Cambridge English: CPE (C2 Proficiency) - Landbouw en Voedsel

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

agrarian

[bijvoeglijk naamwoord]

related to agriculture, farmers, or rural life

agrarisch, landbouw-

Ex: The agrarian landscape stretched for miles , with fields of crops as far as the eye could see .Het **agrarische** landschap strekte zich uit over mijlen, met akkers zo ver het oog reikte.

Sluiten

Inloggen

apiarist

[zelfstandig naamwoord]

someone who tends beehives, cares for bee colonies, and harvests honey and other hive products

imker, bijenhouder

Ex: A new apiarist joined a weekend workshop to learn proper hive setup and care .Een nieuwe **imker** sloot zich aan bij een weekendworkshop om de juiste opstelling en verzorging van bijenkasten te leren.

Sluiten

Inloggen

apiary

[zelfstandig naamwoord]

a location, such as a stand, shed, or field, where beekeepers maintain multiple beehives to harvest honey and other hive products

een bijenstal, een imkerij

Sluiten

Inloggen

apiculture

[zelfstandig naamwoord]

the maintenance of beehives and the health of bee colonies to harvest honey, beeswax, and other hive products, as well as to provide pollination services

bijenteelt, bijenhouderij

Ex: Scientists study apiculture techniques to combat threats like colony collapse disorder .Wetenschappers bestuderen **bijenteelt**-technieken om bedreigingen zoals colony collapse disorder te bestrijden.

Sluiten

Inloggen

arable

[bijvoeglijk naamwoord]

having the capacity to be used to grow crops

akkerbouw, geschikt voor bebouwing

Ex: Arable farming requires land that is suitable for growing crops .**Bouwland** vereist land dat geschikt is voor het verbouwen van gewassen.

Sluiten

Inloggen

to browse

[werkwoord]

to eat vegetation such as young shoots or foliage in a meadow, pasture, or woodland

grazen, bladeren eten

Sluiten

Inloggen

bucolic

[bijvoeglijk naamwoord]

of or pertaining to the life or work of herdsmen and shepherds

landelijk, bucolisch

Sluiten

Inloggen

chaff

[zelfstandig naamwoord]

seed coverings and other plant debris separated from grain

kaf, stoppel

Sluiten

Inloggen

fallow

[bijvoeglijk naamwoord]

(of farmland) not used for growing crops for a period of time, especially for the quality of the soil to improve

braak, onbebouwd

Sluiten

Inloggen

alimentary

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the provision or processing of nutrients necessary for growth and health

voedings-, voedzaam

Sluiten

Inloggen

bouillon

[zelfstandig naamwoord]

a broth made by simmering meat, fish, or vegetables with seasonings to yield a translucent liquid

bouillon, consommé

Ex: Homemade bouillon simmered with thyme and carrots added depth to the risotto .De zelfgemaakte **bouillon** die met tijm en wortelen is gepocheerd, voegde diepte toe aan de risotto.

Sluiten

Inloggen

calorific

[bijvoeglijk naamwoord]

(of food) dense in calories and may be fattening if eaten in excess

calorierijk, energierijk

Sluiten

Inloggen

to coddle

[werkwoord]

to cook something gently in water just below boiling point

zachtjes koken, pocheren

Ex: They have coddled the custard mixture over low heat to prevent curdling .Ze hebben het custardmengsel **zachtjes gekookt** op laag vuur om klonteren te voorkomen.

Sluiten

Inloggen

comestible

[bijvoeglijk naamwoord]

fit for human or animal consumption

eetbaar, geschikt voor consumptie

Sluiten

Inloggen

Cambridge English: CPE (C2 Proficiency)

LanGeek app downloaden