SAT Woordvaardigheden 1 - Les 36

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

jingo

[zelfstandig naamwoord]

a person who strongly advocates for war and aggressive nationalism

jingo, oorlogsaanhanger

Ex: Critics accused the film of promoting jingo sentiments by glorifying war .Critici beschuldigden de film van het bevorderen van **jingoïstische** sentimenten door oorlog te verheerlijken.

Sluiten

Inloggen

jingoist

[zelfstandig naamwoord]

someone who very strongly believes that their country is far more superior than other countries

chauvinist, jingoïst

Ex: The politician’s jingoist rhetoric appealed to those who believed in the unquestioned superiority of their nation.De **chauvinistische** retoriek van de politicus sprak hen aan die geloofden in de onbetwiste superioriteit van hun natie.

Sluiten

Inloggen

enormity

[zelfstandig naamwoord]

the quality of being shockingly bad or morally wrong

enormiteit, monstruositeit

Ex: World leaders condemned the enormity of the terrorist act .Wereldleiders veroordeelden **de omvang** van de terroristische daad.

Sluiten

Inloggen

enormous

[bijvoeglijk naamwoord]

extremely large in physical dimensions

enorm, gigantisch

Ex: The tree in their backyard was enormous, providing shade for the entire garden .De boom in hun achtertuin was **enorm** en bood schaduw voor de hele tuin.

Sluiten

Inloggen

enormousness

[zelfstandig naamwoord]

the quality of being exceptionally large in size, extent, or quantity

enormiteit, immensiteit

Ex: The enormousness of the universe is still a topic of exploration and wonder .De **enormiteit** van het universum is nog steeds een onderwerp van verkenning en verwondering.

Sluiten

Inloggen

to allege

[werkwoord]

to say something is the case without providing proof for it

beweren, zonder bewijs stellen

Ex: The witness decided to allege that he had seen the suspect near the crime scene , but there was no concrete evidence .De getuige besloot te **beweren** dat hij de verdachte in de buurt van de plaats delict had gezien, maar er was geen concreet bewijs.

Sluiten

Inloggen

allegiance

[zelfstandig naamwoord]

a committed loyalty or dedication to a particular cause, group, or belief

trouw, loyaliteit

Ex: The secret society demanded complete allegiance from its members .De geheime samenleving eiste volledige **trouw** van haar leden.

Sluiten

Inloggen

allegory

[zelfstandig naamwoord]

a story, poem, etc. in which the characters and events are used as symbols to convey moral or political lessons

allegorie, fabel

Ex: The children 's book uses an allegory to teach lessons about friendship and teamwork through a story about a group of animals working together .Het kinderboek gebruikt een **allegorie** om lessen over vriendschap en teamwork te leren door een verhaal over een groep dieren die samenwerken.

Sluiten

Inloggen

to crave

[werkwoord]

to strongly desire or seek something

hunkeren naar, smachten naar

Ex: As a health enthusiast , he rarely craves sugary snacks .Als gezondheidsenthousiasteling **verlangt** hij zelden naar zoete snacks.

Sluiten

Inloggen

craven

[bijvoeglijk naamwoord]

not having even the smallest amount of courage

laf, lafhartig

Ex: He was labeled craven after he backed out of the challenge at the last minute .Hij werd **laf** genoemd nadat hij op het laatste moment terugtrok uit de uitdaging.

Sluiten

Inloggen

idealist

[zelfstandig naamwoord]

a person who values principles and ideals over practicality

idealist

Ex: While some viewed him as naive , others admired him as a true idealist who always stood up for his beliefs .Hoewel sommigen hem naïef vonden, bewonderden anderen hem als een ware **idealist** die altijd voor zijn overtuigingen opkwam.

Sluiten

Inloggen

to idealize

[werkwoord]

to perceive or portray something as being better or more perfect than it actually is

idealiseren

Ex: Some advertisements idealize lifestyles to make products more appealing .Sommige advertenties **idealiserende** levensstijlen om producten aantrekkelijker te maken.

Sluiten

Inloggen

ideology

[zelfstandig naamwoord]

a set of beliefs or principles that guide a community or nation

ideologie, leer

Ex: The nation 's founding ideology emphasized freedom and equality for all .De stichtende **ideologie** van de natie benadrukte vrijheid en gelijkheid voor iedereen.

Sluiten

Inloggen

pension

[zelfstandig naamwoord]

a regular payment made to a retired person by the government or a former employer

pensioen, uitkering

Ex: Government employees often receive a pension as part of their retirement benefits .

Sluiten

Inloggen

pensive

[bijvoeglijk naamwoord]

engaged in deep or serious thought

peinzend, nadenkend

Ex: She often grew pensive during walks in nature , finding solace in quiet contemplation .Ze werd vaak **in gedachten verzonken** tijdens wandelingen in de natuur, troost vindend in stille overpeinzing.

Sluiten

Inloggen

suffrage

[zelfstandig naamwoord]

the right or privilege of casting a vote in public elections

stemrecht, kiesrecht

Ex: Universal suffrage ensures that all adult citizens have the right to vote.**Algemeen kiesrecht** zorgt ervoor dat alle volwassen burgers het recht hebben om te stemmen.

Sluiten

Inloggen

suffragist

[zelfstandig naamwoord]

a person who campaigns for the right to vote, especially for women's voting rights

suffragette, strijder voor stemrecht

Ex: As a suffragist, she tirelessly penned articles and delivered speeches , making her voice heard .Als **suffragist** schreef ze onvermoeibaar artikelen en hield ze toespraken, waardoor haar stem gehoord werd.

Sluiten

Inloggen

corpulence

[zelfstandig naamwoord]

the state of being overweight or obese

corpulentie

Ex: Societal attitudes towards corpulence have evolved over time , with many now advocating for body positivity regardless of size .De maatschappelijke houding ten opzichte van **corpulentie** is in de loop der tijd geëvolueerd, waarbij velen nu pleiten voor body positivity ongeacht de grootte.

Sluiten

Inloggen

corpulent

[bijvoeglijk naamwoord]

excessively overweight or obese

corpulent, obees

Ex: The fashion industry has been criticized for not adequately representing people of all body types , especially those who are corpulent.De mode-industrie is bekritiseerd omdat het mensen van alle lichaamstypes niet voldoende vertegenwoordigt, vooral degenen die **corpulent** zijn.

Sluiten

Inloggen

corpuscle

[zelfstandig naamwoord]

a small cell, particularly a red or white blood cell, and sometimes encompassing platelets

lichaampje, bloedcel

Ex: During an infection, the number of white corpuscles in the body can increase to fight off pathogens.Tijdens een infectie kan het aantal witte **bloedlichaampjes** in het lichaam toenemen om ziekteverwekkers te bestrijden.

Sluiten

Inloggen

SAT Woordvaardigheden 1

LanGeek app downloaden

Langeek

SAT Woordvaardigheden 1 - Les 36