B1 Woordenlijst - Stad en platteland

Hier leer je enkele Engelse woorden over de stad en het platteland, zoals "boomgaard", "sportschool", "voorstad", enz. voorbereid voor B1-leerders.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

cafe

[zelfstandig naamwoord]

a small restaurant that sells drinks and meals

café, koffiehuis

Ex: The French-style cafe boasted an extensive menu of gourmet sandwiches and desserts .Het Franse **café** bood een uitgebreid menu van gourmet sandwiches en desserts.

Sluiten

Inloggen

gallery

[zelfstandig naamwoord]

a place in which works of art are shown or sold to the public

galerij

Ex: The gallery offers workshops for aspiring artists to learn new techniques and improve their skills .De **galerie** biedt workshops voor aspirant-kunstenaars om nieuwe technieken te leren en hun vaardigheden te verbeteren.

Sluiten

Inloggen

nightclub

[zelfstandig naamwoord]

a place that is open during nighttime in which people can dance, eat, and drink

nachtclub, discotheek

Ex: The nightclub is known for hosting famous DJs and live music events .De **nachtclub** staat bekend om het hosten van beroemde dj's en live muziekevenementen.

Sluiten

Inloggen

fire station

[zelfstandig naamwoord]

a building where firefighters stay and have the tools they need to help with fires and other emergencies

brandweerkazerne

Ex: Firefighters at the station conducted routine equipment checks and maintenance to ensure readiness for any emergency call.Brandweerlieden op de **brandweerkazerne** voerden routinecontroles en onderhoud van apparatuur uit om de paraatheid voor elke noodoproep te waarborgen.

Sluiten

Inloggen

gym

[zelfstandig naamwoord]

a place with special equipment that people go to exercise or play sports

sportschool, gymzaal

Ex: I saw her lifting weights at the gym yesterday .Ik zag haar gestern gewichten tillen in de **sportschool**.

Sluiten

Inloggen

playground

[zelfstandig naamwoord]

a playing area built outdoors for children, particularly inside parks or schools

speelplaats, speeltuin

Ex: Safety mats were installed under the equipment in the playground.Veiligheidsmatten werden onder de apparatuur op de **speelplaats** geïnstalleerd.

Sluiten

Inloggen

barbershop

[zelfstandig naamwoord]

a shop where a barber works and men can get haircuts

kapperszaak, herenkapper

Sluiten

Inloggen

urban

[bijvoeglijk naamwoord]

addressing the structures, functions, or issues of cities and their populations

stedelijk, urban

Ex: Urban policy reforms aim to reduce traffic congestion in major cities .Hervormingen van het **stedelijk** beleid zijn gericht op het verminderen van verkeersopstoppingen in grote steden.

Sluiten

Inloggen

suburb

[zelfstandig naamwoord]

a residential area outside a city

voorstad, buitenwijk

Ex: In the suburb, neighbors often gather for community events , fostering a strong sense of camaraderie and support among residents .In de **voorstad** komen buren vaak samen voor gemeenschapsevenementen, wat een sterk gevoel van kameraadschap en steun onder de bewoners bevordert.

Sluiten

Inloggen

outskirts

[zelfstandig naamwoord]

the outer areas or parts of a city or town

buitenwijken, randgebieden

Ex: Commuting from the outskirts to the city center can be challenging during rush hour , as traffic congestion often slows down travel times significantly .Pendelen van de **buitenwijken** naar het stadscentrum kan tijdens de spits uitdagend zijn, omdat files de reistijd vaak aanzienlijk vertragen.

Sluiten

Inloggen

uptown

[zelfstandig naamwoord]

a town or city's upper area

woonwijk, bovenstad

Sluiten

Inloggen

inner city

[zelfstandig naamwoord]

an area close to the center of a city that usually suffers from economic problems

binnenstad, stadscentrum met economische problemen

Ex: The inner city is home to a diverse population , including immigrants , working-class families , and young professionals , contributing to its vibrant cultural scene .De **binnenstad** herbergt een diverse bevolking, waaronder immigranten, arbeidersgezinnen en jonge professionals, wat bijdraagt aan zijn levendige culturele scene.

Sluiten

Inloggen

community

[zelfstandig naamwoord]

a group of people who live in the same area

gemeenschap, collectiviteit

Ex: They moved to a new city and quickly became involved in their new community.Ze verhuisden naar een nieuwe stad en raakten snel betrokken bij hun nieuwe **gemeenschap**.

Sluiten

Inloggen

commuter

[zelfstandig naamwoord]

a person who regularly travels to city for work

forens, pendelaar

Ex: The train station was crowded with commuters heading to the city .Het treinstation was vol met **forenzen** op weg naar de stad.

Sluiten

Inloggen

population

[zelfstandig naamwoord]

the number of people who live in a particular city or country

bevolking

Ex: The government implemented measures to control the population growth.De regering heeft maatregelen genomen om de **bevolkings**groei onder controle te houden.

Sluiten

Inloggen

housing

[zelfstandig naamwoord]

buildings in which people live, including their condition, prices, or types

huisvesting, woning

Ex: Good housing conditions improve people ’s quality of life .Goede **huisvestingsomstandigheden** verbeteren de levenskwaliteit van mensen.

Sluiten

Inloggen

parking lot

[zelfstandig naamwoord]

an area in which people leave their vehicles

parkeerplaats, parkeerterrein

Ex: We found a spot in the parking lot right next to the entrance , which was super convenient .We vonden een plek op de **parkeerplaats** vlak naast de ingang, wat super handig was.

Sluiten

Inloggen

road sign

[zelfstandig naamwoord]

a sign that shows warnings or information to drivers

verkeersbord, wegwijzer

Ex: The road sign showed the distance to the next gas station .Het **verkeersbord** toonde de afstand tot het volgende tankstation.

Sluiten

Inloggen

pedestrian

[zelfstandig naamwoord]

a person who is on foot and not in or on a vehicle

voetganger, voorbijganger

Ex: The pedestrian crossed the street at the designated crosswalk .De **voetganger** stak de straat over bij het aangewezen zebrapad.

Sluiten

Inloggen

street light

[zelfstandig naamwoord]

a tall post with a light on top, usually found along roads, streets, or sidewalks

straatlantaarn, lantaarnpaal

Ex: The city 's sustainability initiative aims to reduce energy consumption by replacing traditional street lights with energy-efficient LED alternatives .Het duurzaamheidsinitiatief van de stad is gericht op het verminderen van het energieverbruik door traditionele **straatlantaarns** te vervangen door energiezuinige LED-alternatieven.

Sluiten

Inloggen

lane

[zelfstandig naamwoord]

a narrow path in the countryside

pad, weg

Ex: The lane was perfect for a leisurely bike ride on a sunny day .Het **pad** was perfect voor een ontspannen fietstocht op een zonnige dag.

Sluiten

Inloggen

overpass

[zelfstandig naamwoord]

a type of bridge that is built over a road to provide a different passage

viaduct, overweg

Sluiten

Inloggen

crossroad

[zelfstandig naamwoord]

the place where a road is crossed by another

kruispunt, wegkruising

Ex: The crossroad was a common meeting point for travelers in ancient times .Het **kruispunt** was een gemeenschappelijke ontmoetingsplaats voor reizigers in de oudheid.

Sluiten

Inloggen

farmland

[zelfstandig naamwoord]

a land that is used for farming, especially in rural areas

landbouwgrond, akkerland

Sluiten

Inloggen

grassland

[zelfstandig naamwoord]

a large, open, and grass-covered area

grasland, weide

Ex: The grassland is home to antelopes and zebras .De **graslanden** zijn de thuisbasis van antilopen en zebra's.

Sluiten

Inloggen

county

[zelfstandig naamwoord]

(in the US) one of the areas into which a state is divided and has a local government of its own

graafschap, provincie

Ex: Local farmers in the county grow a variety of crops , including corn , soybeans , and wheat , contributing to the region 's agricultural economy .Lokale boeren in de **provincie** verbouwen een verscheidenheid aan gewassen, waaronder maïs, sojabonen en tarwe, wat bijdraagt aan de agrarische economie van de regio.

Sluiten

Inloggen

orchard

[zelfstandig naamwoord]

an area of land that is usually enclosed and is used to grow fruit trees in

boomgaard, fruittuin

Sluiten

Inloggen

well

[zelfstandig naamwoord]

a deep hole dug in the ground to get access to the resources beneath, such as water, oil, etc.

put, boring

Sluiten

Inloggen

pizzeria

[zelfstandig naamwoord]

a restaurant where mainly pizza is served

pizzeria

Sluiten

Inloggen

dam

[zelfstandig naamwoord]

a huge wall built to keep water from entering an area or to contain and use it as a power source to produce electricity

dam, stuwdam

Ex: Heavy rains put pressure on the dam’s structure .Zware regen zet druk op de structuur van de **dam**.

Sluiten

Inloggen

sidewalk

[zelfstandig naamwoord]

a pathway typically made of concrete or asphalt at the side of a street for people to walk on

stoep, voetpad

Ex: The sidewalk was crowded with pedestrians during rush hour .Het **troittoir** zat vol voetgangers tijdens de spits.

Sluiten

Inloggen

homeland

[zelfstandig naamwoord]

the place where someone or a group of people come from and feel a strong connection to

vaderland, thuisland

Ex: He fought for the protection of his homeland, valuing its history and traditions .Hij vocht voor de bescherming van zijn **vaderland**, waardeerde zijn geschiedenis en tradities.

Sluiten

Inloggen

square

[zelfstandig naamwoord]

an open area in a city or town where two or more streets meet

plein, marktplein

Ex: Children played in the fountain at the center of the square.De kinderen speelden in de fontein in het midden van het **plein**.

Sluiten

Inloggen

B1 Woordenlijst

LanGeek app downloaden

Langeek

B1 Woordenlijst - Stad en platteland