pattern

Cambridge English: CAE (C1 Advanced) - Ziekten, verwondingen en specifieke aandoeningen

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge English: CAE (C1 Advanced)
to discharge
[werkwoord]

(of a wound or body part) to slowly release an infectious liquid, called pus

etteren, afscheiden

etteren, afscheiden

Ex: The wound care team regularly cleaned and dressed the wound to minimize the risk of it discharging pus .Het wondverzorgingsteam reinigde en verbond de wond regelmatig om het risico op **afscheiding** van pus te minimaliseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dumb
[bijvoeglijk naamwoord]

unable to speak

stom, doofstom

stom, doofstom

Ex: In historical contexts , the term "dumb" was often used to describe individuals with speech impairments or those who could not speak for various reasons .In historische contexten werd de term **"stom"** vaak gebruikt om individuen met spraakstoornissen of degenen die om verschillende redenen niet konden spreken te beschrijven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deaf
[bijvoeglijk naamwoord]

partly or completely unable to hear

doof, slechthorend

doof, slechthorend

Ex: He learned to lip-read to better understand conversations as he grew increasingly deaf.Hij leerde liplezen om gesprekken beter te begrijpen toen hij steeds **dover** werd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
terminally
[bijwoord]

in a manner that denotes an illness or condition that is incurable and expected to result in death

terminaal, in het terminale stadium

terminaal, in het terminale stadium

Ex: Clinical notes recorded that the disease had progressed to a terminally fatal stage .De klinische notities registreerden dat de ziekte was gevorderd tot een **terminaal** dodelijk stadium.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blister
[zelfstandig naamwoord]

a swollen area on the skin filled with liquid, caused by constant rubbing or by burning

blaar, blaasje

blaar, blaasje

Ex: In severe cases , large or infected blisters may require medical attention to prevent complications and promote healing .In ernstige gevallen kunnen grote of geïnfecteerde **blaren** medische aandacht vereisen om complicaties te voorkomen en het genezingsproces te bevorderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to dislocate
[werkwoord]

to suddenly cause a bone to move out of its normal position

ontwrichten, verplaatsen

ontwrichten, verplaatsen

Ex: The wrestler dislocated his elbow during the match .De worstelaar **ontwrichtte** zijn elleboog tijdens de wedstrijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to fracture
[werkwoord]

to sustain a break or crack in a bone

breken, zich breken

breken, zich breken

Ex: The child's shin bone fractured while playing on the playground.Het scheenbeen van het kind **brak** tijdens het spelen op de speelplaats.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to infect
[werkwoord]

to transmit a disease to a person, animal, or plant

infecteren, besmetten

infecteren, besmetten

Ex: If proper precautions are not taken , the virus will likely infect more individuals .Als er geen passende voorzorgsmaatregelen worden genomen, zal het virus waarschijnlijk meer individuen **infecteren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
relief
[zelfstandig naamwoord]

a feeling of comfort that comes when something annoying or upsetting is gone

opluchting, verlichting

opluchting, verlichting

Ex: She experienced great relief when the missing pet was found .Ze voelde een grote **opluchting** toen het vermiste huisdier werd gevonden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to sprain
[werkwoord]

(of a ligament) to be suddenly twisted, which results in much pain

verzwikken, verrekken

verzwikken, verrekken

Ex: He sprains his leg easily because of his weak joints .Hij **verstuit** gemakkelijk zijn been vanwege zijn zwakke gewrichten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
swelling
[zelfstandig naamwoord]

an area of one's body that has become unusually larger, caused by an injury or sickness

zwelling, oedeem

zwelling, oedeem

Ex: In some cases , swelling can be managed with over-the-counter medications like ibuprofen , which help reduce inflammation and pain .In sommige gevallen kan **zwelling** worden beheerd met vrij verkrijgbare medicijnen zoals ibuprofen, die helpen ontstekingen en pijn te verminderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

feeling unwell or slightly ill

Ex: I've been under the weather all week with a cold.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
repetitive strain injury
[zelfstandig naamwoord]

damage to muscles, tendons, or other soft tissues that develops over time from repetitive movements, prolonged overuse, or sustained awkward posture during work or daily activities

letsel door herhaalde belasting, musculoskeletale aandoening

letsel door herhaalde belasting, musculoskeletale aandoening

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to hiccup
[werkwoord]

to make a sudden, involuntary sound caused by a spasm of the diaphragm, often as a result of eating or drinking too quickly

hikken, de hik hebben

hikken, de hik hebben

Ex: He was embarrassed when he hiccupped while meeting his boss .Hij was beschaamd toen hij de **hik** kreeg tijdens het ontmoeten van zijn baas.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
color blindness
[zelfstandig naamwoord]

a condition where a person has trouble seeing certain colors or distinguishing between them

kleurenblindheid, kleurenzien tekortkoming

kleurenblindheid, kleurenzien tekortkoming

Ex: People with color blindness may use special glasses to help them see colors better .Mensen met **kleurenblindheid** kunnen speciale brillen gebruiken om kleuren beter te zien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to choke
[werkwoord]

to block the throat, hinder breathing and cause suffocation

wurgen, verstikken

wurgen, verstikken

Ex: In a dangerous situation , the officer quickly choked the armed suspect to prevent further harm .In een gevaarlijke situatie wurgde de officier snel de gewapende verdachte om verdere schade te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
insomnia
[zelfstandig naamwoord]

a disorder in which one is unable to sleep or stay asleep

slapeloosheid, slaapstoornis

slapeloosheid, slaapstoornis

Ex: Despite feeling exhausted , his insomnia made it impossible for him to get a good night 's rest .Ondanks dat hij zich uitgeput voelde, maakte zijn **slapeloosheid** het onmogelijk voor hem om een goede nachtrust te krijgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
high blood pressure
[zelfstandig naamwoord]

a chronic condition in which the force of blood against arterial walls is persistently elevated, increasing risk of heart disease, stroke, and other complications

hoge bloeddruk, hypertensie

hoge bloeddruk, hypertensie

Ex: Many people with high blood pressure feel fine , which is why screening is important .Veel mensen met een **hoge bloeddruk** voelen zich goed, daarom is screening belangrijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
obesity
[zelfstandig naamwoord]

the condition of having such a high amount of body fat that it becomes very dangerous for one's health

obesitas, overgewicht

obesitas, overgewicht

Ex: Addressing obesity requires a multifaceted approach that includes promoting healthy eating habits , regular physical activity , and community-wide initiatives .Het aanpakken van **obesitas** vereist een veelzijdige aanpak die het bevorderen van gezonde eetgewoonten, regelmatige lichaamsbeweging en gemeenschapsbrede initiatieven omvat.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to wear out
[werkwoord]

to make someone tired because of strain or stress

uitputten, vermoeien

uitputten, vermoeien

Ex: Don't wear yourself out by working too many hours without breaks.**Put** jezelf niet **uit** door te veel uren te werken zonder pauzes.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
malaria
[zelfstandig naamwoord]

a potentially fatal disease normally transmitted to humans through the bite of an infected Anopheles mosquito

malaria

malaria

Ex: The outbreak of malaria in the village prompted a swift response from medical teams .De uitbraak van **malaria** in het dorp leidde tot een snelle reactie van medische teams.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to pinch
[werkwoord]

to cause discomfort or distress

knijpen, drukken

knijpen, drukken

Ex: The sharp criticism from her boss pinched her self-esteem .De scherpe kritiek van haar baas **kwetste** haar zelfwaardering.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to tingle
[werkwoord]

to make a part of the body feel a bit ticklish or have a slight, unusual sensation

tintelen, prikkelen

tintelen, prikkelen

Ex: Last night , the cool breeze tingled my face during the walk .Gisteravond **tintelde** de koele bries mijn gezicht tijdens de wandeling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
agony
[zelfstandig naamwoord]

severe physical or mental pain

agonie, lijden

agonie, lijden

Ex: Patients with severe burns often experience excruciating agony during treatment .Patiënten met ernstige brandwonden ervaren vaak ondraaglijke **pijn** tijdens de behandeling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to flag
[werkwoord]

to lose energy, strength, and enthusiasm

verflauwen, verslappen

verflauwen, verslappen

Ex: Without regular breaks , employees ' productivity tends to flag during long workdays .Zonder regelmatige pauzes neigt de productiviteit van werknemers tijdens lange werkdagen te **vervagen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cavity
[zelfstandig naamwoord]

a hole in a tooth that is caused by decay

holte, cariës

holte, cariës

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trauma
[zelfstandig naamwoord]

a medical condition of the mind caused by extreme shock, which could last for a very long time

trauma, emotionele shock

trauma, emotionele shock

Ex: Witnessing a natural disaster can leave survivors with lasting trauma and fear .Getuige zijn van een natuurramp kan overlevenden achterlaten met blijvend **trauma** en angst.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
breakdown
[zelfstandig naamwoord]

a condition in which a person becomes so anxious or depressed that they can no longer handle their everyday life

zenuwinstorting, nervous breakdown

zenuwinstorting, nervous breakdown

Ex: The intense academic pressure during finals week caused several students to suffer breakdowns.De intense academische druk tijdens de examenweek zorgde ervoor dat verschillende studenten **zenuwinzinkingen** kregen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
amnesia
[zelfstandig naamwoord]

a severe medical condition that leads to partial or complete loss of memory

amnesie

amnesie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
neurosis
[zelfstandig naamwoord]

a mental condition that is not caused by organic disease in which one is constantly anxious, worried, and stressed

neurose, neurotische stoornis

neurose, neurotische stoornis

Ex: Symptoms of neurosis can include persistent feelings of sadness , irritability , and fear , often without a clear or rational cause .Symptomen van **neurose** kunnen aanhoudende gevoelens van verdriet, prikkelbaarheid en angst omvatten, vaak zonder duidelijke of rationele oorzaak.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

an extremely anxious or nervous person

Ex: With relaxation techniques, he can manage his anxiety and avoid being a bag of nerves in stressful situations.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
anxiety disorder
[zelfstandig naamwoord]

a group of mental health conditions marked by persistent, excessive fear or worry, that interferes with daily functioning

angststoornis, angstziekte

angststoornis, angstziekte

Ex: The clinician explained that anxiety disorders often co‑occur with depression and require coordinated treatment .De clinicus legde uit dat **angststoornissen** vaak samen voorkomen met depressie en gecoördineerde behandeling vereisen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge English: CAE (C1 Advanced)
LanGeek
LanGeek app downloaden