pattern

Cambridge English: CPE (C2 Proficiency) - Vorm, Textuur en Structuur

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge English: CPE (C2 Proficiency)
amorphous
[bijvoeglijk naamwoord]

not having a fixed structure, shape, or form

amorf, vormloos

amorf, vormloos

Ex: The gelatin dessert was still amorphous before chilling .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
aquiline
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person's nose) curved like an eagle's beak

arendsneus, gebogen als een arendssnavel

arendsneus, gebogen als een arendssnavel

Ex: Artists often gave their heroes aquiline noses to suggest nobility and strength.Kunstenaars gaven hun helden vaak **adelaarsneus** om adel en kracht te suggereren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
asunder
[bijwoord]

into separate pieces

aan stukken, uiteen

aan stukken, uiteen

Ex: The rivalry between the two factions threatened to tear the organization asunder.De rivaliteit tussen de twee facties dreigde de organisatie **aan stukken** te scheuren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
brittle
[bijvoeglijk naamwoord]

easily broken, cracked, or shattered due to the lack of flexibility and resilience

bros, broos

bros, broos

Ex: The cookie had a brittle texture , with a satisfying crunch as you took a bite .Het koekje had een **broze** textuur, met een bevredigende crunch toen je erin beet.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
concave
[bijvoeglijk naamwoord]

having a surface that is curved inward

hol, naar binnen gebogen

hol, naar binnen gebogen

Ex: The concave lens corrected his vision, allowing him to see distant objects more clearly.De **holle** lens corrigeerde zijn zicht, waardoor hij verre objecten duidelijker kon zien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
convex
[bijvoeglijk naamwoord]

having a surface that is curved outward

convex, naar buiten gebogen

convex, naar buiten gebogen

Ex: The artist used a convex mold to create the rounded sculpture .De kunstenaar gebruikte een **convexe** mal om de ronde sculptuur te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
malleable
[bijvoeglijk naamwoord]

capable of being hammered or manipulated into different forms without cracking or breaking

smeedbaar, vormbaar

smeedbaar, vormbaar

Ex: The heated plastic became malleable, allowing it to be molded into the desired shape before cooling and hardening .Het verwarmde plastic werd **buigzaam**, waardoor het in de gewenste vorm kon worden gegoten voordat het afkoelde en hard werd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pellucid
[bijvoeglijk naamwoord]

allowing light to pass through easily, resulting in exceptional clarity and transparency

doorzichtig, halfdoorzichtig

doorzichtig, halfdoorzichtig

Ex: The pellucid ice of the glacier revealed fascinating patterns and trapped bubbles, enhancing its natural beauty.Het **doorzichtige** ijs van de gletsjer onthulde fascinerende patronen en gevangen bubbels, wat zijn natuurlijke schoonheid verhoogde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
striated
[bijvoeglijk naamwoord]

marked with thin lines or grooves, often creating a pattern on a surface

gestreept, geribbeld

gestreept, geribbeld

Ex: The fabric had a striated design that gave it a unique appearance .De stof had een **gestreept** ontwerp dat het een uniek uiterlijk gaf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stratified
[bijvoeglijk naamwoord]

formed in distinct layers, typically referring to geological or physical structures

gelaagd, gevormd in afzonderlijke lagen

gelaagd, gevormd in afzonderlijke lagen

Ex: The sediment was stratified, each layer telling a different story.Het sediment was **gelaagd**, elke laag vertelde een ander verhaal.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tumid
[bijvoeglijk naamwoord]

enlarged beyond normal size, often due to internal pressure from fluid or gas

gezwollen, opgeblazen

gezwollen, opgeblazen

Ex: The insect bite left a tumid bump on his arm .De insectenbeet liet een **gezwollen** bult op zijn arm achter.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
viscous
[bijvoeglijk naamwoord]

thick and sticky, resembling the consistency of glue

visceus, plakkerig

visceus, plakkerig

Ex: The viscous substance oozed slowly from the container .De **viskeuze** substantie sijpelde langzaam uit de container.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crumbly
[bijvoeglijk naamwoord]

easily breaking into small pieces when pressed

brokkelig, kruimelig

brokkelig, kruimelig

Ex: The walls of the ancient ruins were crumbly and weathered, bearing the scars of centuries of erosion.De muren van de oude ruïnes waren **brokkelig** en verweerd, met de littekens van eeuwenlange erosie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
flimsy
[bijvoeglijk naamwoord]

likely to break due to the lack of strength or durability

broos, zwak

broos, zwak

Ex: The flimsy support beams in the old house made it unsafe to live in .De **zwakke** steunbalken in het oude huis maakten het onveilig om in te wonen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
malformed
[bijvoeglijk naamwoord]

having a structure that deviates from the expected or natural form

misvormd, vervormd

misvormd, vervormd

Ex: His handwriting was so malformed, it was nearly illegible .Zijn handschrift was zo **misvormd** dat het bijna onleesbaar was.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
soggy
[bijvoeglijk naamwoord]

lacking firmness or usual texture due to being soaked through with moisture or water

doorweekt, nat

doorweekt, nat

Ex: She stepped onto the soggy carpet and immediately felt the water squishing beneath her feet .Ze stapte op het **doorweekte** tapijt en voelde meteen het water onder haar voeten wegzakken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pliable
[bijvoeglijk naamwoord]

easily bent, shaped, or manipulated without breaking or cracking

buigzaam, vormbaar

buigzaam, vormbaar

Ex: The wire is pliable enough to be bent into intricate shapes for crafting or construction .De draad is **buigzaam** genoeg om in ingewikkelde vormen te worden gebogen voor handwerk of constructie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
corrugated
[bijvoeglijk naamwoord]

having a surface or structure that is shaped with parallel grooves, ridges, or folds, often used for added strength or flexibility

gegolfd, geribbeld

gegolfd, geribbeld

Ex: The cardboard display at the store featured corrugated panels, providing a sturdy backdrop for products.Het kartonnen display in de winkel bevatte **gegolfde** panelen, die een stevige achtergrond boden voor producten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rustic
[bijvoeglijk naamwoord]

crafted in a straightforward, unrefined manner using basic materials

rustiek, landelijk

rustiek, landelijk

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
unwieldy
[bijvoeglijk naamwoord]

difficult to move or control because of its large size, weight, or unsusal shape

onhandelbaar, moeilijk te besturen

onhandelbaar, moeilijk te besturen

Ex: He grappled with the unwieldy tent poles , trying to set up the camping shelter .Hij worstelde met de **onhandelbare** tentstokken, in een poging de campingopstelling te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to bifurcate
[werkwoord]

to split something into two distinct parts

verdelen, splitsen

verdelen, splitsen

Ex: In order to manage traffic more efficiently , the city planners decided to bifurcate the road .Om het verkeer efficiënter te beheren, besloten de stadsplanners de weg te **splitsen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bicameral
[bijvoeglijk naamwoord]

referring to a government structure where lawmaking power is divided between two distinct assemblies

tweekamerig, bicameraal

tweekamerig, bicameraal

Ex: The reform proposal aimed to replace the bicameral system with a single legislative body .Het hervormingsvoorstel was gericht op het vervangen van het **tweekamerstelsel** door een enkele wetgevende instantie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bifurcated
[bijvoeglijk naamwoord]

split into two distinct paths or components

vertakt, in tweeën gesplitst

vertakt, in tweeën gesplitst

Ex: The organization adopted a bifurcated structure , separating operations and strategy .De organisatie nam een **gespleten** structuur aan, waarbij operaties en strategie worden gescheiden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
kernel
[zelfstandig naamwoord]

the central or most important part of an idea, experience, or piece of information

kern, wezen

kern, wezen

Ex: His speech contained the kernel of a revolutionary idea .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
acute
[bijvoeglijk naamwoord]

having a pointed or narrow tip

spits, scherp

spits, scherp

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sodden
[bijvoeglijk naamwoord]

thoroughly soaked or saturated with liquid

doorweekt, verzadigd

doorweekt, verzadigd

Ex: Despite the sodden conditions , they pressed on with their hike , determined to reach their destination before nightfall .Ondanks de **doorweekt** omstandigheden gingen ze door met hun wandeling, vastbesloten om voor het vallen van de avond op hun bestemming aan te komen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tortuous
[bijvoeglijk naamwoord]

having a lot of twists

kronkelig, bochtig

kronkelig, bochtig

Ex: The tortuous road wound through the hills , making the drive difficult .De **kronkelende** weg slingerde door de heuvels, wat het rijden moeilijk maakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge English: CPE (C2 Proficiency)
LanGeek
LanGeek app downloaden