SAT Woordvaardigheden 1 - Les 33

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to suspect

[werkwoord]

to think that someone may have committed a crime, without having proof

verdenken, wantrouwen

Ex: The detective suspects the woman of being the mastermind behind the crime .De detective **verdenkt** de vrouw ervan de aanstichter van de misdaad te zijn.

Sluiten

Inloggen

suspense

[zelfstandig naamwoord]

a state of uncertainty or indecision

spanning, onzekerheid

Ex: The long pause before announcing the winner filled the room with unbearable suspense.De lange pauze voor het aankondigen van de winnaar vulde de kamer met ondraaglijke **spanning**.

Sluiten

Inloggen

suspicious

[bijvoeglijk naamwoord]

doubtful about the honesty of what someone has done and having no trust in them

wantrouwig, verdacht

Ex: I 'm suspicious of deals that seem too good to be true .Ik ben **wantrouwig** tegenover deals die te mooi lijken om waar te zijn.

Sluiten

Inloggen

collective

[bijvoeglijk naamwoord]

involving, done, or shared by all members of a group

collectief, gemeenschappelijk

Ex: The board issued a collective statement in support of the new policy changes .De raad van bestuur heeft een **collectieve** verklaring uitgegeven ter ondersteuning van de nieuwe beleidswijzigingen.

Sluiten

Inloggen

collector

[zelfstandig naamwoord]

someone who gathers things, as a job or hobby

verzamelaar, collector

Ex: The antique collector spent years scouring flea markets and estate sales to find rare and valuable artifacts for their collection .

Sluiten

Inloggen

visceral

[bijvoeglijk naamwoord]

regarding or involving the internal organs

visceraal, betreffende de inwendige organen

Ex: Visceral fat surrounds internal organs and is associated with increased risk of metabolic diseases , such as diabetes and cardiovascular disorders .**Visceraal** vet omringt de inwendige organen en wordt geassocieerd met een verhoogd risico op metabole ziekten, zoals diabetes en cardiovasculaire aandoeningen.

Sluiten

Inloggen

viscid

[bijvoeglijk naamwoord]

having a thick and sticky texture, similar to glue

kleverig, taai

Ex: The viscid oil coated the surface of the pan, preventing the food from sticking.De **kleverige** olie bedekte het oppervlak van de pan, waardoor het voedsel niet bleef plakken.

Sluiten

Inloggen

viscosity

[zelfstandig naamwoord]

the measure of a fluid's resistance to flow, indicating its thickness or stickiness

viscositeit, dikte

Ex: Cold temperatures can increase the viscosity of some liquids , making them less fluid .Koude temperaturen kunnen de **viscositeit** van sommige vloeistoffen verhogen, waardoor ze minder vloeibaar worden.

Sluiten

Inloggen

viscount

[zelfstandig naamwoord]

a noble title below an earl but above a baron, used mainly in the UK

burggraaf, adellijke titel

Ex: The title of viscount has historical significance in British traditions .De titel van **burggraaf** heeft een historische betekenis in de Britse tradities.

Sluiten

Inloggen

viscous

[bijvoeglijk naamwoord]

thick and sticky, resembling the consistency of glue

visceus, plakkerig

Ex: The viscous substance oozed slowly from the container .De **viskeuze** substantie sijpelde langzaam uit de container.

Sluiten

Inloggen

anthropocentric

[bijvoeglijk naamwoord]

centered on or viewing things in terms of human values and experiences

antropocentrisch

Ex: The idea that the Earth exists solely for human use is an anthropocentric belief .Het idee dat de aarde alleen voor menselijk gebruik bestaat, is een **antropocentrisch** geloof.

Sluiten

Inloggen

anthropocentrism

[zelfstandig naamwoord]

the belief that human perspectives and values are the most important in understanding the world

antropocentrisme, menscentrisme

Ex: Conservationists argue that anthropocentrism harms wildlife by prioritizing human wants .Natuurbeschermers beweren dat **antropocentrisme** wildlife schaadt door menselijke verlangens voorop te stellen.

Sluiten

Inloggen

anthropoid

[zelfstandig naamwoord]

a group of primates that includes human beings, as well as other species that are closely related to humans

antroposoort, hogere primaat

Ex: The scientist dedicated her life to studying the behavior and habitats of anthropoid apes in the wild.De wetenschapper wijdde haar leven aan het bestuderen van het gedrag en de leefgebieden van **anthropoïde** apen in het wild.

Sluiten

Inloggen

anthropology

[zelfstandig naamwoord]

the study of the origins and developments of the human race and its societies and cultures

antropologie

Ex: Biological anthropology explores human evolution , genetics , and physical adaptations through the study of fossils , primates , and modern human populations .Biologische **antropologie** onderzoekt menselijke evolutie, genetica en fysieke aanpassingen door de studie van fossielen, primaten en moderne menselijke populaties.

Sluiten

Inloggen

anthropomorphous

[bijvoeglijk naamwoord]

looking or shaped similar to a human

antropomorf, mensachtig

Ex: Among the various robot designs , the company chose the most anthropomorphous one to make users feel at ease .Onder de verschillende robotontwerpen koos het bedrijf het meest **antropomorfe** om gebruikers zich op hun gemak te laten voelen.

Sluiten

Inloggen

oblivion

[zelfstandig naamwoord]

the state of being completely forgotten or overlooked

vergetelheid, niets

Ex: The actor , once a household name , gradually descended into oblivion after his prime years in the industry .De acteur, ooit een bekende naam, verviel geleidelijk **in vergetelheid** na zijn hoogtijdagen in de industrie.

Sluiten

Inloggen

oblivious

[bijvoeglijk naamwoord]

lacking conscious awareness of something

onbewust, onwetend

Ex: The children were oblivious to the time , playing happily in the park long after sunset .De kinderen waren **zich niet bewust** van de tijd en speelden lang na zonsondergang vrolijk in het park.

Sluiten

Inloggen

fortitude

[zelfstandig naamwoord]

mental and emotional strength and resilience in facing adversity, challenges, or difficult situations

moed, volharding

Ex: Facing financial difficulties with fortitude, she managed to stay optimistic .Met **moed** financiële moeilijkheden tegemoet tredend, slaagde ze erin optimistisch te blijven.

Sluiten

Inloggen

to fortify

[werkwoord]

to secure a place and make it resistant against attacks, particularly by building walls around it

versterken, fortificeren

Ex: The historical site was carefully fortified with modern technology to preserve its integrity .De historische site werd zorgvuldig **versterkt** met moderne technologie om zijn integriteit te behouden.

Sluiten

Inloggen

fortuitous

[bijvoeglijk naamwoord]

occurring by chance and not intention

toevallig, onbedoeld

Ex: The timing of their meeting was fortuitous, as they both happened to be in the same place at the same time .Het tijdstip van hun ontmoeting was **toevallig**, omdat ze toevallig beiden op dezelfde plaats op hetzelfde moment waren.

Sluiten

Inloggen

SAT Woordvaardigheden 1

LanGeek app downloaden

Langeek

SAT Woordvaardigheden 1 - Les 33