pattern

Natuurwetenschappen SAT - Uiterlijk en textuur

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met uiterlijk en textuur, zoals "troebel", "ijl", "strak", enz. die je nodig hebt om je SAT's te halen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Vocabulary for Natural Sciences
contraction
[zelfstandig naamwoord]

the natural process of becoming smaller, tighter, or more compact

samentrekking, krimpen

samentrekking, krimpen

Ex: Scientists study the contraction of muscles to understand movement in the human body .Wetenschappers bestuderen de **samentrekking** van spieren om beweging in het menselijk lichaam te begrijpen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
compaction
[zelfstandig naamwoord]

the act or process of compressing or reducing the volume of something, resulting in increased density

verdichting, compressie

verdichting, compressie

Ex: Compaction of the trash in the garbage truck facilitated more efficient waste disposal .De **verdichting** van het afval in de vuilniswagen vergemakkelijkte een efficiëntere afvalverwijdering.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dimension
[zelfstandig naamwoord]

a measure of the height, length, or width of an object in a certain direction

dimensie

dimensie

Ex: When designing the new bridge , engineers took into account the dimensions of the river and the surrounding landscape .Bij het ontwerpen van de nieuwe brug hielden de ingenieurs rekening met de **afmetingen** van de rivier en het omliggende landschap.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
curvature
[zelfstandig naamwoord]

the state or quality of being curved or bent, describing the shape or contour of an object or surface

kromming, buiging

kromming, buiging

Ex: The curvature of the waves on the beach created picturesque scenes at sunset .De **kromming** van de golven op het strand creëerde schilderachtige taferelen bij zonsondergang.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
facet
[zelfstandig naamwoord]

a polished, flat surface on a gemstone or bone, crucial for reflecting light in gems and for articulation in bones

facet, vlak

facet, vlak

Ex: Archaeologists discovered ancient bones with intricately carved facets used for ceremonial purposes .Archeologen ontdekten oude botten met ingewikkeld gesneden **facetten** die voor ceremoniële doeleinden werden gebruikt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
turbid
[bijvoeglijk naamwoord]

(of liquids) lacking in clarity for being mixed by other things such as sand or soil

troebel, modderig

troebel, modderig

Ex: Turbid liquids can often harbor microorganisms that are not visible to the naked eye .**Troebele** vloeistoffen kunnen vaak micro-organismen herbergen die niet met het blote oog zichtbaar zijn.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crooked
[bijvoeglijk naamwoord]

not in any ways straight, with bends, curves, or disorganized angles

krom, scheef

krom, scheef

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
expansive
[bijvoeglijk naamwoord]

able to increase in size or volume

uitzetbaar, rekbaar

uitzetbaar, rekbaar

Ex: The expansive properties of the foam made it ideal for insulation purposes .De **expansieve** eigenschappen van het schuim maakten het ideaal voor isolatiedoeleinden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
iridescent
[bijvoeglijk naamwoord]

exhibiting a shimmering, rainbow-like play of colors, typically due to refraction of light

iriserend, glinsterend

iriserend, glinsterend

Ex: The opalescent seashell washed ashore, its iridescent surface gleaming softly in the sunlight.De opalescente schelp spoelde aan, zijn **iriserende** oppervlak zacht glinsterend in het zonlicht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
porous
[bijvoeglijk naamwoord]

containing small holes or gaps, allowing liquid or air to pass through

poreus, doorlaatbaar

poreus, doorlaatbaar

Ex: The sponge cake was porous, soaking up the syrup and becoming moist .De sponscake was **poreus**, zoog de siroop op en werd vochtig.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ungainly
[bijvoeglijk naamwoord]

hard to manage because of awkward form

onhandig, lomp

onhandig, lomp

Ex: The cyclist , unfamiliar with the new and ungainly bike , had trouble maintaining speed and control on the winding trail .De fietser, niet bekend met de nieuwe en **onhandige** fiets, had moeite om snelheid en controle te behouden op het kronkelende pad.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
towering
[bijvoeglijk naamwoord]

having an impressive height

indrukwekkend, gigantisch

indrukwekkend, gigantisch

Ex: She stood beneath the towering oak tree, marveling at its ancient branches.Ze stond onder de **torenhoge** eik, verwonderd door zijn oude takken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
distorted
[bijvoeglijk naamwoord]

changed from its original shape or form, often in a way that makes it appear twisted, misshapen, or unclear

vervormd, verdraaid

vervormd, verdraaid

Ex: The heat caused the plastic ruler to become distorted, bending out of shape.De hitte zorgde ervoor dat de plastic liniaal **vervormd** raakte, waardoor deze uit vorm boog.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rigid
[bijvoeglijk naamwoord]

not flexible or easily bent

stijf, onbuigzaam

stijf, onbuigzaam

Ex: The steel beam was rigid, providing strong support for the building .De stalen balk was **stijf** en bood sterke ondersteuning voor het gebouw.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
adhesive
[bijvoeglijk naamwoord]

having the quality of sticking or bonding objects together

plakkerig, kleverig

plakkerig, kleverig

Ex: She applied an adhesive strip to the torn page to repair her book .Ze plakte een **plakkerige** strip op de gescheurde pagina om haar boek te repareren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sleek
[bijvoeglijk naamwoord]

having a smooth and shiny texture, typically describing hair, fur, or skin that appears healthy and well-maintained

glad, zijdezacht

glad, zijdezacht

Ex: The dog 's sleek fur showed how well it had been groomed .De **gladde** vacht van de hond liet zien hoe goed hij verzorgd was.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
elastic
[bijvoeglijk naamwoord]

having a flexible quality, capable of returning to its original shape after being stretched or compressed

elastisch, flexibel

elastisch, flexibel

Ex: The dough had an elastic consistency , making it easy to knead and shape .Het deeg had een **elastische** consistentie, waardoor het gemakkelijk te kneden en te vormen was.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
concrete
[bijvoeglijk naamwoord]

consisting of a hard building material that is made of the mixture of cement, water, sand, and small stones

betonnen, concreet

betonnen, concreet

Ex: The real estate agent showed us a house with concrete countertops in the kitchen .De makelaar liet ons een huis zien met **betonnen** aanrechten in de keuken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
wispy
[bijvoeglijk naamwoord]

thin, delicate, and feathery in appearance or texture

teer, delicaat

teer, delicaat

Ex: The cat's fur was soft and wispy, giving it a delicate and ethereal appearance as it prowled through the garden.De vacht van de kat was zacht en **fijn**, wat hem een delicate en etherische uitstraling gaf terwijl hij door de tuin sloop.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
undulating
[bijvoeglijk naamwoord]

having a surface that rises and falls in gentle curves

golvend, deinend

golvend, deinend

Ex: The road followed an undulating path through the countryside.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bumpy
[bijvoeglijk naamwoord]

covered with small raised areas or irregularities, making it uneven to the touch

onregelmatig, hobbelig

onregelmatig, hobbelig

Ex: The mattress was old and bumpy, making it uncomfortable to sleep on .De matras was oud en **onregelmatig**, wat het oncomfortabel maakte om op te slapen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
scraggly
[bijvoeglijk naamwoord]

uneven, unkempt, or ragged in appearance

slordig, verward

slordig, verward

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pleated
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a fabric or garment) folded or gathered in a series of small, parallel folds

geplooid, gerimpeld

geplooid, gerimpeld

Ex: The tablecloth had pleated corners , providing a tailored appearance to the table setting .Het tafelkleed had **geplooide** hoeken, wat een op maat gemaakte uitstraling gaf aan de tafelopstelling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shallow
[bijvoeglijk naamwoord]

having a short distance from the surface to the bottom

ondiep, oppervlakkig

ondiep, oppervlakkig

Ex: The river became shallow during the dry season , exposing rocks and sandbars .De rivier werd **ondiep** tijdens het droge seizoen, waardoor rotsen en zandbanken bloot kwamen te liggen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
labyrinthine
[bijvoeglijk naamwoord]

complicated or difficult to follow, like a maze

labyrintisch, ingewikkeld

labyrintisch, ingewikkeld

Ex: The labyrinthine process delayed the project 's approval for months .Het **labyrintische** proces vertraagde de goedkeuring van het project maandenlang.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ornate
[bijvoeglijk naamwoord]

elaborately decorated or adorned with intricate details

versierd, verfraaid met ingewikkelde details

versierd, verfraaid met ingewikkelde details

Ex: The ornate gates led into the palace , showcasing intricate ironwork .De **versierde** poorten leidden naar het paleis en toonden ingewikkeld ijzerwerk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
elliptical
[bijvoeglijk naamwoord]

shaped like a slightly stretched-out circle or oval

elliptisch, ovaal

elliptisch, ovaal

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tubular
[bijvoeglijk naamwoord]

having the shape or characteristics of a tube

buisvormig, tubulair

buisvormig, tubulair

Ex: The telescope had a tubular design , allowing for easy adjustment and focus .De telescoop had een **buisvormig** ontwerp, waardoor eenvoudige aanpassing en focus mogelijk was.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ovoid
[bijvoeglijk naamwoord]

shaped like an egg, with a rounded or elliptical form

eivormig, ovaal

eivormig, ovaal

Ex: The seeds were small and ovoid in shape , perfect for planting in the garden .De zaden waren klein en **eivormig**, perfect om in de tuin te planten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
malleable
[bijvoeglijk naamwoord]

capable of being hammered or manipulated into different forms without cracking or breaking

smeedbaar, vormbaar

smeedbaar, vormbaar

Ex: The heated plastic became malleable, allowing it to be molded into the desired shape before cooling and hardening .Het verwarmde plastic werd **buigzaam**, waardoor het in de gewenste vorm kon worden gegoten voordat het afkoelde en hard werd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
clammy
[bijvoeglijk naamwoord]

unpleasantly damp and sticky, often referring to skin or surfaces that feel cool and moist to the touch

vochtig en plakkerig, bezweet

vochtig en plakkerig, bezweet

Ex: His clammy skin suggested he might have a fever .Zijn **klamme** huid suggereerde dat hij koorts zou kunnen hebben.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
unkempt
[bijvoeglijk naamwoord]

(of an appearance) not washed, neat, or cared for

onverzorgd, slordig

onverzorgd, slordig

Ex: The once-elegant mansion now appeared unkempt, its grandeur fading over the years .Het ooit elegante herenhuis leek nu **verwaarloosd**, zijn grandeur vervaagde door de jaren heen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
taut
[bijvoeglijk naamwoord]

firm and tight, lacking any slackness or excess

strak, gespannen

strak, gespannen

Ex: As she tied her shoelaces, she pulled them taut to ensure they wouldn't come undone during the race.Terwijl ze haar veters vastmaakte, trok ze ze **strak** aan om ervoor te zorgen dat ze tijdens de race niet los zouden gaan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crinkly
[bijvoeglijk naamwoord]

having small, fine wrinkles or creases on the surface, often producing a texture that is slightly rough or uneven

kreukelig, geplooid

kreukelig, geplooid

Ex: His crinkly hair gave him a distinctive and charming appearance .Zijn **krullende** haar gaf hem een onderscheidend en charmant uiterlijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hollow
[bijvoeglijk naamwoord]

having an empty space within

hol, leeg

hol, leeg

Ex: The old well had a hollow shaft leading deep into the ground .De oude put had een **holle** schacht die diep de grond in leidde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lifelike
[bijvoeglijk naamwoord]

having the appearance or qualities that closely resemble or imitate real life

levensecht, natuurlijk

levensecht, natuurlijk

Ex: Her performance in the play was so lifelike that it left the audience deeply moved and fully immersed in the story .Haar optreden in het toneelstuk was zo **levensecht** dat het het publiek diep ontroerde en volledig onderdompelde in het verhaal.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tensile
[bijvoeglijk naamwoord]

prone to shaping, bending, or stretching

vormbaar, rekbaar

vormbaar, rekbaar

Ex: Fabricated from carbon fiber , the bike frame boasts exceptional tensile characteristics .Vervaardigd uit koolstofvezel, het fietsframe beschikt over uitzonderlijke **trek**eigenschappen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to expand
[werkwoord]

to spread out or stretch in various directions

uitbreiden, uitspreiden

uitbreiden, uitspreiden

Ex: As the hot air balloon ascended , it expanded to its full size , carrying the passengers high above the landscape .Terwijl het heteluchtballon steeg, **zette** het **uit** tot zijn volledige grootte, waardoor de passagiers hoog boven het landschap werden gedragen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to compress
[werkwoord]

to reduce the volume or size of something by applying pressure, squeezing, or condensing it

comprimeren, samendrukken

comprimeren, samendrukken

Ex: The scientist designed a device to compress the air in the container for the experiment .De wetenschapper ontwierp een apparaat om de lucht in de container voor het experiment te **comprimeren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to elongate
[werkwoord]

to stretch something in order to make it longer

verlengen, uitrekken

verlengen, uitrekken

Ex: By the end of the renovation , the hallway will have been elongated to create a more spacious entrance .Aan het einde van de renovatie zal de gang **verlengd** zijn om een ruimere ingang te creëren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to pigment
[werkwoord]

to become colored with a particular hue or tint

pigmenteren, kleuren

pigmenteren, kleuren

Ex: As the flower petals opened , they pigmented, revealing a stunning array of hues .Toen de bloemblaadjes openden, **pigmenteerden** ze, waardoor een verbluffende reeks tinten zichtbaar werd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to blemish
[werkwoord]

to damage the appearance of something by causing a flaw or imperfection

bezoedelen, beschadigen

bezoedelen, beschadigen

Ex: Avoid using harsh chemicals that could blemish the finish of your countertops .Vermijd het gebruik van agressieve chemicaliën die de afwerking van uw aanrechten kunnen **beschadigen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to crease
[werkwoord]

to cause a wrinkle or indentation on a surface

plooien, kreuken

plooien, kreuken

Ex: He carefully folded the letter , trying not to crease it too much , but it still ended up with visible lines .Hij vouwde de brief zorgvuldig, probeerde hem niet te **kreuken**, maar toch eindigde hij met zichtbare lijnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to smudge
[werkwoord]

to make a dirty mark by rubbing or spreading something on a surface

bevuilen, smeren

bevuilen, smeren

Ex: The makeup artist gently smudged the eyeliner for a smoky eye look .De make-upartiest veegde zachtjes de eyeliner uit voor een smoky eye-look.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to contour
[werkwoord]

to shape something, emphasizing its natural curves and outlines

vormgeven, contouren aanbrengen

vormgeven, contouren aanbrengen

Ex: The car manufacturer carefully contoured the body of the vehicle for aerodynamic efficiency .De autofabrikant heeft de carrosserie van het voertuig zorgvuldig **gecontoureerd** voor aerodynamische efficiëntie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to smear
[werkwoord]

to spread a substance over a surface in a messy or uneven manner

uitsmeren, bekladden

uitsmeren, bekladden

Ex: The chef smeared sauce on the plate to add a decorative touch to the dish .De chef **smeerde** saus op het bord om een decoratieve touch aan het gerecht toe te voegen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to felt
[werkwoord]

to cause fibers to become matted and compacted, resembling felt, typically through pressure, moisture, or agitation

vilten, tot vilt verdichten

vilten, tot vilt verdichten

Ex: They felted the wool roving into a cozy blanket using traditional techniques .Ze **viltten** de wol tot een gezellige deken met traditionele technieken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to embellish
[werkwoord]

to improve the appearance of something by adding things such as decorative pieces, colors, etc. to it

verfraaien, versieren

verfraaien, versieren

Ex: The garden was embellished with stone pathways and ornate sculptures to create a serene environment .De tuin was **versierd** met stenen paden en sierlijke sculpturen om een serene omgeving te creëren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to extend
[werkwoord]

to enlarge or lengthen something

verlengen, uitbreiden

verlengen, uitbreiden

Ex: The city council plans to extend the park by adding more green space .De gemeenteraad plant om het park uit te **breiden** door meer groene ruimte toe te voegen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Natuurwetenschappen SAT
LanGeek
LanGeek app downloaden