pattern

Natuurwetenschappen SAT - Landbouw en Bosbouw

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met landbouw en bosbouw, zoals "halfdroog", "irrigatie", "mulch" enz., die je nodig hebt om je SAT's te halen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Vocabulary for Natural Sciences
to harvest
[werkwoord]

to cut and collect a crop

oogsten, maaien

oogsten, maaien

Ex: He harvests carrots from the garden beds , pulling them from the soil .Hij **oogst** wortels uit de tuinbedden, trekt ze uit de grond.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to cultivate
[werkwoord]

to grow plants or crops, especially for farming or commercial purposes

verbouwen, kweken

verbouwen, kweken

Ex: Farmers cultivate crops like corn and soybeans in the Midwest .Boeren **verbouwen** gewassen zoals maïs en sojabonen in het Middenwesten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to yield
[werkwoord]

(of a farm or an industry) to grow or produce a crop or product

produceren, opleveren

produceren, opleveren

Ex: This vineyard yields high-quality grapes that are used to produce exceptional wines .Deze wijngaard **levert** hoogwaardige druiven die worden gebruikt om uitzonderlijke wijnen te produceren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to plow
[werkwoord]

to use a large farming equipment to dig the ground and make it ready for farming

ploegen, de grond bewerken

ploegen, de grond bewerken

Ex: The farmers plow the field in straight rows to optimize planting efficiency .De boeren **ploegen** het veld in rechte rijen om de plant efficiëntie te optimaliseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to hoe
[werkwoord]

to break up the surface of the ground, remove weeds, etc. using a gardening tool with a thin metal blade attached to a long handle

schoffelen, wieden

schoffelen, wieden

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to till
[werkwoord]

to prepare the soil for planting by digging, stirring, or turning it over using a tool such as a plow or a tiller

ploegen, bebouwen

ploegen, bebouwen

Ex: Tilling the soil before planting helps to improve drainage and root growth .Het **bewerken** van de grond voor het planten helpt bij het verbeteren van de drainage en wortelgroei.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fertilizer
[zelfstandig naamwoord]

a chemical or natural material that is added to the soil to improve its productivity and help plants grow

mest, kunstmest

mest, kunstmest

Ex: Too much fertilizer can harm plants , so it is important to follow the instructions .Te veel **meststof** kan planten schaden, dus het is belangrijk om de instructies te volgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
irrigation
[zelfstandig naamwoord]

the artificial application of water to land or soil to assist in the growing of crops and the maintenance of landscapes

irrigatie, bevloeiing

irrigatie, bevloeiing

Ex: Effective irrigation practices are crucial for sustainable forestry and preventing soil erosion .Effectieve **irrigatiepraktijken** zijn cruciaal voor duurzaam bosbeheer en het voorkomen van bodemerosie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
infiltration
[zelfstandig naamwoord]

the process by which water on the ground surface enters the soil, replenishing soil moisture and reducing runoff

infiltratie, indringing van water in de bodem

infiltratie, indringing van water in de bodem

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
precipitation
[zelfstandig naamwoord]

the amount of water, in the form of rain, snow, sleet, or hail, that falls to the ground, measured over a specific period and crucial for crop growth and forest health

neerslag, neerslaghoeveelheid

neerslag, neerslaghoeveelheid

Ex: Accurate precipitation data is vital for developing effective irrigation strategies .Nauwkeurige **neerslaggegevens** zijn van vitaal belang voor het ontwikkelen van effectieve irrigatiestrategieën.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
semiarid
[bijvoeglijk naamwoord]

characterized by receiving very little rainfall, often with erratic precipitation patterns and a tendency towards drought conditions, but not as extreme as arid climates

halfdroog, semiaride

halfdroog, semiaride

Ex: Effective water management is crucial for sustainable development in semiarid regions .Effectief waterbeheer is cruciaal voor duurzame ontwikkeling in **semi-aride** regio's.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
coniferous
[bijvoeglijk naamwoord]

relating to trees with hard and dry fruits called cones and needle-shaped leaves

conifeer, naaldboomachtig

conifeer, naaldboomachtig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deciduous
[bijvoeglijk naamwoord]

(of plants) annually losing leaves

bladverliezend

bladverliezend

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
silviculture
[zelfstandig naamwoord]

the practice of cultivating and managing forests, including the planting, growth, and harvesting of trees for timber production and ecosystem maintenance

bosbouw, bosbeheer

bosbouw, bosbeheer

Ex: Silviculture plays a vital role in balancing economic interests with environmental conservation in forestry .**Bosbouw** speelt een vitale rol bij het in evenwicht brengen van economische belangen met milieubescherming in de bosbouw.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sharecropping
[zelfstandig naamwoord]

an agricultural system where landowners allow tenants to use the land in exchange for a share of the crops produced

pachtstelsel, deelpacht

pachtstelsel, deelpacht

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
precision agriculture
[zelfstandig naamwoord]

a farming approach that uses technology to optimize crop production by precisely managing resources like water, fertilizer, and pesticides

precisielandbouw, nauwkeurige landbouw

precisielandbouw, nauwkeurige landbouw

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
agropastoralism
[zelfstandig naamwoord]

a farming system that combines agriculture with livestock grazing, where both activities are practiced on the same land

agropastoralisme, agropastoraal systeem

agropastoralisme, agropastoraal systeem

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
seedling
[zelfstandig naamwoord]

a young plant that develops from a seed, typically in the early stages of growth after germination

zaailing, kiemplant

zaailing, kiemplant

Ex: Gardeners monitor the growth of seedlings to ensure they are ready for outdoor conditions .Tuinbouwers monitoren de groei van **zaailingen** om ervoor te zorgen dat ze klaar zijn voor buitenomstandigheden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
organic
[bijvoeglijk naamwoord]

(of food or farming techniques) produced or done without any artificial or chemical substances

biologisch, organisch

biologisch, organisch

Ex: The store has a wide selection of organic snacks and beverages .De winkel heeft een ruime keuze aan **biologische** snacks en dranken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
insecticide
[zelfstandig naamwoord]

a chemical substance or agent that is used to kill or control insects that can cause harm to humans, crops, animals, and structures

insecticiden, insectendodend middel

insecticiden, insectendodend middel

Ex: The house was treated with insecticide to get rid of the ants that had invaded the kitchen .Het huis werd behandeld met **insecticide** om van de mieren af te komen die de keuken waren binnengedrongen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pesticide
[zelfstandig naamwoord]

a type of chemical substance that is used for killing insects or small animals that damage food or crops

pesticide, bestrijdingsmiddel

pesticide, bestrijdingsmiddel

Ex: Excessive use of pesticides can harm beneficial insects and the environment .Overmatig gebruik van **pesticiden** kan schadelijk zijn voor nuttige insecten en het milieu.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
herbicide
[zelfstandig naamwoord]

a chemical substance that kills plants, used for destroying plants that are not wanted

herbicide

herbicide

Ex: Proper application of herbicides is essential to prevent damage to non-target plants and ecosystems .De juiste toepassing van **herbiciden** is essentieel om schade aan niet-doelplanten en ecosystemen te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to terrace
[werkwoord]

to create stepped levels or flat areas on sloped land to prevent erosion and make the land suitable for farming or forestry

terrassen, terrassen aanleggen

terrassen, terrassen aanleggen

Ex: The reforestation project involved terracing the land to plant trees on the steep terrain .Het herbebossingsproject omvatte het **terrassen** van het land om bomen te planten op het steile terrein.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
manure
[zelfstandig naamwoord]

solid waste from animals spread on a piece of land to help plants and crops grow healthier and stronger

mest, dierlijke mest

mest, dierlijke mest

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
compost
[zelfstandig naamwoord]

decayed leaves, plants, or other organic waste turned into a mixture that can improve the soil's quality and productivity once added to it

compost, organische mest

compost, organische mest

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mulch
[zelfstandig naamwoord]

a protective layer of decaying leaves or compost that is spread over or around a plant to improve the quality of the soil, stop weeds from growing, or to provide protection for the plant's base and its roots

mulch, bedekking

mulch, bedekking

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
duff
[zelfstandig naamwoord]

the layer of decomposing organic matter, such as leaves, twigs, and other plant material, that accumulates on the soil surface

strooisellaag, humuslaag

strooisellaag, humuslaag

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to weed
[werkwoord]

to rid a garden or other area of land of unwanted plants

wieden, onkruid verwijderen

wieden, onkruid verwijderen

Ex: He weeds the garden paths to keep them clear and accessible .Hij **wiedt** de tuinpaden om ze vrij en toegankelijk te houden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to cross
[werkwoord]

to deliberately mate individuals of different breeds or varieties to produce offspring with desirable characteristics or traits

kruisen, hybridiseren

kruisen, hybridiseren

Ex: The botanist crossed two varieties of roses , resulting in a flower with a unique color .De botanicus **kruiste** twee soorten rozen, wat resulteerde in een bloem met een unieke kleur.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blight
[zelfstandig naamwoord]

any disease that causes a plant to wither and eventually dies

verwelking, plantenziekte

verwelking, plantenziekte

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vermin
[zelfstandig naamwoord]

small animals or insects that are believed to be destructive and are difficult to handle when they appear in a considerable number

ongedierte, plaagdieren

ongedierte, plaagdieren

Ex: During the medieval times , vermin like fleas and lice were rampant and often spread diseases .Tijdens de middeleeuwen waren **ongedierte** zoals vlooien en luizen wijdverspreid en verspreidden vaak ziekten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
prairie
[zelfstandig naamwoord]

a flat, wide area of land with no or very few trees in North America

prairie, vlakte

prairie, vlakte

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
logging
[zelfstandig naamwoord]

the act of cutting down trees to use their wood

houtkap, ontbossing

houtkap, ontbossing

Ex: The government imposed restrictions on logging to protect endangered species and their habitats.De overheid heeft beperkingen opgelegd aan **houtkap** om bedreigde soorten en hun leefgebieden te beschermen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
infestation
[zelfstandig naamwoord]

the presence of large numbers of harmful insects, pests, or other organisms in an area, often causing damage to crops, trees, or natural environments

besmetting, plaag

besmetting, plaag

Ex: Effective pest management strategies are crucial to control infestation and protect crops .Effectieve strategieën voor plaagbeheersing zijn cruciaal om **besmetting** te beheersen en gewassen te beschermen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
agrarian
[bijvoeglijk naamwoord]

related to agriculture, farmers, or rural life

agrarisch, landbouw-

agrarisch, landbouw-

Ex: The agrarian landscape stretched for miles , with fields of crops as far as the eye could see .Het **agrarische** landschap strekte zich uit over mijlen, met akkers zo ver het oog reikte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
wasteland
[zelfstandig naamwoord]

a barren or unproductive area of land that is unsuitable for agriculture or habitation

woestenij, braakland

woestenij, braakland

Ex: The community garden initiative seeks to reclaim urban wasteland for productive use .Het initiatief van de gemeenschapstuin wil stedelijke **braakliggende terreinen** terugwinnen voor productief gebruik.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
granary
[zelfstandig naamwoord]

a place used for storing grains or farm food

graanschuur, silo

graanschuur, silo

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hydroponics
[zelfstandig naamwoord]

a method of growing plants without soil, using nutrient-rich water solutions

hydroponie, methode voor het kweken van planten zonder aarde

hydroponie, methode voor het kweken van planten zonder aarde

Ex: The greenhouse utilizes hydroponics to grow a variety of herbs and greens .De kas maakt gebruik van **hydroponie** om een verscheidenheid aan kruiden en groenten te kweken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
eutrophication
[zelfstandig naamwoord]

the excessive nutrients in water causing algae blooms, oxygen depletion, and ecological problems

eutrofiëring, overmatige nutriëntenverrijking

eutrofiëring, overmatige nutriëntenverrijking

Ex: Efforts to restore the lake 's health focus on reducing nutrient inputs to combat eutrophication.De inspanningen om de gezondheid van het meer te herstellen, richten zich op het verminderen van de toevoer van voedingsstoffen om **eutrofiëring** te bestrijden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
millet
[zelfstandig naamwoord]

small seeds of a large crop that grows in warm regions, used to feed birds or make flour

gierst, gierst

gierst, gierst

Ex: You can impress your guests with an elegant millet-stuffed bell pepper dish.Je kunt je gasten imponeren met een elegant gerecht van gevulde paprika's met **gierst**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
maize
[zelfstandig naamwoord]

a tall plant growing in Central America that produces yellow seeds, which are used in cooking

maïs, suikermaïs

maïs, suikermaïs

Ex: In the school garden , the students proudly harvested the maize they had planted .In de schooltuin oogstten de leerlingen trots de **maïs** die ze hadden geplant.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
squash
[zelfstandig naamwoord]

a group of edible plants that are typically harvested and cooked while still immature

pompoen, courgette

pompoen, courgette

Ex: Squash adds a wonderful texture and sweetness to curries.**Pompoen** voegt een geweldige textuur en zoetheid toe aan curry's.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
safflower
[zelfstandig naamwoord]

a plant with bright orange or yellow flowers that produces seeds rich in oil

saffloer, valse saffraan

saffloer, valse saffraan

Ex: She planted safflower in her garden , hoping to extract oil from the seeds for cooking purposes .Ze plantte **saffloer** in haar tuin, in de hoop olie uit de zaden te extraheren voor kookdoeleinden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cauliflower
[zelfstandig naamwoord]

the flower head of a plant from the cabbage family that is white in color and is eaten as a vegetable

bloemkool, koolbloem

bloemkool, koolbloem

Ex: She roasted cauliflower florets with spices and olive oil until they were golden brown and crispy .Ze roosterde **bloemkool**-roosjes met kruiden en olijfolie tot ze goudbruin en knapperig waren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
milfoil
[zelfstandig naamwoord]

aquatic plants with finely divided underwater leaves, found in freshwater habitats like lakes and ponds

waterpest, waterplant met fijn verdeelde onderwaterbladeren

waterpest, waterplant met fijn verdeelde onderwaterbladeren

Ex: Researchers study the ecological interactions between milfoil and other aquatic species to better understand its role in freshwater ecosystems .Onderzoekers bestuderen de ecologische interacties tussen **duizendblad** en andere waterorganismen om de rol ervan in zoetwaterecosystemen beter te begrijpen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
birch
[zelfstandig naamwoord]

a deciduous tree known for its smooth bark, typically found in temperate and boreal forests

berk, witte berk

berk, witte berk

Ex: The wood of birch trees is prized for its strength and flexibility , ideal for making furniture and plywood .Het hout van **berkenbomen** wordt gewaardeerd om zijn sterkte en flexibiliteit, ideaal voor het maken van meubels en multiplex.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hypha
[zelfstandig naamwoord]

a thread-like structure found in fungi, consisting of a chain of cells that collectively form the fungal mycelium, essential for nutrient absorption and growth

hyfe, schimmeldraad

hyfe, schimmeldraad

Ex: The hypha of the mold infiltrated the fruit , causing it to decay rapidly .De **hyfe** van de schimmel drong de vrucht binnen, waardoor deze snel verviel.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
asparagus
[zelfstandig naamwoord]

a long green vegetable with edible stems, used in cooking or eaten raw

asperge

asperge

Ex: Asparagus is a good source of vitamins and minerals, making it a healthy addition to any meal.**Asperge** is een goede bron van vitamines en mineralen, waardoor het een gezonde aanvulling is op elke maaltijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gourd
[zelfstandig naamwoord]

a type of fruit belonging to the Cucurbitaceae family, typically with a hard outer shell, often used for containers, utensils, or as ornamental decorations

kalebas, pompoen

kalebas, pompoen

Ex: Botanists classify gourds as a diverse group of plants , including pumpkins and squashes .Botanisten classificeren **kalebassen** als een diverse groep planten, waaronder pompoenen en squash.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
radish
[zelfstandig naamwoord]

an edible root of red color with a pungent taste that is eaten raw in salads

radijs, rode radijs

radijs, rode radijs

Ex: She sliced the radishes into thin rounds and added them to a fresh garden salad .Ze sneed de **radijsjes** in dunne plakjes en voegde ze toe aan een verse tuinsalade.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hemlock
[zelfstandig naamwoord]

a tall evergreen tree with fine-grained wood, valued for construction and known for its dense foliage

tsuga, scheerling

tsuga, scheerling

Ex: Foresters manage hemlock stands to maintain biodiversity and sustainable logging practices .Bosbeheerders beheren **hemlock**-bestanden om de biodiversiteit en duurzame houtkapmethoden te behouden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
legume
[zelfstandig naamwoord]

any type of plant whose pods contain seeds, such as peas and beans

peulvrucht, legume

peulvrucht, legume

Ex: The dietitian recommended incorporating more legumes into their meals for added protein and fiber .De diëtist adviseerde om meer **peulvruchten** in hun maaltijden te verwerken voor extra eiwit en vezels.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
purslane
[zelfstandig naamwoord]

a succulent herb with fleshy leaves, commonly used in salads and culinary dishes

postelein, portulaca

postelein, portulaca

Ex: They bought a bunch of purslane from the farmer 's market and used it as a garnish for their soup .Ze kochten een bos **postelein** van de boerenmarkt en gebruikten het als garnering voor hun soep.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Natuurwetenschappen SAT
LanGeek
LanGeek app downloaden