SAT Woordvaardigheden 3 - Les 49

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

unbearable

[bijvoeglijk naamwoord]

causing extreme discomfort or distress that is difficult to endure

ondraaglijk, onverdraaglijk

Ex: The tension in the room was so thick that it felt almost unbearable.De spanning in de kamer was zo dik dat het bijna **ondraaglijk** voelde.

Sluiten

Inloggen

unbecoming

[bijvoeglijk naamwoord]

not appropriate or attractive, often in a way that goes against accepted standards or social norms

ongepast, niet flatteus

Ex: The manager reprimanded the team member for his unbecoming attitude towards colleagues during the meeting .De manager berispte het teamlid voor zijn **ongepaste** houding tegenover collega's tijdens de vergadering.

Sluiten

Inloggen

unbelief

[zelfstandig naamwoord]

the state of not holding or accepting beliefs

ongeloof, geloofsloosheid

Ex: In the face of societal progress , unbelief in equal rights for all remains a barrier to achieving true inclusivity and justice .In het licht van maatschappelijke vooruitgang blijft **ongeloof** in gelijke rechten voor iedereen een belemmering voor het bereiken van echte inclusiviteit en gerechtigheid.

Sluiten

Inloggen

unbridled

[bijvoeglijk naamwoord]

lacking restraint, often suggesting a wild nature

ongebreideld, onbeheerst

Ex: In the heart of the jungle , the unbridled symphony of wildlife serenaded the moonlit night , a testament to the untamed wilderness .In het hart van de jungle serenadeerde de **ongecontroleerde** symfonie van het wildleven de maanverlichte nacht, een bewijs van de ongetemde wildernis.

Sluiten

Inloggen

unfounded

[bijvoeglijk naamwoord]

having no basis in fact or reality, making something unreliable or untrue

ongegrond, zonder basis

Ex: His belief that he would fail the exam was unfounded, as he had studied diligently and was well-prepared .Zijn overtuiging dat hij voor het examen zou zakken was **ongegrond**, omdat hij ijverig had gestudeerd en goed voorbereid was.

Sluiten

Inloggen

to transact

[werkwoord]

to do business with another person or company

transacties uitvoeren, zaken doen

Ex: During the meeting , the two companies agreed to transact a significant merger deal , marking a new era of collaboration .Tijdens de vergadering kwamen de twee bedrijven overeen om een belangrijke fusieovereenkomst **af te handelen**, wat een nieuw tijdperk van samenwerking markeert.

Sluiten

Inloggen

to transcend

[werkwoord]

to go or be beyond the material or physical aspects of existence, indicating a superior existence or understanding

transcenderen, overstijgen

Ex: Some philosophers believe that the soul transcends the physical body .Sommige filosofen geloven dat de ziel het fysieke lichaam **transcendeert**.

Sluiten

Inloggen

to transgress

[werkwoord]

to knowingly violate regulations or agreements

overtreden, schenden

Ex: Her decision to transgress workplace rules by sharing sensitive company data led to serious repercussions for both her and the organization .Haar beslissing om de regels op de werkplek te **overtreden** door gevoelige bedrijfsgegevens te delen, leidde tot ernstige gevolgen voor zowel haar als de organisatie.

Sluiten

Inloggen

to transliterate

[werkwoord]

to transform words from one writing system to another

translitereren, omzetten

Ex: Linguists often transliterate ancient texts , making them accessible to readers unfamiliar with the original script .Taalkundigen **translitereren** vaak oude teksten, waardoor ze toegankelijk worden voor lezers die niet bekend zijn met het oorspronkelijke schrift.

Sluiten

Inloggen

translucent

[bijvoeglijk naamwoord]

permitting light to pass through but making objects on the other side appear blurred

doorschijnend, transparant

Ex: The packaging was made of a translucent material , giving a glimpse of the product inside .De verpakking was gemaakt van een **translucent** materiaal, wat een glimp van het product binnenin gaf.

Sluiten

Inloggen

to transpire

[werkwoord]

to emit vapor or gaseous substances into the atmosphere

transpireren, dampen afgeven

Ex: The furnace operated at high temperatures, causing the fuel to transpire into the air.De oven werkte op hoge temperaturen, waardoor de brandstof in de lucht **transpireerde**.

Sluiten

Inloggen

subacid

[bijvoeglijk naamwoord]

having a subtle sour taste

subzuur, licht zuur

Ex: As the sun set, the subacid nuances of the tropical fruit cocktail brought a burst of freshness to the beachside picnic.Toen de zon onderging, brachten de **lichtzure** nuances van de tropische fruitcocktail een vlaag van frisheid naar het picknick aan het strand.

Sluiten

Inloggen

to subdue

[werkwoord]

to bring something or someone under control, often using authority or force

onderdrukken, bedwingen

Ex: The government plans to use force if necessary to subdue any uprising .De regering is van plan om indien nodig geweld te gebruiken om elke opstand te **onderdrukken**.

Sluiten

Inloggen

to subside

[werkwoord]

to go down or settle, either by sinking or gently lowering, as in buildings, on the ground, or in water

verzakken, zich vestigen

Ex: As the storm passed , the waves on the lake began to subside, calming the once-choppy waters .Toen de storm voorbijtrok, begonnen de golven op het meer te **zakken**, wat het eens woelige water kalmeerde.

Sluiten

Inloggen

to resuscitate

[werkwoord]

to bring someone to a state of consciousness, typically by administering medical aid or CPR

reanimeren, terug tot bewustzijn brengen

Ex: The medical team used a defibrillator to resuscitate the heart attack victim .Het medische team gebruikte een defibrillator om het slachtoffer van een hartaanval **te reanimeren**.

Sluiten

Inloggen

resurrection

[zelfstandig naamwoord]

the act of bringing something into activity after a period of disuse

wederopstanding, herleving

Ex: After a period of disuse , the neglected garden underwent a resurrection, blooming with vibrant colors and life once more .Na een periode van ongebruik onderging de verwaarloosde tuin een **wederopstanding**, opnieuw bloeiend met levendige kleuren en leven.

Sluiten

Inloggen

resurgent

[bijvoeglijk naamwoord]

bouncing back with newfound strength

herlevend, opkomend

Ex: The once-silent music scene experienced a resurgent beat , echoing through the city 's streets with newfound rhythm .De ooit stille muziekscène beleefde een **herlevende** beat, die door de straten van de stad echode met een nieuw gevonden ritme.

Sluiten

Inloggen

resumption

[zelfstandig naamwoord]

the act of starting again after a pause or interruption

hervatting, voortzetting

Ex: As the curtain fell unexpectedly , the play 's director orchestrated a swift resumption, capturing the audience 's attention once more .Toen het doek onverwacht viel, regisseerde de toneelregisseur een snelle hervatting en trok opnieuw de aandacht van het publiek.

Sluiten

Inloggen

respondent

[zelfstandig naamwoord]

a person who answers or reacts

respondent, deelnemer aan de enquête

Ex: The online discussion allowed each participant to be a respondent, expressing their thoughts on the topic .De online discussie stond elke deelnemer toe een **respondent** te zijn, hun gedachten over het onderwerp uitend.

Sluiten

Inloggen

SAT Woordvaardigheden 3

LanGeek app downloaden

Langeek

SAT Woordvaardigheden 3 - Les 49