pattern

Geavanceerde Woordenschat voor de TOEFL - Education

Hier leer je enkele Engelse woorden over onderwijs, zoals "gpa", "alumnus", "dropout", etc., die nodig zijn voor het TOEFL-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Advanced Words Needed for TOEFL
grade point average
[zelfstandig naamwoord]

a number indicating how well a student is doing in the US education system

cijfergemiddelde, studiegemiddelde

cijfergemiddelde, studiegemiddelde

Ex: The student 's overall grade point average is calculated by dividing the total grade points earned by the total credit hours attempted .Het **gemiddelde cijfer** van de student wordt berekend door het totaal van de verdiende cijferpunten te delen door het totaal van de geprobeerde studiepunten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
General Equivalency Diploma
[zelfstandig naamwoord]

an official certificate in the US that people who did not complete high school can obtain by taking some classes and successfully passing a test, which is the equivalent of the actual high school diploma

Diploma van Algemene Gelijkwaardigheid, Certificaat Gelijkwaardig aan een High School Diploma

Diploma van Algemene Gelijkwaardigheid, Certificaat Gelijkwaardig aan een High School Diploma

Ex: The school offers resources for students pursuing a General Equivalency Diploma.De school biedt middelen voor studenten die een **Algemeen Gelijkwaardigheidsdiploma** nastreven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Bachelor of Arts
[zelfstandig naamwoord]

a university degree awarded to someone who has passed a certain number of credits in the arts, humanities, or some other disciplines

Bachelor of Arts, Kandidaat in de Letteren

Bachelor of Arts, Kandidaat in de Letteren

Ex: He took several art classes as part of his Bachelor of Arts in fine arts .Hij volgde verschillende kunstlessen als onderdeel van zijn **Bachelor of Arts** in beeldende kunst.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Bachelor of Science
[zelfstandig naamwoord]

a university degree that a student receives in particular subjects, generally after three to five years of study

Bachelor of Science, Baccalaureus in de Wetenschappen

Bachelor of Science, Baccalaureus in de Wetenschappen

Ex: A Bachelor of Science degree in Environmental Science helped her secure a job with a nonprofit organization focused on sustainability .Een **Bachelor of Science**-diploma in milieuwetenschappen hielp haar een baan te krijgen bij een non-profitorganisatie die zich richt op duurzaamheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
alumna
[zelfstandig naamwoord]

a former female student or pupil of a school, university, or college

oud-studente, alumna

oud-studente, alumna

Ex: She returned to campus as a guest speaker , inspiring current students with her experiences as a successful alumna.Ze keerde terug naar de campus als gastspreker en inspireerde huidige studenten met haar ervaringen als een succesvolle **alumna**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
alumnus
[zelfstandig naamwoord]

a person, particularly a male one, who is a former student of a college, university, or school

oud-student, alumnus

oud-student, alumnus

Ex: The university 's newsletter features stories about notable alumni, celebrating their achievements and contributions to society .De nieuwsbrief van de universiteit bevat verhalen over opmerkelijke **alumni**, waarbij hun prestaties en bijdragen aan de samenleving worden gevierd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
alma mater
[zelfstandig naamwoord]

the university, college, or school that one used to study at

alma mater, voormalige universiteit

alma mater, voormalige universiteit

Ex: The alma mater's new scholarship program aims to support underprivileged students .Het nieuwe beurzenprogramma van de **alma mater** is bedoeld om kansarme studenten te ondersteunen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cum laude
[bijwoord]

(in the US) with the third highest level of distinction achievable by a student

met lof, met onderscheiding

met lof, met onderscheiding

Ex: Their daughter graduated cum laude, making her family extremely proud.Hun dochter studeerde af **cum laude**, wat haar familie buitengewoon trots maakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
freshman
[zelfstandig naamwoord]

a high-school or university student who is in their first year of education

eerstejaarsstudent, nieuwe student

eerstejaarsstudent, nieuwe student

Ex: Sarah 's brother is a freshman at the local university , studying computer science .Sarah's broer is een **eerstejaarsstudent** aan de lokale universiteit, studeert informatica.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dropout
[zelfstandig naamwoord]

someone who leaves school or college before finishing their studies

dropout, schoolverlater

dropout, schoolverlater

Ex: The dropout decided to enroll in a vocational training program to gain new skills and improve his job prospects .De **dropout** besloot zich in te schrijven voor een beroepsopleidingsprogramma om nieuwe vaardigheden te verwerven en zijn arbeidsvooruitzichten te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blended learning
[zelfstandig naamwoord]

an educational method in which students learn with the help of electronic and online media as well as traditional classroom teaching

blended learning, gemengd leren

blended learning, gemengd leren

Ex: I enjoy blended learning because I can work on assignments online and still get personal help during class time .Ik geniet van **blended learning** omdat ik online aan opdrachten kan werken en toch persoonlijke hulp kan krijgen tijdens de les.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
community college
[zelfstandig naamwoord]

a two-year college providing higher education, primarily for students from the local community

gemeenschapscollege, technische en beroepsschool

gemeenschapscollege, technische en beroepsschool

Ex: He took a few courses at the community college while figuring out what career path he wanted to follow .Hij volgde een paar cursussen aan het **community college** terwijl hij uitvond welk carrièrepad hij wilde volgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
co-education
[zelfstandig naamwoord]

the practice of teaching pupils of both sexes together in a school

co-educatie, gemengd onderwijs

co-educatie, gemengd onderwijs

Ex: The idea behind co-education is to create an inclusive learning environment for everyone , regardless of gender .Het idee achter **co-educatie** is om een inclusieve leeromgeving te creëren voor iedereen, ongeacht geslacht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
continuing education
[zelfstandig naamwoord]

short-term or part-time courses provided for adults who have finished their formal education

permanente educatie, voortgezette opleiding

permanente educatie, voortgezette opleiding

Ex: He attended a continuing education seminar on the latest medical advancements .Hij woonde een seminar over **permanente educatie** bij over de nieuwste medische vooruitgang.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
special education
[zelfstandig naamwoord]

the education of children with special needs, especially those who have physical or learning problems

speciaal onderwijs, bijzonder onderwijs

speciaal onderwijs, bijzonder onderwijs

Ex: Students in special education benefit from smaller class sizes and personalized attention .Leerlingen in het **speciaal onderwijs** profiteren van kleinere klassen en persoonlijke aandacht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
collegiate
[bijvoeglijk naamwoord]

relating to a college or its students

universitair, collegiaal

universitair, collegiaal

Ex: She joined a collegiate debate team to enhance her public speaking skills .Ze sloot zich aan bij een **universitair** debatteam om haar spreekvaardigheid te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
academy
[zelfstandig naamwoord]

a college or school that provides people with special training

academie, school

academie, school

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
absentee
[zelfstandig naamwoord]

someone who is not present at school, work, etc. when they are supposed to be

afwezige, verzuimer

afwezige, verzuimer

Ex: The election results were affected by thousands of absentees who did n't vote .De verkiezingsresultaten werden beïnvloed door duizenden **afwezigen** die niet stemden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
colloquium
[zelfstandig naamwoord]

a formal and academic conference or seminar

colloquium, academisch seminar

colloquium, academisch seminar

Ex: Participants at the colloquium were invited to submit papers for consideration in the upcoming academic journal special issue .Deelnemers aan het **colloquium** werden uitgenodigd om artikelen in te dienen voor overweging in het komende speciale nummer van het academische tijdschrift.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
conservatory
[zelfstandig naamwoord]

a school or college that people attend to for studying music, theater, or some other form of art

conservatorium, muziekschool

conservatorium, muziekschool

Ex: As a faculty member at the conservatory, he was dedicated to nurturing the next generation of artists and instilling in them a deep appreciation for their craft .Als faculteitslid van het **conservatorium** wijdde hij zich aan het koesteren van de volgende generatie kunstenaars en het bijbrengen van een diepe waardering voor hun vakmanschap.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
curricular
[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the topics that a course of study in a school or college consists of

curriculair, onderwijskundig

curriculair, onderwijskundig

Ex: The committee reviewed the curricular structure to better align with industry needs .De commissie bekeek de **curriculaire** structuur om beter aan te sluiten bij de behoeften van de industrie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
extracurricular
[bijvoeglijk naamwoord]

not included in the regular course of study at a college or school

buitenschools, extracurriculair

buitenschools, extracurriculair

Ex: He balanced his academic coursework with extracurricular commitments , such as volunteering at a local charity .Hij balanceerde zijn academische werk met **buitenschoolse** verplichtingen, zoals vrijwilligerswerk bij een lokale liefdadigheidsinstelling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
credit
[zelfstandig naamwoord]

an educational unit that represents a completed course part

studiepunt, credit

studiepunt, credit

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
custodian
[zelfstandig naamwoord]

a person whose job is to take care of a building such as a school, a block of flats, or an apartment building

conciërge, huisbewaarder

conciërge, huisbewaarder

Ex: The custodian takes pride in their work , knowing that their efforts contribute to creating a safe and pleasant environment for the building 's occupants .De **huisbewaarder** is trots op zijn werk, wetende dat zijn inspanningen bijdragen aan het creëren van een veilige en aangename omgeving voor de bewoners van het gebouw.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dean
[zelfstandig naamwoord]

the head of a faculty or a department of studies in a university

decaan, faculteitshoofd

decaan, faculteitshoofd

Ex: The dean's office serves as a central point of contact for faculty members , students , and external stakeholders .Het kantoor van de **decaan** dient als centraal aanspreekpunt voor faculteitsleden, studenten en externe belanghebbenden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
faculty
[zelfstandig naamwoord]

the staff who teach or conduct research in a university or college

het onderwijzend personeel, de faculteit

het onderwijzend personeel, de faculteit

Ex: The faculty were pleased with the students ' progress .**De faculteit** was tevreden met de vooruitgang van de studenten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
chair
[zelfstandig naamwoord]

the position that a university professor has

leerstoel, hoogleraarspositie

leerstoel, hoogleraarspositie

Ex: She was elected to the chair of the History Department after demonstrating exceptional leadership skills .Ze werd verkozen tot de **leerstoel** van de afdeling Geschiedenis na het tonen van uitzonderlijke leiderschapsvaardigheden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
full professor
[zelfstandig naamwoord]

a professor who has the highest rank in a university

hoogleraar, professor

hoogleraar, professor

Ex: She received tenure and was promoted to full professor in recognition of her scholarly achievements .Ze kreeg een vaste aanstelling en werd bevorderd tot **hoogleraar** als erkenning voor haar wetenschappelijke prestaties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
guidance counselor
[zelfstandig naamwoord]

someone who is responsible for advising students about educational and personal decisions

studieadviseur, leerlingbegeleider

studieadviseur, leerlingbegeleider

Ex: The guidance counselor arranged a workshop on time management for the senior class .De **studieadviseur** organiseerde een workshop over tijdmanagement voor het examenjaar.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
scholar
[zelfstandig naamwoord]

someone who has a lot of knowledge about a particular subject, especially in the humanities

geleerde, wetenschapper

geleerde, wetenschapper

Ex: She is a respected scholar whose research has significantly contributed to our understanding of classical languages .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
detention
[zelfstandig naamwoord]

a type of punishment for students who have done something wrong and as a result, they cannot go home at the same time as others

straf, detentie

straf, detentie

Ex: Detention is often used as a disciplinary measure to deter students from breaking school rules .**Detentie** wordt vaak gebruikt als disciplinaire maatregel om studenten te ontmoedigen schoolregels te overtreden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to suspend
[werkwoord]

to temporarily prevent someone from going to school as a punishment because they did something wrong

schorsen

schorsen

Ex: After the fight , he was suspended for three days .Na het gevecht werd hij voor drie dagen **geschorst**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
expulsion
[zelfstandig naamwoord]

the act of expelling or forcing someone to leave a particular place, especially a school

verdrijving, schorsing

verdrijving, schorsing

Ex: The committee discussed the expulsion of the disruptive student from the program .De commissie besprak de **verwijdering** van de storende student uit het programma.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to enroll
[werkwoord]

to officially register oneself or someone else as a participant in a course, school, etc.

inschrijven, registreren

inschrijven, registreren

Ex: She decided to enroll in a cooking class .Ze besloot zich in te **schrijven** voor een kookles.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
extension
[zelfstandig naamwoord]

an educational option provided by universities and colleges for people who are not able to study full time

permanente educatie, avondcursussen

permanente educatie, avondcursussen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fraternity
[zelfstandig naamwoord]

a social club for male students in a university or college, especially in the US and Canada

broederschap, studentenvereniging

broederschap, studentenvereniging

Ex: He formed lifelong friendships through his involvement in the fraternity during his college years .Hij vormde vriendschappen voor het leven door zijn betrokkenheid bij de **studentenvereniging** tijdens zijn studiejaren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
enrollment
[zelfstandig naamwoord]

the process or action of joining a school, course, etc.

inschrijving, aanmelding

inschrijving, aanmelding

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sorority
[zelfstandig naamwoord]

a social club for female students in a university or college, especially in the US and Canada

sorority, vrouwelijke studentenvereniging

sorority, vrouwelijke studentenvereniging

Ex: Sorority recruitment is a competitive process where potential new members visit different chapters to find the one that best fits their personality and goals .De werving voor de **studentenvereniging voor vrouwen** is een competitief proces waarbij potentiële nieuwe leden verschillende afdelingen bezoeken om degene te vinden die het beste past bij hun persoonlijkheid en doelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
SAT
[zelfstandig naamwoord]

a test that high school students take before college or university in the US

SAT, SAT-toets

SAT, SAT-toets

Ex: She registered for the SAT prep course to help her prepare for the exam and boost her scores .Ze schreef zich in voor de **SAT**-voorbereidingscursus om haar te helpen zich voor te bereiden op het examen en haar scores te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Geavanceerde Woordenschat voor de TOEFL
LanGeek
LanGeek app downloaden