Werkwoorden van Handmatige Handeling - Werkwoorden voor Kleding
Hier leer je enkele Engelse werkwoorden die verwijzen naar kleding, zoals "dragen", "aanhebben" en "uitkleden".
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
to have something such as clothes, shoes, etc. on your body

dragen, aanhebben
to put on clothing

aantrekken, dragen
to place or wear something on the body, including clothes, accessories, etc.

aantrekken, opzetten
to be wearing an item of clothing or accessory

dragen, aanhebben
to provide someone or ourselves with clothes; to dress someone or ourselves

kleden, aankleden
to proudly wear or show off something, like clothing or accessories

pronken met, tentoonstellen
to put clothes on oneself

zich aankleden, kleren aantrekken
to dress oneself or someone else in particular clothes, often for a specific purpose or occasion

kleden, uitdossen
to dress in a specific outfit, typically representing a specific character, theme, or period

verkleden, kostumeren
to wear formal clothes for a special occasion or event

zich netjes kleden, zich opdirken
to clothe oneself, often in a distinctive or particular manner

kleden, zich tooien
to dress in an elaborate or stylish manner

zich uitdossen, zich op een uitgebreide manier kleden
to dress in a specific uniform or attire, often for a particular activity or event

aankleden, zich kleden
to be of the right size or shape for someone

passen, geschikt zijn
to put on a piece of clothing to see if it fits and how it looks

passen, aanpassen
(of clothes, a color, hairstyle, etc.) to look good on someone

staan, passen bij
to complement and suit each other when combined or placed together

bij elkaar passen, elkaar aanvullen
to make someone look better

voordelig doen uitkomen, flatteren
to remove a piece of clothing or accessory from your or another's body

uitdoen, afleggen
to take off clothing or a covering

afleggen, uitdoen
to remove one's own clothes

zich uitkleden, kleren uittrekken
to take one's clothes off

uitkleden, zich uitkleden
to remove one's clothing

zich uitkleden, kleren uittrekken
| Werkwoorden van Handmatige Handeling |
|---|