pattern

Boek Insight - Gevorderd - Vocabulaire Inzicht 10

Hier vind je de woorden uit Vocabulary Insight 10 in het Insight Advanced cursusboek, zoals "polyglot", "buitenaards", "chronologisch", enz.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Insight - Advanced
poly-
[Voorvoegsel]

used to refer to multiple or various aspects or instances of a particular thing

poly, multi

poly, multi

Ex: "Polygraph" is a device used to measure several physiological responses.De **polygraaf** is een apparaat dat wordt gebruikt om verschillende fysiologische reacties te meten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
polyclinic
[zelfstandig naamwoord]

a clinic or medical center that is not part of a hospital, where a wide variety of diseases and injuries are treated

polikliniek, medisch centrum

polikliniek, medisch centrum

Ex: Polyclinics offer comprehensive medical services without the need for a hospital visit .**Poliklinieken** bieden uitgebreide medische diensten zonder dat een ziekenhuisbezoek nodig is.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
polygon
[zelfstandig naamwoord]

(geometry) a flat shape consisting of three or more straight sides

veelhoek, vlakke vorm bestaande uit drie of meer rechte zijden

veelhoek, vlakke vorm bestaande uit drie of meer rechte zijden

Ex: Polygons can be classified based on the number of their sides , such as pentagons and hexagons .**Polygonen** kunnen worden geclassificeerd op basis van het aantal zijden, zoals vijfhoeken en zeshoeken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
polysyllabic
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a word) having multiple syllables, or specifically, having more than two syllables

veellettergrepig, met meer dan twee lettergrepen

veellettergrepig, met meer dan twee lettergrepen

Ex: Some people find polysyllabic words challenging to pronounce.Sommige mensen vinden **meersyllabige** woorden moeilijk uit te spreken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
polytheism
[zelfstandig naamwoord]

the belief in or worship of multiple gods or deities

polytheïsme, geloof in meerdere goden

polytheïsme, geloof in meerdere goden

Ex: Polytheism often involves rituals and ceremonies dedicated to honoring different deities .**Polytheïsme** houdt vaak rituelen en ceremonies in die gewijd zijn aan het eren van verschillende goden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
polyglot
[zelfstandig naamwoord]

a person who can speak or understand multiple languages

polyglot, meertalige

polyglot, meertalige

Ex: Being a polyglot, he easily communicated with people from different countries .Als **polyglot** communiceerde hij gemakkelijk met mensen uit verschillende landen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
extra-
[Voorvoegsel]

used to indicate something additional or beyond the usual

extra-

extra-

Ex: In the term "extra-large," -extra is used to denote a size that is larger than just "large."In de term "extra-large" wordt **extra** gebruikt om een maat aan te duiden die groter is dan alleen "large".
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
extraterrestrial
[zelfstandig naamwoord]

an entity or being originating from or existing outside Earth

buitenaards wezen, extraterrestrisch wezen

buitenaards wezen, extraterrestrisch wezen

Ex: Some believe that extraterrestrials are responsible for the mysterious lights seen in the sky .Sommigen geloven dat **buitenaardse wezens** verantwoordelijk zijn voor de mysterieuze lichten die in de lucht worden gezien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inter-
[Voorvoegsel]

used to indicate the relationship or interaction between two or more things or people

inter-, tussen

inter-, tussen

Ex: Intercontinental flights often have long durations.**Inter**continentale vluchten hebben vaak lange duur.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
micro-
[Voorvoegsel]

used to indicate something on a very small scale or at a microscopic level

micro-, mini-

micro-, mini-

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
micro-organism
[zelfstandig naamwoord]

a tiny living thing, like bacteria or fungi, that can only be seen using a microscope

micro-organisme, microbe

micro-organisme, microbe

Ex: Scientists are studying the micro-organisms found in the soil to understand their role in the ecosystem .Wetenschappers bestuderen de **micro-organismen** die in de bodem worden aangetroffen om hun rol in het ecosysteem te begrijpen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
macro-
[Voorvoegsel]

used to refer to something that is large-scale

macro-, grootschalig

macro-, grootschalig

Ex: Effective macromarketing strategies look at the broad impacts on global or regional markets rather than focusing solely on individual consumer behavior.Effectieve **macromarketing** strategieën kijken naar de brede impact op mondiale of regionale markten in plaats van zich uitsluitend te richten op individueel consumentengedrag.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
macroeconomic
[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the study or analysis of the overall economy, including aspects such as national income, inflation, employment, and economic growth

macro-economisch

macro-economisch

Ex: Inflation and unemployment are key macroeconomic indicators .Inflatie en werkloosheid zijn belangrijke **macro-economische** indicatoren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
chrono-
[Voorvoegsel]

used to indicate a relation to time or its order

chrono

chrono

Ex: Chronotherapy aims to optimize the timing of medication to match the body's biological rhythms.**Chrono**therapie streeft ernaar het tijdstip van medicatie te optimaliseren om overeen te komen met de biologische ritmes van het lichaam.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
chronological
[bijvoeglijk naamwoord]

organized according to the order that the events occurred in

chronologisch

chronologisch

Ex: The museum exhibit showcased artifacts in chronological order , illustrating the development of civilization .De museumtentoonstelling toonde artefacten in **chronologische** volgorde, wat de ontwikkeling van de beschaving illustreerde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
neo-
[Voorvoegsel]

used to indicate something new, revived, or modern

neo, nieuw

neo, nieuw

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nanotechnology
[zelfstandig naamwoord]

the study of working with incredibly tiny materials and devices to create new technologies and applications

nanotechnologie, nanomateriaaltechnologie

nanotechnologie, nanomateriaaltechnologie

Ex: Nanotechnology plays a key role in modern cancer treatments.**Nanotechnologie** speelt een sleutelrol in moderne kankerbehandelingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pan-
[Voorvoegsel]

used to convey the idea of encompassing or involving a wide range of things or areas

pan-, omni-

pan-, omni-

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pandemic
[zelfstandig naamwoord]

a disease that spreads across a large region or even across the world

pandemie, wereldwijde epidemie

pandemie, wereldwijde epidemie

Ex: Pandemics can spread illness globally due to increased international travel and trade networks.**Pandemieën** kunnen ziekten wereldwijd verspreiden vanwege toegenomen internationale reizen en handelsnetwerken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bi-
[Voorvoegsel]

used to indicate the presence of two of something, or that something has two parts or aspects

bi-

bi-

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bilateral
[bijvoeglijk naamwoord]

involving or relating to two sides or parties

bilateraal, tweezijdig

bilateraal, tweezijdig

Ex: Bilateral cooperation between the organizations led to significant advancements .De **bilaterale** samenwerking tussen de organisaties leidde tot significante vooruitgang.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
retro-
[Voorvoegsel]

used to describe styles, trends, or designs that are inspired by earlier decades or cultural periods

retro, vintage

retro, vintage

Ex: The movie soundtrack features retro-funk hits, bringing back the groove of the 70s.De filmsoundtrack bevat **retro**-funkhits, die de groove van de jaren 70 terugbrengen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
retroactive
[bijvoeglijk naamwoord]

applied or taken effect from a past date or event

retroactief, met terugwerkende kracht

retroactief, met terugwerkende kracht

Ex: His promotion came with a retroactive pay adjustment .Zijn promotie kwam met een **retroactieve** loonaanpassing.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
psycholinguistic
[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the study of how the mind processes language, combining psychology and linguistics

psycholinguïstisch, gerelateerd aan psycholinguïstiek

psycholinguïstisch, gerelateerd aan psycholinguïstiek

Ex: Computational models of language processing draw on psycholinguistic principles to simulate human-like language comprehension .Computermodellen van taalverwerking steunen op **psycholinguïstische** principes om mensachtig taalbegrip te simuleren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
biochemical
[bijvoeglijk naamwoord]

referring to processes or substances related to the chemical reactions that occur within living organisms

biochemisch, verwijzend naar processen of stoffen die verband houden met de chemische reacties die in levende organismen plaatsvinden

biochemisch, verwijzend naar processen of stoffen die verband houden met de chemische reacties die in levende organismen plaatsvinden

Ex: Hormones are biochemical messengers that regulate various physiological processes in the body .Hormonen zijn **biochemische** boodschappers die verschillende fysiologische processen in het lichaam reguleren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sociocultural
[bijvoeglijk naamwoord]

related to the social and cultural aspects of a society, emphasizing the influence of social factors, norms, and cultural practices on individuals and communities

sociocultureel, gerelateerd aan sociale en culturele aspecten

sociocultureel, gerelateerd aan sociale en culturele aspecten

Ex: The sociocultural changes over time are often reflected in art and literature .De **socioculturele** veranderingen in de loop van de tijd worden vaak weerspiegeld in kunst en literatuur.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
geopolitical
[bijvoeglijk naamwoord]

related to the influence and interactions of geographical factors on political decisions, relationships, and strategies among nations

geopolitiek, gerelateerd aan geopolitiek

geopolitiek, gerelateerd aan geopolitiek

Ex: The geopolitical importance of maritime trade routes has sparked competition among naval powers .Het **geopolitieke** belang van maritieme handelsroutes heeft concurrentie onder zeemachten aangewakkerd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
microelectronic
[bijvoeglijk naamwoord]

pertaining to the design of small electronic components, circuits, and systems that enable the creation of compact and high-performing electronic devices

micro-elektronisch, betreffende micro-elektronica

micro-elektronisch, betreffende micro-elektronica

Ex: Microelectronic components can be found in nearly all consumer electronics .**Micro-elektronische** componenten zijn te vinden in bijna alle consumentenelektronica.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ray
[zelfstandig naamwoord]

a straight line with one endpoint that extends infinitely in the other direction

straal, halfrechte

straal, halfrechte

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sphere
[zelfstandig naamwoord]

(geometry) a round object that every point on its surface has the same distance from its center

bol

bol

Ex: Spheres are often used in design for their smooth and harmonious appearance .**Bollen** worden vaak gebruikt in ontwerp vanwege hun gladde en harmonieuze uiterlijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
spiral
[zelfstandig naamwoord]

(geometry) a curved shape or design that gradually winds around a center or axis

spiraal, helix

spiraal, helix

Ex: The gymnast executed a flawless series of spins and jumps , creating an impressive aerial spiral.De turnster voerde een vlekkeloze reeks draaien en sprongen uit, waardoor een indrukwekkende luchtspiraal ontstond.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lozenge
[zelfstandig naamwoord]

(geometry) a figure with four sides and two opposite angles more than 90° and two of less than 90°

ruit, romboïde

ruit, romboïde

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cone
[zelfstandig naamwoord]

(geometry) a three dimensional shape with a circular base that rises to a single point

kegel, geometrische kegel

kegel, geometrische kegel

Ex: The chef stacked three ice cream scoops in a waffle cone for the perfect summer treat .De chef stapelde drie bolletjes ijs in een wafel**hoorntje** voor de perfecte zomerse traktatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cube
[zelfstandig naamwoord]

a figure, either hollow or solid, with six equal square sides

kubus, dobbelsteen

kubus, dobbelsteen

Ex: The ice in the cooler was formed into perfect cubes.Het ijs in de koeler was gevormd tot perfecte **kubussen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crescent
[zelfstandig naamwoord]

a curved shape with narrow points at the ends that appears wider in the middle, like the shape of the moon in its first and last quarters

halve maan, maansikkel

halve maan, maansikkel

Ex: The crescent of the new moon was barely visible against the twilight sky .De **sikkel** van de nieuwe maan was nauwelijks zichtbaar tegen de schemerlucht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
radius
[zelfstandig naamwoord]

the length of a straight line drawn from the center of a circle to any point on its outer boundary

straal, halve diameter

straal, halve diameter

Ex: The radius of a planet determines its gravitational influence and orbital characteristics within a solar system .De **straal** van een planeet bepaalt zijn zwaartekrachtsinvloed en orbitale kenmerken binnen een zonnestelsel.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
arc
[zelfstandig naamwoord]

(geometry) a part of a circle, which is curved

boog, deel van een cirkel

boog, deel van een cirkel

Ex: When measuring an arc, it is important to identify the center of the circle .Bij het meten van een **boog** is het belangrijk om het middelpunt van de cirkel te identificeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ellipse
[zelfstandig naamwoord]

(geometry) a closed plane curve that has two focal points

ellips, elliptische curve

ellips, elliptische curve

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tangent
[zelfstandig naamwoord]

(mathematics) the ratio of the opposite to the adjacent side of a triangle that has one angle of 90°

tangens, de tangens

tangens, de tangens

Ex: When the sun is setting , you can use the tangent to figure out the angle the sun makes with the horizon .Wanneer de zon ondergaat, kun je de **tangens** gebruiken om de hoek te bepalen die de zon met de horizon maakt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cylinder
[zelfstandig naamwoord]

(geometry) a solid or hollow shape with two circular bases at each end and straight parallel sides

cilinder, cilindrische vorm

cilinder, cilindrische vorm

Ex: The ancient columns were made in the shape of massive stone cylinders, supporting the grand structure .De oude zuilen waren gemaakt in de vorm van massieve stenen **cilinders**, die de grote structuur ondersteunden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
green light
[zelfstandig naamwoord]

approval to begin a project

groen licht, goedkeuring

groen licht, goedkeuring

Ex: If the budget is approved , we can expect the green light for hiring new employees .Als de begroting wordt goedgekeurd, kunnen we het **groene licht** verwachten voor het aannemen van nieuwe werknemers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blue-collar
[bijvoeglijk naamwoord]

relating to jobs or workers who engage in manual labor or skilled trades

arbeiders, handmatig

arbeiders, handmatig

Ex: Blue-collar workers are known for their hands-on approach to problem-solving and their ability to work effectively with tools and machinery.**Blauwe boorden** arbeiders staan bekend om hun praktische aanpak van probleemoplossing en hun vermogen om effectief te werken met gereedschappen en machines.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
white-collar
[bijvoeglijk naamwoord]

relating to jobs or workers who perform professional, managerial, or administrative tasks, typically in office settings

witboord, kantoor

witboord, kantoor

Ex: White-collar workers often work in corporate settings, government offices, or professional services firms.**Witteboorden** werknemers werken vaak in zakelijke omgevingen, overheidskantoren of professionele dienstverlenende bedrijven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
in the red
[Zinsdeel]

in debt due to spending more than one's earnings

Ex: The restaurant was struggling to attract enough customers, leading to significant losses, and they were operating in the red.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
golden years
[zelfstandig naamwoord]

a period of time in which someone no longer works due to old age

gouden jaren, derde leeftijd

gouden jaren, derde leeftijd

Ex: He moved to a quiet countryside house to enjoy his golden years.Hij verhuisde naar een rustig landhuis om van zijn **gouden jaren** te genieten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gray area
[zelfstandig naamwoord]

a situation that is hard to define or categorize and therefore unclear

grijze zone, onduidelijk gebied

grijze zone, onduidelijk gebied

Ex: The boundaries of privacy in the digital age often exist in a gray area, raising important questions about personal data and surveillance .De grenzen van privacy in het digitale tijdperk bestaan vaak in een **grijs gebied**, wat belangrijke vragen oproept over persoonlijke gegevens en toezicht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
out of the blue
[Zinsdeel]

occurring without prior warning

Ex: The sudden storm out of the blue, catching many people unprepared .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
red tape
[zelfstandig naamwoord]

official procedures or rules that are unnecessary and time-consuming

bureaucratie, papierwinkel

bureaucratie, papierwinkel

Ex: They had to navigate through a lot of red tape to get their visa approved .Ze moesten door veel **bureaucratie** navigeren om hun visum goedgekeurd te krijgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
white flag
[zelfstandig naamwoord]

a universal symbol of surrender or truce, used to indicate the intention to cease fighting or negotiate peace

witte vlag, overgave vlag

witte vlag, overgave vlag

Ex: The villagers put up a white flag to indicate their desire for peace .De dorpsbewoners hingen een **witte vlag** op om hun verlangen naar vrede aan te geven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
purple patch
[zelfstandig naamwoord]

a period marked by good luck or success

een geluksperiode, een succesvolle periode

een geluksperiode, een succesvolle periode

Ex: She hopes this purple patch of creativity continues for a long time .Ze hoopt dat deze **gelukkige periode** van creativiteit nog lang voortduurt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

in a distinctive and very successful way

Ex: The company launched its new with flying colors, exceeding sales projections in the first month .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Boek Insight - Gevorderd
LanGeek
LanGeek app downloaden