SAT Woordvaardigheden 3 - Les 41

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

integral

[bijvoeglijk naamwoord]

considered a necessary and important part of something

integraal, essentieel

Ex: Regular exercise is integral to maintaining good physical health .Regelmatige lichaamsbeweging is **essentieel** voor het behoud van een goede lichamelijke gezondheid.

Sluiten

Inloggen

integrity

[zelfstandig naamwoord]

the state of being together as one and not separated or broken into parts

integriteit, eenheid

Ex: She worked hard to ensure the integrity of the project was intact .Ze werkte hard om ervoor te zorgen dat de **integriteit** van het project intact bleef.

Sluiten

Inloggen

tendency

[zelfstandig naamwoord]

a natural inclination or disposition toward a particular behavior, thought, or action

neiging, tendens

Ex: His tendency toward perfectionism slowed down the project .Zijn **neiging** naar perfectionisme vertraagde het project.

Sluiten

Inloggen

tendentious

[bijvoeglijk naamwoord]

stating a cause or opinion that one strongly believes in, particularly one that causes a lot of controversy

tendentieus, partijdig

Ex: The politician ’s tendentious statements often fueled public controversy .De **tendentiëze** uitspraken van de politicus leidden vaak tot publieke controverse.

Sluiten

Inloggen

submissive

[bijvoeglijk naamwoord]

showing a tendency to be passive or compliant

onderdanig, meegaand

Ex: His submissive behavior in the relationship showed his willingness to prioritize his partner ’s needs over his own .Zijn **onderdanige** gedrag in de relatie toonde zijn bereidheid om de behoeften van zijn partner boven die van hemzelf te stellen.

Sluiten

Inloggen

submission

[zelfstandig naamwoord]

the state or act of accepting defeat and not having a choice but to obey the person in the position of power

onderwerping, overgave

Ex: Her submission to the authority of the ruling party was evident in her compliance with their policies .Haar **onderwerping** aan het gezag van de regerende partij was duidelijk in haar naleving van hun beleid.

Sluiten

Inloggen

conservatism

[zelfstandig naamwoord]

a political belief with an inclination to keep the traditional values in a society by avoiding changes

conservatisme

Ex: Conservatism promotes a strong sense of community and social cohesion .**Conservatisme** bevordert een sterk gevoel van gemeenschap en sociale cohesie.

Sluiten

Inloggen

conservative

[bijvoeglijk naamwoord]

supporting traditional values and beliefs and not willing to accept any contradictory change

conservatief, traditionalistisch

Ex: The company adopted a conservative approach to risk management .Het bedrijf heeft een **conservatieve** benadering van risicobeheer aangenomen.

Sluiten

Inloggen

conservatory

[zelfstandig naamwoord]

a school or college that people attend to for studying music, theater, or some other form of art

conservatorium, muziekschool

Ex: As a faculty member at the conservatory, he was dedicated to nurturing the next generation of artists and instilling in them a deep appreciation for their craft .Als faculteitslid van het **conservatorium** wijdde hij zich aan het koesteren van de volgende generatie kunstenaars en het bijbrengen van een diepe waardering voor hun vakmanschap.

Sluiten

Inloggen

decimal

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to a system of numbers based on powers of ten, where quantities are expressed using digits, including fractions and whole numbers

decimaal, gerelateerd aan het decimale systeem

Ex: Decimal fractions allow for precise representations of quantities, enabling accurate calculations in various fields, including science, engineering, and finance.**Decimale** breuken maken nauwkeurige weergaven van hoeveelheden mogelijk, waardoor nauwkeurige berekeningen in verschillende velden, waaronder wetenschap, techniek en financiën, mogelijk zijn.

Sluiten

Inloggen

decathlon

[zelfstandig naamwoord]

a competition consisting of ten different sports that takes place over two days

tienkamp, wedstrijd bestaande uit tien verschillende sporten

Ex: He struggled with fatigue during the final events of the decathlon but summoned the strength to finish strong and earn a podium spot .

Sluiten

Inloggen

decapod

[zelfstandig naamwoord]

a ten-footed animal that lives in water, such as a crab, shrimp, lobster, etc.

tienpotige, tienpotig dier dat in water leeft

Sluiten

Inloggen

effulgent

[bijvoeglijk naamwoord]

radiant and brilliant in appearance

stralend, schitterend

Ex: The actor stood under the effulgent stage lights , commanding attention .De acteur stond onder de **stralende** podiumlichten en trok de aandacht.

Sluiten

Inloggen

effulgence

[zelfstandig naamwoord]

having a radiant quality

glans, straling

Sluiten

Inloggen

primeval

[bijvoeglijk naamwoord]

related to a distant past

oeroud, primitief

Ex: Standing among the towering trees , she felt a connection to the primeval wilderness .Staand tussen de torenhoge bomen voelde ze een verbinding met de **oeroude** wildernis.

Sluiten

Inloggen

primitive

[bijvoeglijk naamwoord]

characteristic of an early stage of human or animal evolution

primitief, archaïsch

Ex: The island 's ecosystem still contains primitive species that have remained unchanged for centuries .Het ecosysteem van het eiland bevat nog steeds **primitieve** soorten die eeuwenlang ongewijzigd zijn gebleven.

Sluiten

Inloggen

primordial

[bijvoeglijk naamwoord]

belonging to the beginning of time

oeroud, oorspronkelijk

Ex: The primordial soup theory posits that life on Earth originated from simple organic molecules .De **oersoep**-theorie stelt dat het leven op Aarde ontstond uit eenvoudige organische moleculen.

Sluiten

Inloggen

indignity

[zelfstandig naamwoord]

an act or remark that results in the loss of one's honor

vernedering, schande

Sluiten

Inloggen

indignant

[bijvoeglijk naamwoord]

feeling angry because of a mistake or injustice

verontwaardigd, woedend