pattern

Dieren - Dierlijke voortplanting

Hier leer je enkele woorden over dierlijke reproductie in het Engels, zoals "spawn", "hatch" en "larva".

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Words Related to Animals
fecundity
[zelfstandig naamwoord]

the ability of a living organism to produce a large number of offspring or viable eggs or seeds

vruchtbaarheid, voortplantingsvermogen

vruchtbaarheid, voortplantingsvermogen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
asexuality
[zelfstandig naamwoord]

a sexual orientation characterized by a lack of sexual attraction or desire for sexual activity

aseksualiteit, aseksualisme

aseksualiteit, aseksualisme

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
asexual reproduction
[zelfstandig naamwoord]

a type of reproduction where a single organism can produce offspring without the involvement of another organism

ongeslachtelijke voortplanting

ongeslachtelijke voortplanting

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to hatch
[werkwoord]

(of birds, fish, etc.) to come out of an egg

uitkomen

uitkomen

Ex: The ornithologist documented the rare event of the eagle chicks hatching in the nest high up in the tree .De ornitholoog documenteerde de zeldzame gebeurtenis van de arendskuikens die **uit het ei kwamen** in het nest hoog in de boom.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
breeding
[zelfstandig naamwoord]

the process of mating animals, plants, or microorganisms with desirable characteristics to produce offspring with those same traits

fokkerij,  voortplanting

fokkerij, voortplanting

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
spawn
[zelfstandig naamwoord]

the eggs that an aquatic animal or an amphibian lays and are covered with a transparent layer

kuit, paai

kuit, paai

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to lay
[werkwoord]

(of a bird, insect, fish, etc.) to produce eggs

leggen, afzetten

leggen, afzetten

Ex: In captivity , the parakeet laid eggs several times a year in its nesting box .In gevangenschap **legde** de parkiet meerdere keren per jaar eieren in zijn nestkastje.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to breed
[werkwoord]

(of an animal) to have sex and give birth to young

voortplanten, fokken

voortplanten, fokken

Ex: Certain fish species display vibrant colors and perform elaborate courtship rituals before breeding.Bepaalde vissoorten vertonen levendige kleuren en voeren uitgebreide paringsrituelen uit voordat ze **zich voortplanten**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
larva
[zelfstandig naamwoord]

a young form of an insect or an animal that has come out of the egg but has not yet developed into an adult

larve

larve

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to fertilize
[werkwoord]

to introduce male reproductive cells into the female reproductive system for reproduction

bevruchten,  bemesten

bevruchten, bemesten

Ex: In some species , males fertilize the female ’s eggs externally in the water .Bij sommige soorten bevruchten de mannetjes de eieren van het vrouwtje extern in het water.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
chrysalis
[zelfstandig naamwoord]

the stage of the metamorphosis that comes between the larval and adult stages of a moth or butterfly

pop, chrysalis

pop, chrysalis

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
androgen
[zelfstandig naamwoord]

a male sex hormone, such as testosterone, that is responsible for the development and maintenance of male characteristics in humans and animals

androgeen, mannelijk hormoon

androgeen, mannelijk hormoon

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to mate
[werkwoord]

(of animals) to have sex for breeding or reproduction

paren, zich voortplanten

paren, zich voortplanten

Ex: Do n't disturb animals in the wild when they are trying to mate.Verstoor dieren in het wild niet wanneer ze proberen te **paren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tadpole
[zelfstandig naamwoord]

an amphibian in the larval stage

dikkopje, kikkervisje

dikkopje, kikkervisje

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fertilization
[zelfstandig naamwoord]

the union of a sperm and an egg to form a zygote, which marks the beginning of sexual reproduction in organisms

bevruchting

bevruchting

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pedigree
[zelfstandig naamwoord]

the parents, grandparents and the ancestors of an animal that are all purebred, or a certificate that proves this

stamboom, pedigree

stamboom, pedigree

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to spay
[werkwoord]

to remove the sexual organs of a female animal, called ovaries

steriliseren,  castreren

steriliseren, castreren

Ex: She volunteers at the clinic where they spay and neuter feral cats .Ze doet vrijwilligerswerk in de kliniek waar ze wilde katten **steriliseren** en castreren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
barrenness
[zelfstandig naamwoord]

the inability of a person, animal or plant to reproduce

onvruchtbaarheid, steriliteit

onvruchtbaarheid, steriliteit

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
breeder
[zelfstandig naamwoord]

a person or animal that produces offspring through reproduction

fokker, kweker

fokker, kweker

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to crossbreed
[werkwoord]

to make an animal or plant breed with a different type

kruisen, hybridiseren

kruisen, hybridiseren

Ex: She crossbred two tomato varieties to improve resistance to disease .Ze **kruiste** twee tomatenrassen om de weerstand tegen ziekten te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to neuter
[werkwoord]

to remove the sex organs of a domestic animal in order to keep it from reproduction

steriliseren, castreren

steriliseren, castreren

Ex: It's a common practice to neuter farm animals to manage their populations.Het is een gangbare praktijk om boerderijdieren te **steriliseren** om hun populaties te beheren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
broody
[zelfstandig naamwoord]

a hen that sits on her eggs with the intention of hatching them

een broedse hen, een kip die op haar eieren zit om ze uit te broeden

een broedse hen, een kip die op haar eieren zit om ze uit te broeden

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to incubate
[werkwoord]

to keep an egg in a favorable condition to help it develop until it hatches

incuberen, broeden

incuberen, broeden

Ex: Birds of prey like eagles build large nests where they incubate their eggs and raise their chicks .Roofvogels zoals adelaars bouwen grote nesten waar ze hun eieren **uitbroeden** en hun kuikens grootbrengen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
brood
[zelfstandig naamwoord]

all the young of a bird hatched at the same time, or the young of an animal cared for together

broedsel, nakomelingen

broedsel, nakomelingen

Ex: The birdwatchers were thrilled to spot an owl with her brood of fledglings perched high in the treetops .De vogelaars waren opgetogen om een uil met **haar broedsel** van jongen hoog in de boomtoppen te spotten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
frogspawn
[zelfstandig naamwoord]

the eggs laid by a frog, covered in a jelly-like mucus

kikkerdril, kikkerkuit

kikkerdril, kikkerkuit

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to calve
[werkwoord]

to give birth to a calf (a young bovine animal)

kalven

kalven

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
grub
[zelfstandig naamwoord]

the young wormlike larva of an insect

de larve, de worm

de larve, de worm

Ex: The bird pecked at the ground , searching for grubs to eat .De vogel pikte op de grond, op zoek naar **larven** om te eten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pupa
[zelfstandig naamwoord]

an insect which is in an inactive transitory stage of its metamorphosis, between the larval and adult stages

pop, chrysalis

pop, chrysalis

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to farrow
[werkwoord]

to give birth to a litter of piglets

werpen (een nest biggen),  baren (een nest biggen)

werpen (een nest biggen), baren (een nest biggen)

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
silkworm
[zelfstandig naamwoord]

the caterpillar of a silk moth that forms a cocoon during metamorphosis, which is later processed into silk

zijderups, moerbeizijderups

zijderups, moerbeizijderups

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
barren
[bijvoeglijk naamwoord]

incapable of reproducing or having children

onvruchtbaar, steriel

onvruchtbaar, steriel

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
polliwog
[zelfstandig naamwoord]

an amphibian in larval stage; a tadpole

dikkopje, kikkervisje

dikkopje, kikkervisje

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to foal
[werkwoord]

to produce or to give birth to a young horse or pony

een veulen werpen, een veulen baren

een veulen werpen, een veulen baren

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gamete
[zelfstandig naamwoord]

a special cell used for reproduction, with sperm cells being the male gametes and egg cells being the female gametes

gameet, geslachtscel

gameet, geslachtscel

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to gestate
[werkwoord]

to carry a developing embryo or fetus inside the uterus of a female mammal until it is ready to be born

dragen, een ontwikkelend embryo of foetus dragen

dragen, een ontwikkelend embryo of foetus dragen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hermaphrodite
[zelfstandig naamwoord]

an organism that has both male and female reproductive organs

hermafrodiet, tweeslachtig

hermafrodiet, tweeslachtig

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to impregnate
[werkwoord]

to fertilize an egg and make it capable of developing into an embryo

bevruchten, impregneren

bevruchten, impregneren

Ex: The reproductive success of mammals depends on the ability of sperm to navigate the female reproductive tract and impregnate the egg .Het reproductieve succes van zoogdieren hangt af van het vermogen van sperma om door het vrouwelijke voortplantingskanaal te navigeren en het ei te **bevruchten**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to lamb
[werkwoord]

to give birth to a lamb, usually used in reference to sheep

lammen, een lam werpen

lammen, een lam werpen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to procreate
[werkwoord]

to produce offspring sexually, typically involving the union of male and female reproductive cells

voortplanten, verwekken

voortplanten, verwekken

Ex: In many cultures , the decision to procreate is a personal and significant life choice .In veel culturen is de beslissing om **nakomelingen te krijgen** een persoonlijke en significante levenskeuze.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to reproduce
[werkwoord]

(of a living being) to produce offspring or more of itself

voortplanten, reproduceren

voortplanten, reproduceren

Ex: Certain species reproduce asexually , without the need for a mate .Sommige soorten **planten** zich ongeslachtelijk voort, zonder de noodzaak van een partner.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to whelp
[werkwoord]

to give birth to puppies or young dog

werpen, jongen baren

werpen, jongen baren

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bloodline
[zelfstandig naamwoord]

ancestors of an animal, particularly while referring to the good characteristics that it has inherited from them

bloedlijn, afkomst

bloedlijn, afkomst

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to couple
[werkwoord]

to engage in sexual reproduction or mating

paren, zich voortplanten

paren, zich voortplanten

Ex: During the breeding season, marine mammals like seals and sea lions couple on beaches.Tijdens het broedseizoen paren zeezoogdieren zoals zeehonden en zeeleeuwen op stranden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to rut
[werkwoord]

to go through a period of sexual activity or sexual aggression, especially in certain animals during their mating season

bronstig zijn, in bronst komen

bronstig zijn, in bronst komen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
incubation period
[zelfstandig naamwoord]

the time between exposure to a pathogen and the onset of symptoms

incubatietijd, incubatieperiode

incubatietijd, incubatieperiode

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to sire
[werkwoord]

to beget, procreate, or father offspring, typically used in reference to male animals

verwekken, voortplanten

verwekken, voortplanten

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to inseminate
[werkwoord]

to introduce semen into the reproductive system, often by artificial means

insemineren

insemineren

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sperm
[zelfstandig naamwoord]

the smallest and most motile cells in the male reproductive system responsible for fertilizing the female egg

spermatozoön

spermatozoön

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
estrus
[zelfstandig naamwoord]

the recurring period of sexual receptivity and fertility in female mammals

oestrus, bronst

oestrus, bronst

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
egg
[zelfstandig naamwoord]

an oval or rounded object laid by birds, reptiles, fish, or certain invertebrates as part of their reproductive process

ei, eicel

ei, eicel

Ex: The platypus lays eggs instead of giving birth to live young.Het vogelbekdier legt **eieren** in plaats van levende jongen te baren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Dieren
LanGeek
LanGeek app downloaden