pattern

Natuurwetenschappen SAT - Alledaagse voorwerpen

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met alledaagse voorwerpen, zoals "apparaat", "lont", "erfstuk", enz., die je nodig hebt om je SAT's te halen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Vocabulary for Natural Sciences
utensil
[zelfstandig naamwoord]

an object that is used for cooking or eating

keukengerei, gereedschap

keukengerei, gereedschap

Ex: Wooden utensils are preferred for stirring sauces in non-stick pans .Houten **keukengerei** heeft de voorkeur voor het roeren van sauzen in anti-aanbakpannen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
porcelain
[zelfstandig naamwoord]

a hard, white, translucent ceramic material that is known for its strength, durability, and translucency

porselein, wit keramiek

porselein, wit keramiek

Ex: Porcelain is often used for high-quality dinnerware .**Porselein** wordt vaak gebruikt voor hoogwaardig serviesgoed.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
garment
[zelfstandig naamwoord]

an item of clothing that is worn on the body, including various types of clothing such as shirts, pants, dresses, etc.

kledingstuk, gewaad

kledingstuk, gewaad

Ex: She selected a lightweight garment for her trip to the tropics , prioritizing comfort in the warm climate .Ze koos een licht **kledingstuk** voor haar reis naar de tropen, waarbij ze comfort in het warme klimaat vooropstelde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
apparatus
[zelfstandig naamwoord]

tools or machines that are designed for a specific purpose

apparaat, uitrusting

apparaat, uitrusting

Ex: The gymnastics competition required athletes to perform routines on various apparatus such as the balance beam and parallel bars .De gymnastiekwedstrijd vereiste dat atleten routines uitvoerden op verschillende **toestellen** zoals de evenwichtsbalk en de parallelle rekstokken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
wick
[zelfstandig naamwoord]

a piece of material, typically cotton or another fibrous substance, used to draw liquid, such as wax or oil, up into a flame for burning or illumination

lont, pit

lont, pit

Ex: The mosquito coil had a slow-burning wick that released repellent smoke over time .De muggenwierook had een langzaam brandende **lont** die in de loop van de tijd afstotende rook afgaf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
corkscrew
[zelfstandig naamwoord]

a small tool with a pointy spiral metal for pulling out corks from bottles

kurkentrekker, flessenopener

kurkentrekker, flessenopener

Ex: The bartender reached for a corkscrew to open the new bottle of Chardonnay , skillfully extracting the cork without breaking it .De barman greep naar een **kurketrekker** om de nieuwe fles Chardonnay te openen, en trok handig de kurk eruit zonder hem te breken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
turntable
[zelfstandig naamwoord]

the flat and circular part of a record player on which the record is placed in order to be played

draaitafel, platenspeler

draaitafel, platenspeler

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pamphlet
[zelfstandig naamwoord]

a small booklet or leaflet containing information, usually on a single subject, that is distributed to a wide audience

brochure, pamflet

brochure, pamflet

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
purifier
[zelfstandig naamwoord]

a device that cleans air, water, or other substances by removing pollutants, making them safer or more pleasant to use

reiniger, filter

reiniger, filter

Ex: The purifier system at the wastewater treatment plant ensures that discharged water meets environmental standards .Het **zuiveringssysteem** in de afvalwaterzuiveringsinstallatie zorgt ervoor dat het geloosde water voldoet aan de milieunormen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
spare
[zelfstandig naamwoord]

an extra item kept available for use as a replacement or backup

reserveonderdeel, reserve

reserveonderdeel, reserve

Ex: They had a spare for each member of the team in case of unexpected needs .Ze hadden een **reserve** voor elk teamlid voor het geval er onverwachte behoeften waren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
receipt
[zelfstandig naamwoord]

a written or printed document that shows the payment for a set of goods or services has been made

bon, ontvangstbewijs

bon, ontvangstbewijs

Ex: The hotel gave me a receipt when I checked out .Het hotel gaf me een **bon** toen ik uitcheckte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
debris
[zelfstandig naamwoord]

the scattered pieces of waste, remains, or broken objects, often left after destruction or an accident

puin, resten

puin, resten

Ex: The firefighters carefully moved the debris to prevent further collapse .De brandweerlieden verplaatsten voorzichtig het **puin** om verdere instorting te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
swab
[zelfstandig naamwoord]

a mop or cleaning tool with a long handle and absorbent material on the end, used for cleaning floors

dweil, vloerreiniger

dweil, vloerreiniger

Ex: She wrung out the swab before continuing to clean the floor .Ze wrong **de zwabber** uit voordat ze verder ging met het schoonmaken van de vloer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
canister
[zelfstandig naamwoord]

a cylindrical metal container that is used for storing a roll of film

bus, cartridge

bus, cartridge

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pulley
[zelfstandig naamwoord]

a wheel with a track where a rope or chain runs, used to lift heavy objects easily

katrol, takkel

katrol, takkel

Ex: They installed a pulley in the garage to lift the engine out of the car .Ze hebben een **katrol** in de garage geïnstalleerd om de motor uit de auto te tillen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pellet
[zelfstandig naamwoord]

a small, rounded or cylindrical piece of material, often used as fuel, food, or ammunition

korrel, bolletje

korrel, bolletje

Ex: The cat chased the pellet across the floor , batting it with her paws .De kat achtervolgde de **korrel** over de vloer, sloeg ermee met haar poten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cistern
[zelfstandig naamwoord]

a container that stores water needed for flushing a toilet, often stored in the roof

spoelbak, waterreservoir

spoelbak, waterreservoir

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
raft
[zelfstandig naamwoord]

a board that is consisted of long pieces of a wood, reed, etc. tied together, which people use to sail or float on water

vlot, houten vlot

vlot, houten vlot

Ex: The raft was made of wooden planks tied together with ropes .Het **vlot** was gemaakt van houten planken die met touwen aan elkaar waren gebonden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
clamp
[zelfstandig naamwoord]

a device that is used to hold or compress two or more things together firmly

klem, klamp

klem, klamp

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shard
[zelfstandig naamwoord]

a sharp piece of broken material, such as glass or pottery

scherf, fragment

scherf, fragment

Ex: He stepped on a shard, wincing in pain .Hij stapte op een **scherf**, grimassend van de pijn.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lattice
[zelfstandig naamwoord]

a structure made of strips of wood, metal, or other rigid material arranged in a criss-crossed, grid-like pattern

rooster, traliewerk

rooster, traliewerk

Ex: The botanical garden contained displays of flowering vines trained to grow through colorful lattices.De botanische tuin bevatte displays van bloeiende ranken die waren getraind om door kleurrijke **lattices** te groeien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dispenser
[zelfstandig naamwoord]

a device used for controlled and measured release of medications, fluids, or other substances in healthcare settings

dispenser, verdelers

dispenser, verdelers

Ex: In the emergency room , a liquid dispenser aided the quick administration of necessary fluids .In de spoedeisende hulp hielp een vloeistof**dispenser** bij de snelle toediening van de benodigde vloeistoffen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
scraper
[zelfstandig naamwoord]

a tool for removing dirt, paint, or other unwanted matter from a surface by scraping

schraper, krabber

schraper, krabber

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rosette
[zelfstandig naamwoord]

a decorative element in the shape of a stylized flower, often used as an ornament or embellishment in architecture and design

rozet, decoratief element in de vorm van een gestileerde bloem

rozet, decoratief element in de vorm van een gestileerde bloem

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
chandelier
[zelfstandig naamwoord]

a decorative light fixture that hangs from the ceiling and usually has multiple branches or arms for holding lights

kroonluchter, luster

kroonluchter, luster

Ex: The rustic chandelier made of wrought iron added a touch of charm to the cozy cottage 's living room .De rustieke **kroonluchter** van smeedijzer voegde een vleugje charme toe aan de gezellige woonkamer van het huisje.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
harness
[zelfstandig naamwoord]

a piece of equipment that fits around an animal's body, typically a dog or cat, and is used to secure and control the animal

harnas, tuig

harnas, tuig

Ex: He adjusted the harness to fit snugly around the dog 's chest before heading out .Hij stelde **het harnas** bij zodat het goed om de borst van de hond paste voordat hij vertrok.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
knob
[zelfstandig naamwoord]

a small, often rounded, handle that lets one open and close a door

knop, handgreep

knop, handgreep

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
springboard
[zelfstandig naamwoord]

a bouncy platform that helps people jump higher, often seen in pools and gymnastics arenas

springplank, trampoline

springplank, trampoline

Ex: She used the springboard to gain extra height for her dive .Ze gebruikte de **springplank** om extra hoogte te krijgen voor haar duik.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bangle
[zelfstandig naamwoord]

a rigid piece of jewelry in a circular shape worn around the wrist

stijve armband, armband

stijve armband, armband

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
drapery
[zelfstandig naamwoord]

fabric that is hung in beautiful, flowing folds, often used to cover windows or decorate rooms

gordijn, draperie

gordijn, draperie

Ex: He studied the intricate embroidery on the drapery that framed the antique mirror .Hij bestudeerde het ingewikkelde borduurwerk op de **gordijnen** die de antieke spiegel omlijstten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
souvenir
[zelfstandig naamwoord]

something that we usually buy and bring back for other people from a place that we have visited on vacation

aandenken, souvenir

aandenken, souvenir

Ex: They picked up some local chocolates as souvenirs to share with friends and family back home .Ze hebben wat lokale chocolades als **aandenken** meegenomen om te delen met vrienden en familie thuis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
keepsake
[zelfstandig naamwoord]

an object kept or given to someone as a reminder of a person, place, or event, often holding sentimental value

aandenken, herinneringsobject

aandenken, herinneringsobject

Ex: As a parting gift , she gave him a handwritten letter to serve as a keepsake of their friendship .Als afscheidscadeau gaf ze hem een handgeschreven brief om te dienen als **aandenken** aan hun vriendschap.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
strand
[zelfstandig naamwoord]

a single slender thread of something such as a fiber, hair, etc.

draad, streng

draad, streng

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
doily
[zelfstandig naamwoord]

a small circular piece of cloth or paper with many small holes that is put on a plate under a cake

onderzetter, klein rond kleedje

onderzetter, klein rond kleedje

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bedspread
[zelfstandig naamwoord]

a decorative covering for a bed that is designed to drape over the entire bed, including the pillows, and often reaches the floor

beddensprei, bedovertrek

beddensprei, bedovertrek

Ex: The bedspread matched the curtains perfectly , creating a cohesive room design .De **bedsprei** matchte perfect met de gordijnen, wat zorgde voor een samenhangend kamertontwerp.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
afghan
[zelfstandig naamwoord]

a cozy and typically colorful knitted or crocheted blanket or throw, often handmade

een afghaan, een kleurrijke handgemaakte deken

een afghaan, een kleurrijke handgemaakte deken

Ex: The afghan on her bed was a cherished heirloom passed down through generations .De **Afghaan** op haar bed was een gekoesterd erfstuk dat door generaties werd doorgegeven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fixture
[zelfstandig naamwoord]

a piece of equipment such as a bath that is permanently affixed inside a house or building and people cannot take it out when they move out

vast toestel, vaste installatie

vast toestel, vaste installatie

Ex: The tenants asked if they could replace the outdated fixtures with modern ones .De huurders vroegen of ze de verouderde **toebehoren** door moderne konden vervangen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
spatula
[zelfstandig naamwoord]

a kitchen tool with a broad and flat part on one end, used for turning and lifting food

spatel, pannekoekenmes

spatel, pannekoekenmes

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tinder
[zelfstandig naamwoord]

a dry, easily combustible material such as small twigs or dry leaves used to ignite a fire

tondel, aanmaakmateriaal

tondel, aanmaakmateriaal

Ex: He used dry grass as tinder to start the barbecue grill .Hij gebruikte droog gras als **tondel** om de barbecue aan te steken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
heirloom
[zelfstandig naamwoord]

a cherished object, typically passed down through generations within a family, holding significant sentimental or historical value

erfstuk, familie-erfstuk

erfstuk, familie-erfstuk

Ex: They gathered around the heirloom piano for family sing-alongs during holidays .Zij verzamelden zich rond de **erfstuk** piano voor familiezang tijdens feestdagen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
implement
[zelfstandig naamwoord]

a tool or device used for a specific task or purpose, often essential in daily activities

gereedschap, instrument

gereedschap, instrument

Ex: He packed camping implements such as a tent , cooking stove , and sleeping bag for the trip .Hij pakte kampeer**uitrusting** zoals een tent, kookstel en slaapzak voor de reis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blindfold
[zelfstandig naamwoord]

a cloth or covering used to cover someone's eyes, typically secured with ties or straps

blinddoek, oogmasker

blinddoek, oogmasker

Ex: He closed his eyes and pulled the blindfold down, preparing for the sensory experience.Hij sloot zijn ogen en trok de **blinddoek** naar beneden, zich voorbereidend op de zintuiglijke ervaring.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pocketbook
[zelfstandig naamwoord]

a small, usually rectangular container used to carry personal items such as money, credit cards, and identification cards

portemonnee, handtas

portemonnee, handtas

Ex: He checked his pocketbook to make sure he had enough cash for dinner .Hij controleerde zijn **portemonnee** om zeker te weten dat hij genoeg contant geld had voor het diner.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ornamentation
[zelfstandig naamwoord]

decorative features or designs that make something look nicer

versiering, decoratie

versiering, decoratie

Ex: The living room curtains were chosen for their elegant ornamentation of embroidered patterns .De gordijnen in de woonkamer werden gekozen vanwege hun elegante **versiering** met geborduurde patronen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
syringe
[zelfstandig naamwoord]

a tube with a long hollow needle at the end that is used to inject or withdraw fluids

spuit, injector

spuit, injector

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trellis
[zelfstandig naamwoord]

a framework made of metal or wood bars for supporting climbing plants or fruit trees

trellis, latwerk

trellis, latwerk

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
figurine
[zelfstandig naamwoord]

a small decorative statue or sculpture typically made from materials such as porcelain, ceramic, wood, or resin

figuurtje, beeldje

figuurtje, beeldje

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fragment
[zelfstandig naamwoord]

a small piece or part that has broken off from a larger whole, often referring to objects or materials

fragment, brokstuk

fragment, brokstuk

Ex: The detective found fragments of glass near the broken window , indicating a break-in .De detective vond **glasscherven** in de buurt van het gebroken raam, wat op een inbraak wijst.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
container
[zelfstandig naamwoord]

any object that can be used to store something in, such as a bottle, box, etc.

container, houder

container, houder

Ex: She filled the container with water .Ze vulde de **container** met water.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
putty
[zelfstandig naamwoord]

a pliable material used for filling gaps and cracks in surfaces, providing a smooth and durable finish

plamuur, stopverf

plamuur, stopverf

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
quilt
[zelfstandig naamwoord]

a type of bedding made of three layers, a top layer, a middle layer of batting or filling, and a bottom layer, that are stitched or tied together to form a pattern or design

deken, quilt

deken, quilt

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
veil
[zelfstandig naamwoord]

a piece of fabric worn over the head and often the face by women to conceal or protect their face

sluier, doek

sluier, doek

Ex: In some cultures , women wear a veil as part of their traditional attire .In sommige culturen dragen vrouwen een **sluier** als onderdeel van hun traditionele kleding.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
grid
[zelfstandig naamwoord]

a metal rack with parallel bars arranged in a pattern, used for grilling or baking food evenly

rooster, grid

rooster, grid

Ex: They bought a new oven with an adjustable grid for baking various sizes of trays .Ze kochten een nieuwe oven met een verstelbaar **rooster** voor het bakken van verschillende maten trays.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Natuurwetenschappen SAT
LanGeek
LanGeek app downloaden