Woordenschat voor IELTS General (Score 5) - Human Body

Hier leer je enkele Engelse woorden met betrekking tot het menselijk lichaam die nodig zijn voor het General Training IELTS-examen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

Vocabulary for General Training IELTS (5)

anatomy

[zelfstandig naamwoord]

the human body

anatomie

Ex: The textbook provided detailed diagrams of anatomy for students to learn from .Het leerboek bood gedetailleerde diagrammen van **anatomie** voor studenten om van te leren.

Sluiten

Inloggen

vein

[zelfstandig naamwoord]

any tube or vessel that carries blood to one's heart

ader, bloedvat

Ex: Sometimes veins can swell and become painful , especially in the legs .Soms kunnen **aderen** opzwellen en pijnlijk worden, vooral in de benen.

Sluiten

Inloggen

skull

[zelfstandig naamwoord]

the bony structure that surrounds and provides protection for a person's or animal's brain

schedel, hersenpan

Ex: The skull protects the brain , one of the most vital organs in the body .De **schedel** beschermt de hersenen, een van de meest vitale organen in het lichaam.

Sluiten

Inloggen

bone

[zelfstandig naamwoord]

any of the hard pieces making up the skeleton in humans and some animals

bot, menselijk bot

Ex: The surgeon performed a bone graft to repair the damaged bone.De chirurg voerde een **bot**transplantatie uit om het beschadigde **bot** te herstellen.

Sluiten

Inloggen

skin

[zelfstandig naamwoord]

the thin layer of tissue that covers the body of a person or an animal

huid, opperhuid

Ex: The spa offered treatments to rejuvenate and pamper the skin.De spa bood behandelingen aan om de **huid** te verjongen en te verwennen.

Sluiten

Inloggen

skeleton

[zelfstandig naamwoord]

the structure of bones supporting the body of an animal or a person

skelet, geraamte

Ex: Scientists discovered a dinosaur skeleton in the desert .Wetenschappers ontdekten een dinosaurus-**skelet** in de woestijn.

Sluiten

Inloggen

muscle

[zelfstandig naamwoord]

a piece of body tissue that is made tight or relaxed when we want to move a particular part of our body

spier

Ex: The weightlifter 's strong muscles helped him lift heavy weights .De sterke **spieren** van de gewichtheffer hielpen hem zware gewichten op te tillen.

Sluiten

Inloggen

pulse

[zelfstandig naamwoord]

the rhythmic beating of the blood vessels created when the heart pumps, especially felt on the wrist or at the sides of the neck

pols, slag

Sluiten

Inloggen

system

[zelfstandig naamwoord]

a complex network of organs and cells working together to support and sustain life

systeem, organisme

Sluiten

Inloggen

flesh

[zelfstandig naamwoord]

the soft parts of the human body

vlees, zacht weefsel

Ex: He felt a sharp pain as the splinter pierced the flesh of his thumb .Hij voelde een scherpe pijn toen de splinter het **vlees** van zijn duim doorboorde.

Sluiten

Inloggen

waist

[zelfstandig naamwoord]

the part of the body between the ribs and hips, which is usually narrower than the parts mentioned

taille, middel

Ex: He suffered from lower back pain due to poor posture and a lack of strength in his waist muscles .Hij leed aan lage rugpijn door een slechte houding en een gebrek aan kracht in zijn **taille**-spieren.

Sluiten

Inloggen

chest

[zelfstandig naamwoord]

the front part of the body between the neck and the stomach

borst, thorax

Ex: The tightness in her chest made her anxious .De beklemming op haar **borst** maakte haar angstig.

Sluiten

Inloggen

vessel

[zelfstandig naamwoord]

a tube that transports body fluids

vat, bloedvat

Sluiten

Inloggen

brain

[zelfstandig naamwoord]

the body part that is inside our head controlling how we feel, think, move, etc.

hersenen

Ex: The brain weighs about three pounds .Het **brein** weegt ongeveer drie pond.

Sluiten

Inloggen

heart

[zelfstandig naamwoord]

the body part that pushes the blood to go to all parts of our body

hart, het hart

Ex: The heart pumps blood throughout the body to provide oxygen and nutrients .Het **hart** pompt bloed door het lichaam om zuurstof en voedingsstoffen te leveren.

Sluiten

Inloggen

to inhale

[werkwoord]

to take air or substances into the lungs by breathing in

inademen, inhaleren

Ex: He inhaled sharply when he saw the unexpected news .Hij **ademde** scherp in toen hij het onverwachte nieuws zag.

Sluiten

Inloggen

to exhale

[werkwoord]

to breathe air or smoke out through the mouth or nose

uitademen, uitblazen

Ex: As he exhaled, the cold air formed a visible mist in front of him .Toen hij **uitademde**, vormde de koude lucht een zichtbare mist voor hem.

Sluiten

Inloggen

Woordenschat voor IELTS General (Score 5)

LanGeek app downloaden

Langeek

Woordenschat voor IELTS General (Score 5) - Human Body