pattern

SAT Woordvaardigheden 1 - Les 3

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Word Skills 1
reckless
[bijvoeglijk naamwoord]

not caring about the possible results of one's actions that could be dangerous

roekeloos, onvoorzichtig

roekeloos, onvoorzichtig

Ex: The reckless driver ignored the red light and sped through the intersection .De **roekeloze** bestuurder negeerde het rode licht en reed snel door het kruispunt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dramatist
[zelfstandig naamwoord]

someone who writes plays for the TV, radio, or theater

dramaturg

dramaturg

Ex: She studied the works of classic dramatists such as Shakespeare and Ibsen to hone her craft and develop her own unique voice .Ze bestudeerde de werken van klassieke **toneelschrijvers** zoals Shakespeare en Ibsen om haar vakmanschap te verfijnen en haar eigen unieke stem te ontwikkelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to dramatize
[werkwoord]

to overstate or exaggerate the significance of something, often for emphasis or effect

dramatiseren, overdrijven

dramatiseren, overdrijven

Ex: In her speech , she dramatized the injustice of the court ruling to elicit outrage from the crowd .In haar toespraak **dramatiseerde** ze het onrecht van de gerechtelijke uitspraak om verontwaardiging bij de menigte op te wekken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
incendiary
[bijvoeglijk naamwoord]

made with the intention of causing fire

brandstichtend, ontvlambaar

brandstichtend, ontvlambaar

Ex: The company faced legal consequences after using incendiary chemicals in their manufacturing process .Het bedrijf kreeg te maken met juridische gevolgen na het gebruik van **brandstichtende** chemicaliën in hun productieproces.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to incense
[werkwoord]

to provoke extreme anger in a person

woedend maken, ergeren

woedend maken, ergeren

Ex: The rude behavior of her colleague incenses her .Het onbeleefde gedrag van haar collega **maakt haar woedend**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
incentive
[zelfstandig naamwoord]

something that is used as an encouraging and motivating factor

stimulans, motivatie

stimulans, motivatie

Ex: Tax breaks were provided as an incentive for businesses to invest in renewable energy .Belastingvoordelen werden verstrekt als **stimulans** voor bedrijven om te investeren in hernieuwbare energie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
verbatim
[bijwoord]

in exactly the same words as used originally

woord voor woord, letterlijk

woord voor woord, letterlijk

Ex: The witness recited the events verbatim as they occurred on that fateful day .Het artikel is bijna **woordelijk** uit een andere bron overgenomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
verbiage
[zelfstandig naamwoord]

the unnecessary use of terms and words to express something and causing complexion

woordenvloed, verbaal geweld

woordenvloed, verbaal geweld

Ex: The contract was revised to reduce the verbiage and make it more concise and clear .Het contract is herzien om het **woordgebruik** te verminderen en het beknopter en duidelijker te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
verbose
[bijvoeglijk naamwoord]

using or having an excessive number of words

woordrijk, uitgebreid

woordrijk, uitgebreid

Ex: Her verbose speech at the conference lost the audience's attention quickly.Haar **wijdlopige** toespraak op de conferentie verloor snel de aandacht van het publiek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
verbosity
[zelfstandig naamwoord]

the quality of containing unnecessary and excessive words or terms in speech or writing

woordrijkdom, uitweiding

woordrijkdom, uitweiding

Ex: The legal document 's verbosity made it difficult for the average person to comprehend its content .De **woordelijkheid** van het juridische document maakte het moeilijk voor de gemiddelde persoon om de inhoud ervan te begrijpen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
abbess
[zelfstandig naamwoord]

the female head of an abbey, convent, or other religious houses of nuns

abdis, moeder overste

abdis, moeder overste

Ex: The abbess held authority over the convent's resources and decisions, managing its finances and overseeing construction projects.De **abdis** had het gezag over de middelen en beslissingen van het klooster, beheerde de financiën en hield toezicht op bouwprojecten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
abbey
[zelfstandig naamwoord]

a church with buildings connected to it in which a group of monks or nuns live or used to live

abdij, klooster

abdij, klooster

Ex: They have dedicated their lives to serving at the abbey, finding solace and purpose within its hallowed walls .Ze hebben hun leven gewijd aan het dienen in de **abdij**, en vinden troost en doel binnen zijn heilige muren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
abbot
[zelfstandig naamwoord]

the male spiritual leader and administrator of an abbey, monastery, or group of monasteries

abt, kloosteroverste

abt, kloosteroverste

Ex: The abbot presided over the chapter meetings , where important decisions regarding the community were made and disciplinary matters were addressed .**De abt** presideerde de kapittelvergaderingen, waar belangrijke beslissingen over de gemeenschap werden genomen en disciplinaire zaken werden behandeld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
palpable
[bijvoeglijk naamwoord]

capable of being felt and perceived by the sense of touch

voelbaar, tastbaar

voelbaar, tastbaar

Ex: We could sense the palpable fear in the witness 's voice as they recounted their experience .We konden de **voelbare** angst in de stem van de getuige voelen terwijl ze hun ervaring vertelden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to palpitate
[werkwoord]

(of heart) to pound irregularly and rapidly

kloppen, onregelmatig en snel slaan

kloppen, onregelmatig en snel slaan

Ex: Her heart started to palpitate rapidly as she anxiously waited for the exam results .Haar hart begon snel te **kloppen** terwijl ze angstig wachtte op de examenresultaten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
palsy
[zelfstandig naamwoord]

a condition of the muscles, in which a person experiences tremors all over their body or in specific body parts

verlamming, beven

verlamming, beven

Ex: The musician 's palsy made it challenging for her to play instruments with precision .De **verlamming** van de muzikant maakte het voor haar uitdagend om instrumenten met precisie te bespelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cadence
[zelfstandig naamwoord]

a series of musical notes, written as the ending of a musical piece

cadans

cadans

Ex: The composer carefully crafted the cadence to evoke a feeling of closure and satisfaction .De componist heeft de **cadens** zorgvuldig vervaardigd om een gevoel van afsluiting en voldoening op te roepen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cadenza
[zelfstandig naamwoord]

a solo section at the end of a musical piece for the performer to show their skill and creativity

cadens

cadens

Ex: The composer included a cadenza near the end of the piece , allowing the soloist to shine with a dramatic and complex passage .De componist heeft een **cadens** opgenomen tegen het einde van het stuk, waardoor de solist kan schitteren met een dramatisch en complex passage.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
abasement
[zelfstandig naamwoord]

the act of treating someone in a demeaning way

vernedering, degradatie

vernedering, degradatie

Ex: The abasement of women in certain societies perpetuates gender inequality and discrimination .De **vernedering** van vrouwen in bepaalde samenlevingen bestendigt genderongelijkheid en discriminatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
SAT Woordvaardigheden 1
LanGeek
LanGeek app downloaden