Cambridge English: CPE (C2 Proficiency) - Geur en Smaak
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
acerbity
[zelfstandig naamwoord]
a sharp, sour taste on the palate

scherpte, zuurheid
Ex: Grapefruit 's natural acerbity makes it a bold choice for morning cocktails .De natuurlijke **scherpte** van grapefruit maakt het een gedurfde keuze voor ochtendcocktails.
acetic
[bijvoeglijk naamwoord]
pertaining to or containing acetic acid

azijnzuur, azijnzuur
Ex: Pickled vegetables owe their signature flavor to acetic preservation .Ingemaakte groenten danken hun kenmerkende smaak aan **azijnzuur** conservering.
acidulous
[bijvoeglijk naamwoord]
slightly sour or acidic, not strongly so, often describing a mild tanginess

zuur, licht zuur
Ex: The yogurt was pleasantly acidulous, providing a nice contrast to the sweetness of the honey .De yoghurt was aangenaam **zuur**, wat een mooi contrast vormde met de zoetheid van de honing.
acrid
[bijvoeglijk naamwoord]
having an unpleasant and sharp smell or taste, especially causing a burning sensation

bijtend, scherp
Ex: When I accidentally bit into the spoiled fruit, its acrid flavor made me immediately spit it out.Toen ik per ongeluk in het bedorven fruit beet, deed de **scherpe** smaak me het meteen uitspugen.
redolent
[bijvoeglijk naamwoord]
possessing a pleasing smell

geurig, welriekend
Ex: The market was redolent with the scent of spices and fresh produce .Festivalgangers stapten een **geurige** hal binnen, kruidige cider warm en uitnodigend.
piquant
[bijvoeglijk naamwoord]
having a pleasantly sharp or spicy taste

pikant, kruidig
Ex: The dish had a piquant kick from the addition of fresh ginger and a dash of chili flakes .Het gerecht had een **pittige** smaak door de toevoeging van verse gember en een snufje chilivlokken.
brackish
[bijvoeglijk naamwoord]
having a distasteful or unpleasant taste, often due to a combination of saltiness and other impurities

brak, onaangename smaak
Ex: The brackish aftertaste of the seafood dish lingered unpleasantly in his mouth long after the meal was finished .De **brakke** nasmaak van het zeevruchtengerecht bleef nog lang onaangenaam in zijn mond hangen nadat de maaltijd was afgelopen.
gustatory
[bijvoeglijk naamwoord]
relating to the act, sensation, or study of taste

smaak-, betreffende de smaakzin
rank
[bijvoeglijk naamwoord]
having a strong and unpleasant taste or smell

scherp, stinkend
Ex: The expired seafood had a rank taste that left a lingering aftertaste in the diner's mouth.De verlopen zeevruchten hadden een **scherpe** smaak die een aanhoudende nasmaak in de mond van de diner achterliet.
| Cambridge English: CPE (C2 Proficiency) |
|---|
LanGeek app downloaden