Cambridge English: CAE (C1 Advanced) - Natuurkunde & Aggregatietoestanden

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

atomic

[bijvoeglijk naamwoord]

related to atoms, the smallest units of matter, including their structure, properties, and interactions

atomair

Ex: Atomic mass represents the average mass of an atom, taking into account its isotopes.De **atomische** massa vertegenwoordigt de gemiddelde massa van een atoom, rekening houdend met zijn isotopen.

Sluiten

Inloggen

bond

[zelfstandig naamwoord]

a link that holds atoms or ions together in any molecule or crystal

binding, verbinding

Ex: Hydrogen bonds play a crucial role in the structure of DNA, contributing to its stability and the specificity of base pairing.Waterstof**bindingen** spelen een cruciale rol in de structuur van DNA, dragen bij aan de stabiliteit en de specificiteit van baseparing.

Sluiten

Inloggen

charge

[zelfstandig naamwoord]

the physical property in matter that causes it to experience a force in an electromagnetic field

lading, elektrische lading

Ex: An electron carries a negative charge, which determines its behavior in an electromagnetic field.Een elektron draagt een negatieve **lading**, die zijn gedrag in een elektromagnetisch veld bepaalt.

Sluiten

Inloggen

density

[zelfstandig naamwoord]

(physics) the degree to which a substance is compacted, measured by dividing its mass by its volume

dichtheid, massadichtheid

Ex: To determine the density of an object , you divide its mass by its volume .Om de **dichtheid** van een object te bepalen, deel je zijn massa door zijn volume.

Sluiten

Inloggen

gravity

[zelfstandig naamwoord]

(physics) the universal force of attraction between any pair of objects with mass

zwaartekracht

Ex: The strength of gravity on Earth 's surface is approximately 9.81 meters per second squared ( m / s² ) .De sterkte van de **zwaartekracht** op het aardoppervlak is ongeveer 9,81 meter per seconde kwadraat (m/s²).

Sluiten

Inloggen

property

[zelfstandig naamwoord]

a feature or quality of something

eigenschap, kenmerk

Ex: Elasticity is a material property that measures its ability to return to its original shape after being deformed .**Elasticiteit** is een **eigenschap** van een materiaal dat meet hoe goed het terug kan keren naar zijn oorspronkelijke vorm na vervorming.

Sluiten

Inloggen

acid

[zelfstandig naamwoord]

a water-soluble chemical substance that contains Hydrogen and has a sour taste or corrosive feature with a PH less than 7

zuur, zure stof

Ex: When dissolved in water, carbonic acid forms from carbon dioxide, contributing to the acidity of rainwater.Wanneer opgelost in water, vormt **zuur** koolzuur uit koolstofdioxide, wat bijdraagt aan de zuurgraad van regenwater.

Sluiten

Inloggen

conductor

[zelfstandig naamwoord]

a substance that permits electricity to pass through or along it

geleider, conducteur

Ex: Aluminum is widely used as a conductor in power transmission lines due to its lightweight and good conductivity .**Aluminium** wordt veel gebruikt als **geleider** in hoogspanningslijnen vanwege zijn lichtgewicht en goede geleidbaarheid.

Sluiten

Inloggen

crystal

[zelfstandig naamwoord]

a solid substance formed when a chemical compound solidifies, with atoms arranged in a highly regular, repeating pattern

Ex: Sugar crystals are used in baking and candy-making , forming when a sugar solution cools and solidifies .

Sluiten

Inloggen

composition

[zelfstandig naamwoord]

the different elements that form something or the arrangement of these elements

samenstelling, opbouw

Ex: Analyzing the composition of soil helps farmers determine its fertility and nutrient content for optimal crop growth .Het analyseren van de **samenstelling** van de grond helpt boeren om de vruchtbaarheid en het gehalte aan voedingsstoffen te bepalen voor een optimale gewasgroei.

Sluiten

Inloggen

ray

[zelfstandig naamwoord]

a column of light, such as that emitted from a beacon or focused source

Ex: A single ray from the torch revealed the hidden path .

Sluiten

Inloggen

magnet

[zelfstandig naamwoord]

an object that produces an invisible field capable of attracting certain metals without physical contact

magneet, magnetisch

Ex: My book report is on the man who first figured out how to use magnets to help ships navigate the ocean long ago .Mijn boekverslag gaat over de man die als eerste uitvond hoe **magneten** te gebruiken om schepen te helpen navigeren op de oceaan lang geleden.

Sluiten

Inloggen

thermal

[bijvoeglijk naamwoord]

related to heat or temperature, including how heat moves, how materials expand with temperature changes, and the energy stored in heat

thermisch, warmte-

Ex: Thermal imaging cameras detect infrared radiation emitted by objects to visualize temperature variations .**Thermische** beeldcamera's detecteren infraroodstraling die door objecten wordt uitgezonden om temperatuurvariaties te visualiseren.

Sluiten

Inloggen

vacuum

[zelfstandig naamwoord]

a space that is utterly empty of all matter

vacuüm, leegte

Ex: The vacuum of space is characterized by extremely low pressure and the absence of atmosphere .Het **vacuüm** van de ruimte wordt gekenmerkt door extreem lage druk en de afwezigheid van een atmosfeer.

Sluiten

Inloggen

gassy

[bijvoeglijk naamwoord]

having the form or characteristics of gas

gasvormig, gasaardig

Sluiten

Inloggen

molecule

[zelfstandig naamwoord]

the smallest structure of a substance consisting of a group of atoms

molecuul

Ex: Chemical reactions often involve the breaking and forming of molecules.Chemische reacties houden vaak het breken en vormen van **moleculen** in.

Sluiten

Inloggen

radiation

[zelfstandig naamwoord]

energy transmitted through space or matter in the form of waves or particles

Ex: Radioactive materials emit radiation that can be harmful to living organisms .

Sluiten

Inloggen

Cambridge English: CAE (C1 Advanced)

LanGeek app downloaden