was excited because (1) she
(be) going to a concert tonight. I asked her if she had any tickets, but she said, “I (2)
(do not) have them yet. I think I’ll buy them later.”
We were talking when her brother, Tom, arrived. He (3)
(did not) want to join us. He said, “(4) I
(be) busy today. I have to study for my exams.” Sarah said, “That’s too bad! You (5)
(should not) miss the concert, Tom.”
Fill in the table with the correct contracted forms.
you are | |
it is | |
we are | |
were not | |
does not | |
should not | |
cannot |
Reacties
(0)
Aanbevolen
