pattern

SAT Woordvaardigheden 3 - Les 27

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Word Skills 3
to allure
[werkwoord]

to attract or tempt someone, particularly by offering or showing something appealing

verleiden, aantrekken

verleiden, aantrekken

Ex: The opportunity for career advancement allured ambitious professionals to the company .De kans op carrièrevooruitgang **lokte** ambitieuze professionals naar het bedrijf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
allusion
[zelfstandig naamwoord]

a statement that implies or indirectly mentions something or someone else, especially as a literary device

allusie, verwijzing

allusie, verwijzing

Ex: The poet 's allusion to Icarus served as a cautionary tale about the dangers of overambition and hubris .De **allusie** van de dichter op Icarus diende als een waarschuwing voor de gevaren van overambitie en hoogmoed.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vendible
[bijvoeglijk naamwoord]

suitable to be sold

verkoopbaar,  verhandelbaar

verkoopbaar, verhandelbaar

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vendition
[zelfstandig naamwoord]

the act of selling things as a job

verkoop, handel

verkoop, handel

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vendor
[zelfstandig naamwoord]

someone on the street who offers food, clothing, etc. for sale

verkoper, handelaar

verkoper, handelaar

Ex: She bought a scarf from a street vendor during her travels .Ze kocht een sjaal van een straat**verkoper** tijdens haar reizen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
thoroughbred
[zelfstandig naamwoord]

an animal with a purebred lineage that has not been mixed with any other breeds, and is typically associated with horses that are bred specifically for racing purposes

volbloed, raszuiver

volbloed, raszuiver

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
thoroughfare
[zelfstandig naamwoord]

a road, street, or passage that provides a direct route or passage for vehicles, pedestrians, or both

hoofdweg, doorgangsroute

hoofdweg, doorgangsroute

Ex: They live just off the main thoroughfare, so it 's easy for them to get around .Ze wonen vlak naast de **hoofdweg**, dus het is gemakkelijk voor hen om zich te verplaatsen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pestilent
[bijvoeglijk naamwoord]

extremely harmful and likely to cause disease especially in a widespread manner

schadelijk, dodelijk

schadelijk, dodelijk

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pestilence
[zelfstandig naamwoord]

an evil and destructive force or impact

plaag, pestilentie

plaag, pestilentie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
impermissible
[bijvoeglijk naamwoord]

prohibited by the law

verboden, ontoelaatbaar

verboden, ontoelaatbaar

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
impervious
[bijvoeglijk naamwoord]

resistant to being affected or damaged by something

ondoordringbaar, ongevoelig

ondoordringbaar, ongevoelig

Ex: The high-quality paint was impervious to fading and wear .De hoogwaardige verf was **ondoordringbaar** voor vervagen en slijtage.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
implacable
[bijvoeglijk naamwoord]

not changing one's mind in any circumstances

meedogenloos,  onvermurwbaar

meedogenloos, onvermurwbaar

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
implausible
[bijvoeglijk naamwoord]

not seeming believable or reasonable enough to be considered true

onwaarschijnlijk, niet plausibel

onwaarschijnlijk, niet plausibel

Ex: The idea of an alien invasion seemed implausible, given the lack of any evidence .Het idee van een buitenaardse invasie leek **onwaarschijnlijk**, gezien het gebrek aan bewijs.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
defendant
[zelfstandig naamwoord]

a person in a law court who is sued by someone else or is accused of committing a crime

gedaagde, verdachte

gedaagde, verdachte

Ex: The defendant remained composed throughout the trial , maintaining innocence despite the prosecution 's strong arguments .De **verdachte** bleef kalm tijdens de hele rechtszaak en handhaafde zijn onschuld ondanks de sterke argumenten van het openbaar ministerie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
defensible
[bijvoeglijk naamwoord]

having a justifiable basis that can be supported or explained

verdedigbaar, rechtvaardigbaar

verdedigbaar, rechtvaardigbaar

Ex: His actions were defensible in light of the evidence presented .Zijn acties waren **verdedigbaar** in het licht van het gepresenteerde bewijs.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
defensive
[bijvoeglijk naamwoord]

designed or used in a way that provides a person or thing with protection against attack

defensief,  verdedigend

defensief, verdedigend

Ex: He wore a helmet and armor as part of his defensive gear during the jousting tournament .Hij droeg een helm en harnas als onderdeel van zijn **defensieve** uitrusting tijdens het steekspeltoernooi.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
defiance
[zelfstandig naamwoord]

a behavior in which one disobeys someone or something in a bold manner

verzet,  uitdaging

verzet, uitdaging

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
defiant
[bijvoeglijk naamwoord]

willing to disobey someone or something in authority

uitdagend, opstandig

uitdagend, opstandig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
SAT Woordvaardigheden 3
LanGeek
LanGeek app downloaden