pattern

Sport - Sportvelden en -gebieden

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Words Related to Sports
gridiron
[zelfstandig naamwoord]

a field painted with parallel lines in which American football is played

American footballveld, grill

American footballveld, grill

Ex: The annual Thanksgiving Day game was a tradition cherished by fans , who gathered to watch their favorite teams battle it out on the gridiron.Het jaarlijkse Thanksgiving Day-spel was een traditie die door fans werd gekoesterd, die samenkwamen om hun favoriete teams te zien strijden op het **American football-veld**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ring
[zelfstandig naamwoord]

a platform surrounded with ropes on which boxing and wrestling competitions take place

ring, bokring

ring, bokring

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
range
[zelfstandig naamwoord]

a designated area or facility where shooting sports such as archery, shooting, or hunting are practiced

schietbaan, schietterrein

schietbaan, schietterrein

Ex: The club members gathered at the indoor range for a shooting competition .De clubleden verzamelden zich op de **schietbaan** voor een schietwedstrijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
court
[zelfstandig naamwoord]

an area where people can play basketball, tennis, etc.

veld, baan

veld, baan

Ex: He practices his serve on the tennis court every morning.Hij oefent elke ochtend zijn service op de tennis**baan**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
diamond
[zelfstandig naamwoord]

the infield area of a baseball or softball field, typically shaped like a square with four bases at its corners

diamant, vierkant

diamant, vierkant

Ex: The coach signaled for a steal of home plate , sending the runner across the diamond.De coach gaf een teken voor een diefstal van home plate, waardoor de loper over het **diamant** werd gestuurd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bunny slope
[zelfstandig naamwoord]

a gentle and easy ski slope, typically used by beginners

oefenpiste voor beginners, zachte piste

oefenpiste voor beginners, zachte piste

Ex: We spent the morning on the bunny slope before moving to the intermediate slopes .We brachten de ochtend door op de **oefenhelling** voordat we naar de middelgrote hellingen gingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ski slope
[zelfstandig naamwoord]

the area on a mountain or hill where people are allowed to ski

skipiste, skigebied

skipiste, skigebied

Ex: The resort 's ski slope was well-groomed and maintained , ensuring a smooth and enjoyable experience for all visitors .De **skipiste** van het resort was goed verzorgd en onderhouden, wat zorgde voor een soepele en plezierige ervaring voor alle bezoekers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dugout
[zelfstandig naamwoord]

a designated bench or area where baseball players and coaches sit during a game when they are not actively playing, typically located near the diamond

dugout, spelersbank

dugout, spelersbank

Ex: The players kept their gear organized in the dugout between innings .De spelers hielden hun uitrusting georganiseerd in de **dugout** tussen de innings.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bullpen
[zelfstandig naamwoord]

a designated area beyond the outfield where relief pitchers warm up before entering a game

bullpen, opwarmgebied voor relief pitchers

bullpen, opwarmgebied voor relief pitchers

Ex: The manager visited the bullpen to discuss strategy with the relief pitchers .De manager bezocht de **bullpen** om strategie te bespreken met de relief pitchers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
course
[zelfstandig naamwoord]

an area of land or water used for races, sports, and other similar activities

baan, veld

baan, veld

Ex: The soccer course was lined with vibrant green turf , where players honed their dribbling and passing skills .Het voetbal**veld** was omzoomd met levendig groen gras, waar spelers hun dribbel- en pasvaardigheden aanscherpten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
courtside
[zelfstandig naamwoord]

an area located next to the playing area in sports like basketball or tennis, offering a close view of the game

aan de zijlijn, naast het veld

aan de zijlijn, naast het veld

Ex: She enjoyed watching the game from the courtside, as it gave her a perfect view .Ze genoot ervan om de wedstrijd vanaf de **zijlijn** te bekijken, omdat het haar een perfect uitzicht gaf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
piste
[zelfstandig naamwoord]

a marked and groomed trail or slope prepared for skiing and snowboarding

piste

piste

Ex: The snowboarders raced down the challenging piste during the competition .De snowboarders raceten tijdens de wedstrijd over de uitdagende **piste**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ski run
[zelfstandig naamwoord]

a marked trail or slope for skiing, ranging in difficulty from beginner to advanced

skipiste, skiafdaing

skipiste, skiafdaing

Ex: The ski runs were groomed overnight for smooth skiing .De **skipistes** werden 's nachts geprepareerd voor soepel skiën.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fairway
[zelfstandig naamwoord]

the course between the tee and the green that is well-maintained for easier play

fairway, baan

fairway, baan

Ex: He hit his approach shot from the fairway onto the green .Hij sloeg zijn approach shot vanaf de **fairway** op de green.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
links
[zelfstandig naamwoord]

a type of golf course located near the sea

links, golfbaan aan zee

links, golfbaan aan zee

Ex: The rough on links courses is tough to navigate.De rough op de **links** is moeilijk te navigeren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
putting green
[zelfstandig naamwoord]

a small area near the hole where golfers practice their short, precise shots

putting green, putting oppervlak

putting green, putting oppervlak

Ex: He spent hours on the putting green, refining his technique .Hij bracht uren door op de **putting green**, zijn techniek verfijnend.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
clay court
[zelfstandig naamwoord]

a tennis court surfaced with crushed brick or clay

gravelbaan, tennisbaan met graveloppervlak

gravelbaan, tennisbaan met graveloppervlak

Ex: Rafael Nadal 's dominance in tennis is especially evident on clay courts.Rafael Nadals dominantie in tennis is vooral duidelijk op **gravelbanen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ringside
[zelfstandig naamwoord]

the area directly next to the boxing or wrestling ring where spectators, officials, coaches, and support staff sit during the match

de rand van de ring, het gebied naast de ring

de rand van de ring, het gebied naast de ring

Ex: The photographer captured some incredible shots from ringside during the match .De fotograaf maakte enkele ongelooflijke opnames vanaf **de ringside** tijdens de wedstrijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ringside seat
[zelfstandig naamwoord]

a seat close to the ring where spectators have a clear view of the wrestling or boxing match

plaats aan de ring, voorste zitplaats

plaats aan de ring, voorste zitplaats

Ex: The commentator provided live coverage from his ringside seat.De commentator verzorgde live verslaggeving vanuit zijn **plaats aan de ring**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hard court
[zelfstandig naamwoord]

a tennis court made of concrete or asphalt, offering a fast playing surface

harde baan, harde ondergrond

harde baan, harde ondergrond

Ex: The hard court surface can be tough on the knees during long tennis matches .Het oppervlak van de **harde baan** kan zwaar zijn voor de knieën tijdens lange tennismatches.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
paddock
[zelfstandig naamwoord]

small enclosed area or field where horses are kept, exercised, or prepared before a race

paddock, afrastering

paddock, afrastering

Ex: Race officials lined up the horses in the paddock according to their post positions .Raceofficials stelden de paarden op in de **paddock** volgens hun startposities.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
out of bounds
[Zinsdeel]

areas outside the playing boundaries where the game cannot be played

Ex: He caught the football just before it out of bounds.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
center field
[zelfstandig naamwoord]

the part of the baseball outfield directly between left field and right field, where a center fielder plays

middenveld, centrum van het veld

middenveld, centrum van het veld

Ex: He aimed for the gap in center field, hoping to score a double .Hij mikt op het gat in het **middenveld**, in de hoop een dubbele te scoren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
right field
[zelfstandig naamwoord]

the area of the baseball outfield positioned to the right of the second baseman when facing the outfield from home plate

rechtsveld, rechter veld

rechtsveld, rechter veld

Ex: The team celebrated their win with a group photo in right field after the game .Het team vierde hun overwinning met een groepsfoto in het **rechterveld** na de wedstrijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
left field
[zelfstandig naamwoord]

the area of the baseball outfield positioned to the left of the second baseman when facing the outfield from home plate

linksveld, linker veld

linksveld, linker veld

Ex: The ball bounced off the wall in left field, allowing the batter to reach second base .De bal kaatste van de muur in het **linkerveld**, waardoor de slagman tweede honk kon bereiken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
corner
[zelfstandig naamwoord]

one of the four designated areas in the ring where a fighter's team provides support and guidance between rounds

hoek, kant

hoek, kant

Ex: The medical team present in his corner quickly tended to his cuts and bruises .Het medische team aanwezig in zijn **hoek** verzorgde snel zijn snijwonden en kneuzingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
outfield
[zelfstandig naamwoord]

the area where the outfielders play to catch fly balls and field hits

buitenveld, outfield

buitenveld, outfield

Ex: The outfield area offers a panoramic view of the entire baseball field .Het **buitenveld** gebied biedt een panoramisch uitzicht over het hele honkbalveld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
infield
[zelfstandig naamwoord]

the area within the diamond-shaped boundaries formed by the four bases, where the infielders play

binnenveld, diamant

binnenveld, diamant

Ex: The baseball rolled to a stop on the infield grass.De honkbal rolde tot stilstand op het **infield** gras.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crease
[zelfstandig naamwoord]

a marked area near the goal, especially in hockey or lacrosse

de doelcirkel, het doelgebied

de doelcirkel, het doelgebied

Ex: He celebrated his goal right in front of the crease.Hij vierde zijn goal vlak voor de **plooi**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
backcourt
[zelfstandig naamwoord]

the area of the court nearest to a team's own basket or goal, primarily used in basketball and tennis

achterveld, verdedigingszone

achterveld, verdedigingszone

Ex: He committed a backcourt violation by stepping over the line .Hij beging een **achterveld**-overtreding door over de lijn te stappen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
forecourt
[zelfstandig naamwoord]

the area near the front of the court, typically used in tennis and badminton

voorveld, voorgrond

voorveld, voorgrond

Ex: The player 's aggressive play in the forecourt put pressure on his opponent .Het agressieve spel van de speler in het **voorveld** zette zijn tegenstander onder druk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
service court
[zelfstandig naamwoord]

the specific area on the court from which a player must serve in sports like badminton and tennis

servicevak, servicevierkant

servicevak, servicevierkant

Ex: He faulted by serving into the wrong service court.Hij maakte een fout door naar het verkeerde **servicevak** te serveren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dry ski slope
[zelfstandig naamwoord]

an artificial surface designed to simulate the experience of skiing without the need for snow

droge skipiste, kunstmatige skipiste

droge skipiste, kunstmatige skipiste

Ex: He rented equipment for his first time on the dry slope.Hij huurde voor het eerst uitrusting op de **droge skipiste**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stand
[zelfstandig naamwoord]

an area where spectators sit or stand to watch the game

tribune, toeschouwersgebied

tribune, toeschouwersgebied

Ex: The announcer 's voice echoed through the stands, announcing the starting lineup .De stem van de omroeper echode door de **tribunes**, terwijl hij de startopstelling aankondigde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
end zone
[zelfstandig naamwoord]

the area at each end of the field where players score touchdowns

eindzone, scorezone

eindzone, scorezone

Ex: The offense lined up just outside the opponent 's end zone.De overtreding stelde zich net buiten de **end zone** van de tegenstander op.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
neutral zone
[zelfstandig naamwoord]

(ice hockey) the area between the two blue lines on the rink where neither team has possession advantage

neutrale zone, centrale zone

neutrale zone, centrale zone

Ex: They turned over the puck in the neutral zone, leading to a scoring chance .Ze verloren de puck in de **neutrale zone**, wat leidde tot een scoringskans.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
red zone
[zelfstandig naamwoord]

(American football) the area between the opponent's 20-yard line and the goal line, where scoring becomes a priority

rode zone, 20-yard zone

rode zone, 20-yard zone

Ex: He analyzed the opponent 's defense to exploit weaknesses in the red zone.Hij analyseerde de verdediging van de tegenstander om zwakke punten in de **rode zone** uit te buiten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
penalty spot
[zelfstandig naamwoord]

the designated mark from which penalty kicks are taken

strafschopstip, penaltystip

strafschopstip, penaltystip

Ex: He confidently placed the ball on the penalty spot.Hij plaatste vol vertrouwen de bal op de **strafschopstip**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tennis court
[zelfstandig naamwoord]

an area shaped like a rectangle that is made for playing tennis

tennisbaan, tenniscourt

tennisbaan, tenniscourt

Ex: The championship match was held on the center tennis court, where spectators gathered to watch the top players compete for the title .De kampioenschapswedstrijd werd gehouden op de centrale **tennisbaan**, waar toeschouwers zich verzamelden om de topspelers te zien strijden om de titel.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
basketball court
[zelfstandig naamwoord]

a rectangular playing surface with baskets or hoops at each end, used for playing the sport of basketball

basketbalveld, basketbalbaan

basketbalveld, basketbalbaan

Ex: The local gym has a basketball court available for public use .De lokale sportschool heeft een **basketbalveld** beschikbaar voor publiek gebruik.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
badminton court
[zelfstandig naamwoord]

a designated rectangular area with specific markings where the game of badminton is played

badmintonveld, badmintonbaan

badmintonveld, badmintonbaan

Ex: The shuttlecock landed just inside the line on the badminton court.De shuttle landde net binnen de lijn op het **badmintonveld**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
center ice
[zelfstandig naamwoord]

the central area of an ice hockey rink, typically marked by a red line

het middenijs, het centrale gebied van de ijshockeybaan

het middenijs, het centrale gebied van de ijshockeybaan

Ex: Fans cheered as the player skated through center ice on a breakaway .Fans juichten toen de speler over het **middenijs** schaatste tijdens een breakaway.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
drop zone
[zelfstandig naamwoord]

the designated area on the ground where skydivers land after their parachute descent

landingszone, dropzone

landingszone, dropzone

Ex: The skydivers gathered their parachutes after landing in the drop zone.De skydivers verzamelden hun parachutes na het landen in de **landingszone**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
poolside
[zelfstandig naamwoord]

the area surrounding a swimming pool where spectators or swimmers relax or watch activities

zwembadrand, kant van het zwembad

zwembadrand, kant van het zwembad

Ex: She applied sunscreen before sitting poolside to avoid sunburn .Ze bracht zonnebrandcrème aan voordat ze **aan het zwembad** ging zitten om zonnebrand te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
goal area
[zelfstandig naamwoord]

the rectangular area in front of the goal where goal kicks are taken and certain rules apply to player positioning during corner kicks

doelgebied, zesmetergebied

doelgebied, zesmetergebied

Ex: He cleared the ball out of the goal area to prevent a scoring opportunity .Hij heeft de bal uit het **doelgebied** gekopt om een scoringskans te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fifty-yard line
[zelfstandig naamwoord]

the center point of the American football field, marking the midway point between each team's end zone

vijftig-yard lijn, middenveld

vijftig-yard lijn, middenveld

Ex: The coach strategized from the sideline near the 50-yard line.De coach bedacht een strategie vanaf de zijlijn bij de **vijftig-yardlijn**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
weak side
[zelfstandig naamwoord]

the area of the volleyball court where a team's setter is not positioned

zwakke kant, zwakke zone

zwakke kant, zwakke zone

Ex: Coaches often emphasize the importance of defense on the weak side.Coaches benadrukken vaak het belang van verdediging aan de **zwakke kant**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
base
[zelfstandig naamwoord]

(baseball) any of the four stations that the runner must reach to score a run

basis, station

basis, station

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
second base
[zelfstandig naamwoord]

one of the four bases on the diamond-shaped field that runners must touch in sequence to score a run

tweede honk, honk twee

tweede honk, honk twee

Ex: The outfielder 's throw sailed over second base, allowing the runner to advance to third .De worp van de buitenvelder vloog over het **tweede honk**, waardoor de loper naar het derde kon gaan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
third base
[zelfstandig naamwoord]

the base that a baserunner must touch third in order to score a run

derde honk, derde basis

derde honk, derde basis

Ex: The ground crew chalked the lines around third base before the game .Het grondpersoon tekende de lijnen rond **derde honk** voor de wedstrijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
raceway
[zelfstandig naamwoord]

a track or course specifically designed and used for racing events, such as automobile races or horse races

racebaan, racecircuit

racebaan, racecircuit

Ex: The raceway hosted a series of qualifying heats to determine starting positions .Het **racecircuit** organiseerde een reeks kwalificatieraces om de startposities te bepalen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pit
[zelfstandig naamwoord]

the area along the track where teams quickly service cars with refueling, tire changes, and adjustments during a race

de pit, de pitstraat

de pit, de pitstraat

Ex: Pit played a crucial role in determining the race outcome.De **pit** speelde een cruciale rol bij het bepalen van de race-uitkomst.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sideline
[zelfstandig naamwoord]

the area just outside the playing field where non-players, substitutes, and spectators stay during a sports game

zijlijn, gebied buiten het speelveld

zijlijn, gebied buiten het speelveld

Ex: A water cooler was set up on the sideline for players to stay hydrated during breaks .Er werd een waterkoeler geplaatst aan de **zijlijn** zodat de spelers tijdens de pauzes gehydrateerd kunnen blijven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
leg side
[zelfstandig naamwoord]

(cricket) the half of the field behind the batsman's legs, toward the left from the batsman's viewpoint for a right-handed batsman

beenkant, leg side

beenkant, leg side

Ex: The spinner deceived the batsman with a delivery that turned sharply into the leg side.De werker bedroog de slagman met een levering die scherp naar de **beenkant** draaide.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
approach
[zelfstandig naamwoord]

the part of a bowling lane where a player walks before releasing the ball

aanloop, aanloopgebied

aanloop, aanloopgebied

Ex: The approach was freshly oiled before the league competition .De **aanpak** werd vers geolied voor de competitiewedstrijd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dahyo
[zelfstandig naamwoord]

the ring or arena used in sumo wrestling matches

de dohyo, de sumoworstelingring

de dohyo, de sumoworstelingring

Ex: The dohyo is meticulously maintained to ensure fairness.De **dohyo** wordt nauwkeurig onderhouden om eerlijkheid te waarborgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
green
[zelfstandig naamwoord]

(golf) the specially prepared and well-maintained area surrounding the hole

green, groen

green, groen

Ex: Players should avoid walking on the green to maintain its condition .Spelers moeten vermijden op de **green** te lopen om de conditie ervan te behouden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tee
[zelfstandig naamwoord]

the marked area where players start each hole, with different levels of difficulty

de afslag, het startgebied

de afslag, het startgebied

Ex: Golfers gather their equipment at the tee before starting .Golfers verzamelen hun uitrusting bij de **afslag** voordat ze beginnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
circuit
[zelfstandig naamwoord]

a track designed for racing, featuring a series of turns and straight sections that drivers navigate in a loop

circuit, racebaan

circuit, racebaan

Ex: The Indianapolis Motor Speedway is a historic oval circuit where the Indy 500 takes place annually .De Indianapolis Motor Speedway is een historisch ovaal **circuit** waar de Indy 500 jaarlijks plaatsvindt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
track
[zelfstandig naamwoord]

a course that is used for racing, usually round, and with multiple lanes

baan, racecircuit

baan, racecircuit

Ex: The school installed a new track for their athletics program .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
running track
[zelfstandig naamwoord]

a special surface for athletes to run on, which is made of a rubbery material

loopbaan, atletiekbaan

loopbaan, atletiekbaan

Ex: The school upgraded the running track to make it safer and more comfortable for students .De school heeft de **loopbaan** opgewaardeerd om deze veiliger en comfortabeler te maken voor studenten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
piste
[zelfstandig naamwoord]

the area where the fencing bout takes place, marked with boundary lines for the competitors

piste

piste

Ex: The fencer lunged forward , aiming to score a touch on his opponent 's chest on the piste.De schermer stormde naar voren, met als doel een aanraking te scoren op de borst van zijn tegenstander op de **piste**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
speedway
[zelfstandig naamwoord]

a type of racing road designed for high-speed car, motorcycle, or even bicycle events, typically oval-shaped with banked turns

racebaan, speedway

racebaan, speedway

Ex: She experienced the adrenaline rush of racing on the speedway for the first time .Ze ervoerde de adrenalinekick van racen op de **racebaan** voor de eerste keer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Sport
LanGeek
LanGeek app downloaden