pattern

SAT Woordvaardigheden 1 - Les 13

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Word Skills 1
static
[bijvoeglijk naamwoord]

showing little to no change at all

statisch, onveranderlijk

statisch, onveranderlijk

Ex: The population of the town has remained static for the past decade , with no significant increase or decrease .De bevolking van de stad is het afgelopen decennium **statisch** gebleven, zonder significante toename of afname.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
statics
[zelfstandig naamwoord]

a branch of science that focuses on the study of forces responsible for maintaining balance and stability in objects

statica, de statica

statica, de statica

Ex: The study of statics helped us understand how the forces on a bookshelf need to be balanced to prevent it from tipping over .De studie van **statica** hielp ons te begrijpen hoe de krachten op een boekenkast in evenwicht moeten worden gebracht om te voorkomen dat deze omvalt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
statistician
[zelfstandig naamwoord]

a person who collects, analyzes, and interprets numerical data

statisticus,  statistiek

statisticus, statistiek

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stationary
[bijvoeglijk naamwoord]

not moving or changing position

onbeweeglijk, stationair

onbeweeglijk, stationair

Ex: The stationary car blocked the entrance to the parking lot .De **stilstaande** auto blokkeerde de ingang van de parkeerplaats.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ambulance
[zelfstandig naamwoord]

‌a vehicle specially equipped to take sick or injured people to a hospital

ambulance, ziekenwagen

ambulance, ziekenwagen

Ex: The ambulance pulled up in front of the hospital , and the paramedics quickly unloaded the patient .De **ambulance** stopte voor het ziekenhuis, en de paramedici losten snel de patiënt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to ambulate
[werkwoord]

to walk or move from one place to another

lopen, zich verplaatsen

lopen, zich verplaatsen

Ex: Due to a leg injury , the athlete was unable to ambulate properly and had to withdraw from the race .Vanwege een beenblessure kon de atleet niet goed **lopen** en moest zich terugtrekken uit de race.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ambulatory
[bijvoeglijk naamwoord]

related to or designed for walking

voor wandelen, gerelateerd aan lopen

voor wandelen, gerelateerd aan lopen

Ex: Ambulatory exercise , such as jogging or brisk walking , is beneficial for health .**Ambulante** lichaamsbeweging, zoals joggen of stevig wandelen, is goed voor de gezondheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to decorate
[werkwoord]

to add beautiful things to something in order to make it look more attractive

decoreren, versieren

decoreren, versieren

Ex: She decided to decorate her garden with fairy lights and flowers .Ze besloot haar tuin te **versieren** met feeërieke lichtjes en bloemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
decorous
[bijvoeglijk naamwoord]

showing a polite, dignified, and appropriate manner of behaving

deftig, gepast

deftig, gepast

Ex: Even in disagreement , he remained decorous and respectful .Zelfs bij meningsverschillen bleef hij **deftig** en respectvol.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
decorum
[zelfstandig naamwoord]

the quality of being proper or appropriate in behavior or appearance

decorum, fatsoen

decorum, fatsoen

Ex: The company requires employees to maintain a professional decorum.Het bedrijf vereist dat werknemers een professioneel **decorum** handhaven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gynecocracy
[zelfstandig naamwoord]

a society or government ruled by women

gynocratie, regering door vrouwen

gynocratie, regering door vrouwen

Ex: The ancient city of Atlantis was said to have been a gynecocracy.De oude stad Atlantis zou een **gynocratie** (een samenleving of regering geregeerd door vrouwen) zijn geweest.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gynecology
[zelfstandig naamwoord]

the branch of medicine that is concerned with diseases that are specific to women, especially those that affect their reproductive organs

gynaecologie

gynaecologie

Ex: He pursued a career in gynecology to focus on women 's reproductive issues .Hij koos voor een carrière in **gynaecologie** om zich te richten op reproductieve problemen van vrouwen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
technicality
[zelfstandig naamwoord]

a trivial detail or a specific provision within a rule, law, or procedure

techniciteit, technisch detail

techniciteit, technisch detail

Ex: Mastering the technicalities of coding languages is essential for software developers to write efficient and error-free programs .Het beheersen van de **technische details** van programmeertalen is essentieel voor softwareontwikkelaars om efficiënte en foutloze programma's te schrijven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
technology
[zelfstandig naamwoord]

the application of scientific knowledge for practical purposes, especially in industry

technologie, techniek

technologie, techniek

Ex: The company is focused on developing new technology to improve healthcare .Het bedrijf richt zich op de ontwikkeling van nieuwe **technologieën** om de gezondheidszorg te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
presumption
[zelfstandig naamwoord]

a belief that something is true without any proof

veronderstelling, aanname

veronderstelling, aanname

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
presumptuous
[bijvoeglijk naamwoord]

failing to respect boundaries, doing something despite having no right in doing so

aanmatigend, arrogant

aanmatigend, arrogant

Ex: She felt it was presumptuous of him to assume she would join the team without asking first .Ze vond het **aanmatigend** van hem om aan te nemen dat ze zich bij het team zou aansluiten zonder eerst te vragen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pretentious
[bijvoeglijk naamwoord]

attempting to appear intelligent, important, or something that one is not, so as to impress others

pretentieus, aanstellerig

pretentieus, aanstellerig

Ex: Her pretentious attitude made her seem insincere to her colleagues .Haar **pretentieuze** houding maakte dat ze onoprecht leek tegenover haar collega's.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pretext
[zelfstandig naamwoord]

a false reason or excuse given to justify an action or behavior, hiding the true motive behind it

voorwendsel, excuus

voorwendsel, excuus

Ex: The company used budgetary concerns as a pretext to lay off employees , but the real motive was to increase profitability .Het bedrijf gebruikte budgettaire zorgen als **voorwendsel** om werknemers te ontslaan, maar het echte motief was om de winstgevendheid te verhogen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
SAT Woordvaardigheden 1
LanGeek
LanGeek app downloaden