omgaan met
We moeten deze problemen zo snel mogelijk aanpakken.
Hier leer je enkele basis Engelse werkwoordelijke uitdrukkingen, zoals "deal with", "go in" en "find out", voorbereid voor A2-leerders.
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
omgaan met
We moeten deze problemen zo snel mogelijk aanpakken.
binnengaan
De winkel gaat snel sluiten, dus als je wilt winkelen, moet je snel naar binnen gaan.
instappen
De taxi stopte bij de stoep, en ik stapte snel in.
uitgaan
Het alarm ging af en iedereen haastte zich om het gebouw te verlaten.
opdraaien
In de koude maanden moeten we vaak de thermostaat omhoog draaien.
lager zetten
Mijn buren vroegen me gisteravond om de muziek zachter te zetten omdat het te luid was.
instappen
Ze stapten in het vliegtuig en vonden hun stoelen.
uitstappen
Ze stapte bij de volgende halte uit de bus.
neerleggen
Hij zette zijn koffer neer en haastte zich om zijn familie te begroeten.
oppakken
Ze heeft 's ochtends de krant van de veranda opgepakt.
binnenkomen
Kom binnen en maak het uzelf gemakkelijk.
opgroeien
Ze is met haar neven en nichten in hetzelfde huis opgegroeid.
uitvinden
We zullen de resultaten van de test te weten komen nadat deze is beoordeeld.
opstaan
Hij besloot op te staan en rond te lopen na urenlang te hebben gezeten.
haast je
Ik haast me meestal als ik de bus zie aankomen.
weggooien
Gooi die oude stoel alsjeblieft weg, hij is kapot.
kalmeren
Hij kon niet kalmeren tot hij het goede nieuws hoorde.
vertragen
Tijdens de race begon de sprinter bij de finishlijn te vertragen.
rondkijken
Toen we de top van de heuvel bereikten, keken we rond om van het uitzicht te genieten.
omdraaien
Toen ik de kamer binnenkwam, draaide iedereen zich om om naar me te kijken.
terugkeren
Hij moest na een korte pauze weer terugkeren naar zijn studies.
binnenlaten
Ze weigerde de vreemdeling bij de deur binnen te laten.
uitschakelen
Vergeet niet uw apparaten uit te schakelen voordat het vliegtuig opstijgt.