pattern

SAT Woordvaardigheden 3 - Les 36

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Word Skills 3
to refract
[werkwoord]

(of physics) to change the direction of light, sound, or energy when it passes through something

refracteren, breken

refracteren, breken

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
refractory
[bijvoeglijk naamwoord]

hard or impossible to control because of stubbornness

rebbelachtig, opstandig

rebbelachtig, opstandig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to refrain
[werkwoord]

to resist or hold back from doing or saying something

onthouden, terughoudend zijn

onthouden, terughoudend zijn

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
baritone
[bijvoeglijk naamwoord]

related to a voice that is ranged between tenor and bass

bariton, baritonaal

bariton, baritonaal

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bass
[bijvoeglijk naamwoord]

having a voice with the lowest range and tone

bas, basse

bas, basse

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inextricable
[bijvoeglijk naamwoord]

impossible to escape or get rid of

onlosmakelijk, onnodig

onlosmakelijk, onnodig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
infallible
[bijvoeglijk naamwoord]

incapable of making mistakes or being wrong

onfeilbaar, foutloos

onfeilbaar, foutloos

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inflexible
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a rule, opinion, etc.) fixed and not easily changed

onwrikbaar, star

onwrikbaar, star

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
irresistible
[bijvoeglijk naamwoord]

impossible to resist or refuse, usually because of being very appealing or attractive

onweerstaanbaar, ontegenzeglijk

onweerstaanbaar, ontegenzeglijk

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
irresponsible
[bijvoeglijk naamwoord]

neglecting one's duties or obligations, often causing harm or inconvenience to others

onverantwoordelijk, lichtzinnig

onverantwoordelijk, lichtzinnig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to irrigate
[werkwoord]

to supply crops, land, etc. with water, typically by artificial means

irrigeren, bewerken

irrigeren, bewerken

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
innate
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a quality or skill) gained from the moment that one was born

aangeboren, aanleg

aangeboren, aanleg

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inmost
[bijvoeglijk naamwoord]

placed closest to the center

innerlijk,  diepste

innerlijk, diepste

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to infuse
[werkwoord]

to soak something in liquid in order to get the flavor of it

infuseren, doordrenken

infuseren, doordrenken

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
infusion
[zelfstandig naamwoord]

the process of soaking herbs or tea in a liquid, usually boiled water

infusie, trekking

infusie, trekking

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to inhume
[werkwoord]

to put a dead body in the ground or sea

begraven, ten grave dragen

begraven, ten grave dragen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
irresolute
[bijvoeglijk naamwoord]

hesitant and uncertain about what to do

onbeslist, twijfelend

onbeslist, twijfelend

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
SAT Woordvaardigheden 3
LanGeek
LanGeek app downloaden