pattern

Essentiële Woordenschat voor de GRE - Uiterlijk beschrijven

Hier leer je enkele Engelse woorden over uiterlijk, zoals "gedrongen", "corpulent", "aantrekkingskracht", enz., die nodig zijn voor het GRE-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Essential Words Needed for the GRE
upright
upright
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) standing or sitting with a straight back

rechtop, verticaal

rechtop, verticaal

Ex: His upright silhouette cut against the sunset .Zijn **rechte** silhouet tekende zich af tegen de zonsondergang.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to hunch
to hunch
[werkwoord]

to bend the upper side of the body forward and make a rounded back

zich bukken, zich krommen

zich bukken, zich krommen

Ex: In the haunted house , visitors hunched in fear as unexpected sounds echoed through the dark corridors .In het spookhuis **bogen** de bezoekers van angst terwijl onverwachte geluiden door de donkere gangen echoden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deft
deft
[bijvoeglijk naamwoord]

having quick and skillful movements

handig, bekwaam

handig, bekwaam

Ex: She was a deft pianist , her fingers moving effortlessly across the keys .Ze was een **bedreven** pianiste, haar vingers bewogen moeiteloos over de toetsen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
languidly
languidly
[bijwoord]

slowly and without much energy, sometimes in an attractive way

lusteloos, traag

lusteloos, traag

Ex: After the long hike , they lounged languidly by the campfire .Na de lange wandeling lagen ze **lusteloos** bij het kampvuur.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nimble
nimble
[bijvoeglijk naamwoord]

quick and light in movement or action

behendig, licht

behendig, licht

Ex: The nimble cat leaped gracefully over obstacles in its path .De **behendige** kat sprong sierlijk over de obstakels op zijn pad.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lumbering
lumbering
[bijvoeglijk naamwoord]

moving slowly or in an awkward way because of being heavy

log, onhandig

log, onhandig

Ex: The elephant's lumbering gait contrasted with the graceful movement of the gazelles.Het **logge** loopje van de olifant stond in contrast met de gracieuze beweging van de gazelles.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ungainly
ungainly
[bijvoeglijk naamwoord]

moving in a way that is awkward and not smooth

onhandig, houterig

onhandig, houterig

Ex: The puppy 's ungainly paws tripped over themselves as it ran to greet its owner .De **onhandige** pootjes van de puppy verstrikten in elkaar terwijl hij rende om zijn eigenaar te begroeten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to slouch
to slouch
[werkwoord]

to adopt a drooping, slumped, or lazy posture

Ex: Despite his mother's reminders to stand up straight, he couldn't help but slouch as he waited in line.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lithe
lithe
[bijvoeglijk naamwoord]

slender, flexible, and graceful in movement

lenig, sierlijk

lenig, sierlijk

Ex: The lithe cat moved stealthily through the bushes , its movements barely making a sound .De **lenige** kat bewoog zich stiekem door de struiken, zijn bewegingen maakten nauwelijks geluid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
supple
supple
[bijvoeglijk naamwoord]

slender and flexible, able to bend or move smoothly and with elegance

soepel, buigzaam

soepel, buigzaam

Ex: The cat 's supple leap carried it to the top shelf .De **soepele** sprong van de kat bracht hem naar de bovenste plank.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
erect
erect
[bijvoeglijk naamwoord]

straight, with an upright position

recht, rechtop

recht, rechtop

Ex: Erect icicles gleamed like spears under the eaves .**Rechte** ijskegels glinsterden als speren onder de dakrand.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sullen
sullen
[bijvoeglijk naamwoord]

bad-tempered, gloomy, and usually silent

nors, somber

nors, somber

Ex: His sullen demeanor made it clear he was n't happy about the decision , but he said nothing .Zijn **norse** houding maakte duidelijk dat hij niet blij was met de beslissing, maar hij zei niets.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to wince
to wince
[werkwoord]

to show a facial expression that signifies shame or pain

grimassen maken, terugdeinzen van pijn

grimassen maken, terugdeinzen van pijn

Ex: She tried to hide her wince when she accidentally bumped into the doorframe.Ze probeerde haar **grimas** te verbergen toen ze per ongeluk tegen de deurpost botste.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to sneer
to sneer
[werkwoord]

to curl the lip in a contemptuous smile, showing scorn or disdain

spottend grijnzen, minachtend glimlachen

spottend grijnzen, minachtend glimlachen

Ex: He sneered as he walked past , clearly unimpressed by the exhibition .Hij **grijnsde** terwijl hij voorbij liep, duidelijk niet onder de indruk van de tentoonstelling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to beam
to beam
[werkwoord]

to smile joyfully in an obvious way

stralen, glunderen

stralen, glunderen

Ex: When her favorite song came on, she couldn't help but beam and dance along with pure happiness.Toen haar favoriete nummer begon te spelen, kon ze niet anders dan **stralen** en dansen van pure vreugde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to squint
to squint
[werkwoord]

to look with eyes half-opened when hit by light, or as a sign of suspicion, etc.

knijpen met de ogen, de ogen half dichtknijpen

knijpen met de ogen, de ogen half dichtknijpen

Ex: She squinted at the menu in the dimly lit restaurant , struggling to read the options .Ze **kneep** haar ogen samen om het menu te lezen in het schemerige restaurant, moeite hebben om de opties te lezen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
countenance
countenance
[zelfstandig naamwoord]

someone's face or facial expression

gezicht, gezichtsuitdrukking

gezicht, gezichtsuitdrukking

Ex: Her countenance betrayed her nervousness as she waited for the interview to begin .Haar **gelaatsuitdrukking** verraadde haar nervositeit terwijl ze wachtte tot het interview begon.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
complexion
complexion
[zelfstandig naamwoord]

the natural color and appearance of someone's skin, especially the face

teint, huidskleur

teint, huidskleur

Ex: The facial cleanser promised to improve complexion within weeks .De gezichtsreiniger beloofde de **teint** binnen enkele weken te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to grimace
to grimace
[werkwoord]

to twist our face in an ugly way because of pain, strong dislike, etc., or when trying to be funny

grimassen maken, het gezicht vertrekken

grimassen maken, het gezicht vertrekken

Ex: The student could n't hide his disgust and grimaced when he saw the grade on his test .De student kon zijn afschuw niet verbergen en **trok een gezicht** toen hij het cijfer op zijn test zag.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to grin
to grin
[werkwoord]

to smile widely in a way that displays the teeth

grijnzen, een brede glimlach tonen

grijnzen, een brede glimlach tonen

Ex: The comedian 's jokes had the entire audience grinning throughout the performance .De grappen van de comedian lieten het hele publiek **grijnzen** tijdens de voorstelling.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to smirk
to smirk
[werkwoord]

to give a half-smile, often displaying satisfaction, superiority, or amusement

grijnzen, zelfvoldaan glimlachen

grijnzen, zelfvoldaan glimlachen

Ex: The villain in the movie smirked as his evil plot unfolded .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to blush
to blush
[werkwoord]

to become red in the face, especially as a result of shyness or shame

blozen, rood worden

blozen, rood worden

Ex: He blushed with embarrassment during the presentation .Hij **bloosde** van schaamte tijdens de presentatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to glower
to glower
[werkwoord]

to look or stare at someone angrily

boos kijken, fronsen

boos kijken, fronsen

Ex: The boss glowered at the employees who were late for the meeting .De baas **keek woedend** naar de werknemers die te laat waren voor de vergadering.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stout
stout
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) slightly fat and heavy

stevig, krachtig

stevig, krachtig

Ex: The stout woman huffed and puffed as she climbed the stairs , her heavyset frame slowing her progress .De **stevige** vrouw hijgde en puffte terwijl ze de trap opklom, haar zware gestalte vertraagde haar voortgang.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
petite
petite
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a woman) small in an attractive way

klein,  sierlijk

klein, sierlijk

Ex: Despite her advancing years , she maintained a petite figure through regular exercise and healthy eating habits .Ondanks haar gevorderde leeftijd behield ze een **slanke** figuur door regelmatige lichaamsbeweging en gezonde eetgewoonten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stocky
stocky
[bijvoeglijk naamwoord]

(especially of a man) having a short but quite solid figure with thick muscles

gedrongen, stevig

gedrongen, stevig

Ex: Despite his stocky stature , he moved with surprising agility on the basketball court .Ondanks zijn **gedrongen** postuur bewoog hij zich met verrassende behendigheid op het basketbalveld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
brawny
brawny
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) physically strong with well-developed muscles

gespierd, sterk

gespierd, sterk

Ex: The brawny firefighter rushed into the burning building to rescue trapped occupants .De **gespierde** brandweerman stormde het brandende gebouw in om ingesloten bewoners te redden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
corpulent
corpulent
[bijvoeglijk naamwoord]

excessively overweight or obese

corpulent, obees

corpulent, obees

Ex: The fashion industry has been criticized for not adequately representing people of all body types , especially those who are corpulent.De mode-industrie is bekritiseerd omdat het mensen van alle lichaamstypes niet voldoende vertegenwoordigt, vooral degenen die **corpulent** zijn.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
plump
plump
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) having a pleasantly rounded and slightly full-bodied appearance

rond, vol

rond, vol

Ex: Despite her best efforts to diet , she remained plump and curvaceous , embracing her natural body shape .Ondanks haar beste pogingen om op dieet te blijven, bleef ze **rond** en vrouwelijk, haar natuurlijke lichaamsvorm omarmend.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sinewy
sinewy
[bijvoeglijk naamwoord]

having a lean and muscular physique, characterized by strength and agility

gespierd, zenuwachtig

gespierd, zenuwachtig

Ex: The dancer's sinewy legs were perfect for executing complex routines.De **gespierde** benen van de danser waren perfect voor het uitvoeren van complexe routines.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
allure
allure
[zelfstandig naamwoord]

the quality of attracting someone by being fascinating and glamorous

aantrekkingskracht,  charme

aantrekkingskracht, charme

Ex: The mountain village had a rustic allure that attracted tourists year-round .Het bergdorp had een rustieke **aantrekkingskracht** die het hele jaar door toeristen trok.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
curvaceous
curvaceous
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a woman) having large breasts, wide hips and a narrow waist

weelderig, met ronde vormen

weelderig, met ronde vormen

Ex: The curvaceous dancer moved with grace and fluidity , captivating the audience .De **weelderige** danseres bewoog met gratie en vloeiendheid, waardoor het publiek gefascineerd raakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
luscious
luscious
[bijvoeglijk naamwoord]

sexually attractive and very seductive

sensueel, verleidelijk

sensueel, verleidelijk

Ex: The actress was known for her luscious charm , captivating the audience with every scene .De actrice stond bekend om haar **weelderige** charme en betoverde het publiek in elke scène.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dowdy
dowdy
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person or their clothing) lacking style, elegance, or fashionable appeal

Ex: Her hair was pulled back in a dowdy, unkempt style .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ravishing
ravishing
[bijvoeglijk naamwoord]

extremely attractive and pleasing

betoverend, prachtig

betoverend, prachtig

Ex: The ravishing actress graced the magazine cover, her stunning features highlighted perfectly by the photographer.De **betoverende** actrice sierde het tijdschriftomslag, haar prachtige gelaatstrekken perfect uitgelicht door de fotograaf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rugged
rugged
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a man's face) having strong, well-defined, and attractive features

Ex: He had a rugged appearance shaped by years of outdoor work .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
scruffy
scruffy
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a man's face) not having been shaved for a long time

ongeschoren, verwaarloosd

ongeschoren, verwaarloosd

Ex: Despite his scruffy appearance , he had a warm smile that instantly put people at ease .Ondanks zijn **slordige** uiterlijk had hij een warme glimlach die mensen meteen op hun gemak stelde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
voluptuous
voluptuous
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a woman's body) curvy and attractive with full breasts and wide hips

weelderig, rondborstig

weelderig, rondborstig

Ex: Despite her age , she maintained a voluptuous physique through regular exercise and healthy living .Ondanks haar leeftijd behield ze een **weelderig** figuur door regelmatige lichaamsbeweging en een gezond leven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
swarthy
swarthy
[bijvoeglijk naamwoord]

having a naturally dark face or complexion

donker, gebruind

donker, gebruind

Ex: The travelers had developed swarthy tans after their long journey .De reizigers hadden **donkere** bruine kleuren ontwikkeld na hun lange reis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blemish
blemish
[zelfstandig naamwoord]

a mark or spot on something or someone's skin that spoils the appearance

onvolkomenheid, vlek

onvolkomenheid, vlek

Ex: Despite the minor blemish, the painting was still considered a masterpiece .Ondanks het kleine **gebrek** werd het schilderij nog steeds als een meesterwerk beschouwd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
callus
callus
[zelfstandig naamwoord]

an area of skin that has turned hard and rough by being constantly exposed to friction

eelt, verdikte huid

eelt, verdikte huid

Ex: He treated his calluses with a special cream to keep his hands smooth .Hij behandelde zijn **eelt** met een speciale crème om zijn handen zacht te houden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
LanGeek
LanGeek app downloaden