pattern

Geesteswetenschappen ACT - Bedrijf en Management

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met zakendoen en management, zoals "induct", "slogan", "affiliation", enz., die je zullen helpen je ACT's te halen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
ACT Vocabulary for Humanities
occupation
[zelfstandig naamwoord]

a person's profession or job, typically the means by which they earn a living

beroep, baan

beroep, baan

Ex: She decided to change her occupation and pursue a career in healthcare to help others improve their well-being .Ze besloot haar **beroep** te veranderen en een carrière in de gezondheidszorg na te streven om anderen te helpen hun welzijn te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
profession
[zelfstandig naamwoord]

a paid job that often requires a high level of education and training

beroep

beroep

Ex: She has been practicing law for over twenty years and is highly respected in her profession.Ze is al meer dan twintig jaar advocaat en wordt zeer gerespecteerd in haar **beroep**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
affiliation
[zelfstandig naamwoord]

the act of officially joining or associating with a group, organization, or cause

aansluiting,  lidmaatschap

aansluiting, lidmaatschap

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
corporation
[zelfstandig naamwoord]

a company or group of people that are considered as a single unit by law

bedrijf, corporatie

bedrijf, corporatie

Ex: The new environmental regulations will affect how the corporation conducts its business .De nieuwe milieuregels zullen beïnvloeden hoe de **corporatie** haar zaken doet.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
foundation
[zelfstandig naamwoord]

an organization established with a specific mission or purpose, often dedicated to charitable, educational, cultural, or research activities

stichting, fundament

stichting, fundament

Ex: The foundation's mission is to promote literacy and education in underserved communities .De missie van de **stichting** is om geletterdheid en onderwijs te bevorderen in gemeenschappen met weinig voorzieningen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
enterprise
[zelfstandig naamwoord]

a company

onderneming, bedrijf

onderneming, bedrijf

Ex: The startup aims to disrupt the industry with its innovative enterprise solutions .Het startup-bedrijf wil de industrie verstoren met zijn innovatieve oplossingen voor **bedrijven**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bureau
[zelfstandig naamwoord]

a specific section within a government department which is responsible for specific tasks, functions, etc.

bureau

bureau

Ex: The education bureau focuses on developing curriculum standards and ensuring the quality of education in schools across the region .Het **bureau** voor onderwijs richt zich op het ontwikkelen van curriculumstandaarden en het waarborgen van de onderwijskwaliteit in scholen in de hele regio.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
headquarters
[zelfstandig naamwoord]

the place where the main offices of a large company or organization are located

hoofdkantoor, hoofdkwartier

hoofdkantoor, hoofdkwartier

Ex: The tech giant 's headquarters feature state-of-the-art facilities and amenities .Het **hoofdkantoor** van de techgigant beschikt over state-of-the-art faciliteiten en voorzieningen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
start-up
[zelfstandig naamwoord]

a newly established company or business venture, typically characterized by its innovative approach, early-stage development, and a focus on growth

start-up, nieuw bedrijf

start-up, nieuw bedrijf

Ex: The start-up expanded rapidly after its product went viral .De **start-up** breidde zich snel uit nadat het product viraal ging.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
portfolio
[zelfstandig naamwoord]

a group of shares that a person or organization owns

portefeuille, investeringsportefeuille

portefeuille, investeringsportefeuille

Ex: Building a strong portfolio requires careful analysis and strategic asset allocation .Het opbouwen van een sterk **portfolio** vereist een zorgvuldige analyse en strategische activatoewijzing.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
guild
[zelfstandig naamwoord]

an association of people who work in the same industry or have similar goals or interests

gilde, broederschap

gilde, broederschap

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
chief executive officer
[zelfstandig naamwoord]

the highest-ranking person in a company

hoofd uitvoerend officier, algemeen directeur

hoofd uitvoerend officier, algemeen directeur

Ex: Employees appreciated the CEO's transparency during difficult times.Medewerkers waardeerden de transparantie van de **chief executive officer** tijdens moeilijke tijden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
entrepreneur
[zelfstandig naamwoord]

a person who starts a business, especially one who takes financial risks

ondernemer

ondernemer

Ex: Many entrepreneurs face significant risks but also have the potential for substantial rewards .Veel **ondernemers** lopen aanzienlijke risico's, maar hebben ook het potentieel voor aanzienlijke beloningen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to govern
[werkwoord]

to regulate or control a person, course of action or event or the way something happens

regelen, controleren

regelen, controleren

Ex: The laws of physics govern the way objects move in the universe .De wetten van de natuurkunde **bepalen** hoe objecten in het universum bewegen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to administer
[werkwoord]

to be responsible for a company, organization, etc. and manage its affairs, including financial matters

beheren, besturen

beheren, besturen

Ex: The school principal actively administers the educational programs and resources .De schoolleider **beheert** actief de onderwijsprogramma's en middelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
supervision
[zelfstandig naamwoord]

the act or process of overseeing the activities of individuals or a group to ensure compliance with rules or objectives

toezicht, supervisie

toezicht, supervisie

Ex: The regulatory agency conducts regular supervision of financial institutions to ensure compliance with industry regulations and protect consumers .De regelgevende instantie voert regelmatig **toezicht** uit op financiële instellingen om de naleving van de sectorregelgeving te waarborgen en consumenten te beschermen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to oversee
[werkwoord]

to observe an activity in order to ensure that everything is done properly

toezicht houden op, overzien

toezicht houden op, overzien

Ex: The project manager oversees the workflow to prevent delays .De projectmanager **houdt toezicht** op de workflow om vertragingen te voorkomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to preside
[werkwoord]

to act in an authoritative role in a ceremony, meeting, etc.

voorzitten, leiden

voorzitten, leiden

Ex: The chairman will preside over the annual shareholders' meeting and present the company's financial report.De voorzitter zal de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering **voorzitten** en het financiële verslag van het bedrijf presenteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
copyright
[zelfstandig naamwoord]

a legal permission to control the production of a book, movie, music, etc.

auteursrecht

auteursrecht

Ex: Violating copyright can result in hefty fines or lawsuits .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sector
[zelfstandig naamwoord]

a specific part or branch of an economy, society, or activity with its own distinct characteristics and functions

sector, branche

sector, branche

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
designation
[zelfstandig naamwoord]

the act of assigning a person to a specific position or role, typically based on qualifications, skills, or organizational needs

aanwijzing

aanwijzing

Ex: The designation of head chef was awarded to him after years of dedication and culinary expertise .De **aanstelling** als hoofdchef werd hem toegekend na jaren van toewijding en culinaire expertise.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
turnover
[zelfstandig naamwoord]

the rate at which employees leave a company and are replaced by new hires within a specified period

verlooppercentage, personeelsverloop

verlooppercentage, personeelsverloop

Ex: High turnover in customer service roles can impact customer satisfaction and loyalty .Een hoge **omzet** in klantenservicefuncties kan van invloed zijn op de tevredenheid en loyaliteit van klanten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
productivity
[zelfstandig naamwoord]

the state or condition of being productive, or the ability to produce or generate goods, services, or results efficiently and effectively

productiviteit, efficiëntie

productiviteit, efficiëntie

Ex: His productivity decreased when he started working late into the night .Zijn **productiviteit** daalde toen hij 's avonds laat begon te werken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
internship
[zelfstandig naamwoord]

a period of time spent working for free or little pay in order to gain experience or to become qualified in a particular field

stage

stage

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
menial
[bijvoeglijk naamwoord]

(of work) not requiring special skills, often considered unimportant and poorly paid

onbeduidend, laag

onbeduidend, laag

Ex: The company hires temporary workers for menial tasks like filing and data entry .Het bedrijf huurt tijdelijke werknemers in voor **eenvoudige** taken zoals archiveren en gegevensinvoer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inventory
[zelfstandig naamwoord]

a detailed list or record of all the items or goods in stock or on hand within a particular location, organization, or system

inventaris, voorraad

inventaris, voorraad

Ex: The construction company kept a meticulous inventory of tools and equipment to ensure availability for projects .Het bouwbedrijf hield een nauwkeurige **inventaris** van gereedschappen en apparatuur om de beschikbaarheid voor projecten te waarborgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bureaucrat
[zelfstandig naamwoord]

a government official or employee who works within a bureaucratic system, typically involved in implementing and administering government policies and procedures

bureaucraat, ambtenaar

bureaucraat, ambtenaar

Ex: Developing curriculum standards and overseeing school operations are tasks assigned to bureaucrats in the education department .Het ontwikkelen van curriculumstandaarden en het toezicht houden op schoolactiviteiten zijn taken die zijn toegewezen aan **bureaucraten** in de onderwijssector.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sideline
[zelfstandig naamwoord]

a secondary or additional line of merchandise or products that complement a company's primary offerings

een secundaire lijn, een aanvullende lijn

een secundaire lijn, een aanvullende lijn

Ex: Retailers often introduce seasonal sidelines to capitalize on trends and maximize sales opportunities .Detailhandelaren introduceren vaak seizoensgebonden **bijproducten** om trends te benutten en verkoopkansen te maximaliseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
workshop
[zelfstandig naamwoord]

a building or room in which particular goods are made or fixed by different means

werkplaats, atelier

werkplaats, atelier

Ex: He spent the weekend at the woodworking workshop, crafting a new bookshelf .Hij bracht het weekend door in de houtbewerkings**werkplaats**, waar hij een nieuwe boekenkast maakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
vendor
[zelfstandig naamwoord]

someone on the street who offers food, clothing, etc. for sale

verkoper, handelaar

verkoper, handelaar

Ex: She bought a scarf from a street vendor during her travels .Ze kocht een sjaal van een straat**verkoper** tijdens haar reizen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
parlor
[zelfstandig naamwoord]

a shop or business offering specific goods or services

salon, winkel

salon, winkel

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stall
[zelfstandig naamwoord]

a stand or a small table or shop with an open front where people sell their goods

kraam, stand

kraam, stand

Ex: She helped her mother manage their vegetable stall at the farmers ’ market .Ze hielp haar moeder met het beheren van hun groente**kraam** op de boerenmarkt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
outsourcing
[zelfstandig naamwoord]

the process of having someone outside of a company provide goods or services for that company

uitbesteding, ondercontractering

uitbesteding, ondercontractering

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bookkeeping
[zelfstandig naamwoord]

the systematic recording, organizing, and maintaining of financial transactions of a business or organization

boekhouding, administratie

boekhouding, administratie

Ex: Effective bookkeeping practices help businesses track expenses , manage cash flow , and make informed financial decisions .Effectieve **boekhoudpraktijken** helpen bedrijven om uitgaven bij te houden, cashflow te beheren en weloverwogen financiële beslissingen te nemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
slogan
[zelfstandig naamwoord]

a short memorable phrase that is used in advertising to draw people's attention toward something

slogan, motto

slogan, motto

Ex: The environmental group 's slogan " Save the Earth , One Step at a Time " resonated deeply with the public during their campaign .De **slogan** van de milieugroep "Red de Aarde, Stap voor Stap" resoneerde diep bij het publiek tijdens hun campagne.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to telecommute
[werkwoord]

to work remotely from a location other than the traditional office

telewerken, op afstand werken

telewerken, op afstand werken

Ex: She telecommutes full-time , managing her workload efficiently from her home office .Ze **telewerkt** fulltime en beheert haar werklast efficiënt vanuit haar thuiskantoor.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to induct
[werkwoord]

to formally put someone in a position or job, especially with an official ceremony

installeren, induceren

installeren, induceren

Ex: They are currently inducting new recruits into the military with a series of rigorous training exercises .Ze zijn momenteel nieuwe rekruten aan het **induceren** in het leger met een reeks rigoureuze trainingsoefeningen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
commission
[zelfstandig naamwoord]

a sum of money paid to someone based on the value or quantity of goods they sell

commissie,  percentage

commissie, percentage

Ex: The company offers commission-based pay to its sales team.Het bedrijf biedt zijn verkoopteam een op **commissie** gebaseerde betaling aan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
trademark
[zelfstandig naamwoord]

a name or design that exclusively belongs to a particular company or its products

handelsmerk, merk

handelsmerk, merk

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to commercialize
[werkwoord]

to make something into a business or focus on making money from it

commercialiseren, monetariseren

commercialiseren, monetariseren

Ex: The music industry commercializes trends to maximize sales .De muziekindustrie **commercialiseert** trends om de verkoop te maximaliseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to decentralize
[werkwoord]

to transfer decision-making or administrative power from a central authority to local or regional entities

decentraliseren, beslissingsbevoegdheid overdragen

decentraliseren, beslissingsbevoegdheid overdragen

Ex: To encourage entrepreneurship , the government sought to decentralize business licensing processes , simplifying procedures at the local level .Om ondernemerschap aan te moedigen, probeerde de overheid de bedrijfsvergunningsprocessen te **decentraliseren**, waardoor procedures op lokaal niveau werden vereenvoudigd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to retail
[werkwoord]

to sell small quantities of goods directly to customers

in het klein verkopen, handelen

in het klein verkopen, handelen

Ex: Over the years , these shops have successfully retailed unique products to loyal customers .Door de jaren heen hebben deze winkels met succes unieke producten **verkocht** aan trouwe klanten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to appoint
[werkwoord]

to give a responsibility or job to someone

aanstellen, benoemen

aanstellen, benoemen

Ex: The experienced manager appointed specific roles during a period of organizational change .De ervaren manager **wees** specifieke rollen toe tijdens een periode van organisatorische verandering.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to enlist
[werkwoord]

to formally recruit or hire someone for work or participation in an activity

werven, aannemen

werven, aannemen

Ex: We need to enlist additional volunteers for the upcoming charity event .We moeten extra vrijwilligers **werven** voor de komende liefdadigheidsevenement.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to recruit
[werkwoord]

to employ people for a company, etc.

werven, aannemen

werven, aannemen

Ex: Companies use various strategies to recruit top talent in competitive industries .Bedrijven gebruiken verschillende strategieën om toptalent te **werven** in concurrerende industrieën.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to mass-produce
[werkwoord]

to manufacture large quantities of goods or products using standardized methods and machinery

massa produceren, in serie fabriceren

massa produceren, in serie fabriceren

Ex: The technology company aims to mass-produce its innovative gadgets to reach a broader market.Het technologiebedrijf streeft ernaar zijn innovatieve gadgets **in massa te produceren** om een bredere markt te bereiken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to demonetize
[werkwoord]

to cease to use something as a legal currency or declare it invalid for transactions

demonetiseren, ongeldig verklaren voor transacties

demonetiseren, ongeldig verklaren voor transacties

Ex: Digital payment systems aim to gradually demonetize cash transactions for convenience and security .Digitale betalingssystemen hebben tot doel contante transacties geleidelijk te **demonetariseren** voor gemak en veiligheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to stock
[werkwoord]

to provide with a supply of something, such as goods or inventory, for use or sale

bevoorraden, op voorraad hebben

bevoorraden, op voorraad hebben

Ex: The company has recently stocked premium items for a special promotion .Het bedrijf heeft onlangs premium artikelen **voorzien** voor een speciale promotie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to clinch
[werkwoord]

to decisively conclude something, such as an argument or a contract

afronden, bezegelen

afronden, bezegelen

Ex: The engineer 's innovative design clinched the contract for the construction project .Het innovatieve ontwerp van de ingenieur **bezegelde** het contract voor het bouwproject.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to sponsor
[werkwoord]

to cover the costs of a project, TV or radio program, activity, etc., often in exchange for advertising

sponsoren, financieren

sponsoren, financieren

Ex: The brand sponsors a popular TV show , showcasing its products during commercial breaks .Het merk **sponsort** een populaire tv-show en toont zijn producten tijdens de reclamepauzes.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to streamline
[werkwoord]

to simplify or improve efficiency in a process, system, or organization by removing unnecessary steps or optimizing resources

stroomlijnen, optimaliseren

stroomlijnen, optimaliseren

Ex: Streamlining communication channels between departments enhanced collaboration and productivity .Het **stroomlijnen** van communicatiekanalen tussen afdelingen verbeterde de samenwerking en productiviteit.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Geesteswetenschappen ACT
LanGeek
LanGeek app downloaden