Boek English File - Upper Intermediate - Les 4A

Hier vind je de woordenschat uit Les 4A in het English File Upper Intermediate cursusboek, zoals "bries", "motregen", "moesson", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

weather

[zelfstandig naamwoord]

things that are related to air and sky such as temperature, rain, wind, etc.

weer, klimaat

Ex: We had to cancel our outdoor plans due to the stormy weather.We moesten onze buitenplannen annuleren vanwege het stormachtige **weer**.

Sluiten

Inloggen

below

[Voorzetsel]

in a position beneath or underneath

onder, beneden

Ex: The bird flew below the clouds .De vogel vloog **onder** de wolken.

Sluiten

Inloggen

zero

[getalwoord]

the number 0

nul, niets

Ex: I have zero problems with the project .Ik heb **nul** problemen met het project.

Sluiten

Inloggen

boiling

[zelfstandig naamwoord]

the process of heating a liquid until it vaporizes and turns into steam or gas

koken, het koken

Ex: He watched the boiling reaction in the chemistry experiment with great interest .Hij keek met grote interesse naar de **kook**reactie in het scheikunde-experiment.

Sluiten

Inloggen

breeze

[zelfstandig naamwoord]

a gentle and usually pleasant wind

bries, zacht windje

Ex: They enjoyed the sea breeze during their boat ride.Ze genoten van de zeewind tijdens hun boottocht.

Sluiten

Inloggen

chilly

[bijvoeglijk naamwoord]

cold in an unpleasant or uncomfortable way

koud, kil

Ex: A chilly breeze swept through the empty streets .Een **koude** bries waaide door de lege straten.

Sluiten

Inloggen

cool

[bijvoeglijk naamwoord]

having a pleasantly mild, low temperature

koel, verfrissend

Ex: They relaxed in the cool shade of the trees during the picnic .Ze ontspanden in de **koele** schaduw van de bomen tijdens de picknick.

Sluiten

Inloggen

damp

[bijvoeglijk naamwoord]

slightly wet, particularly in an uncomfortable way

vochtig, nat

Ex: The dog 's fur was damp after playing in the sprinkler on a hot day .De vacht van de hond was **vochtig** na het spelen in de sprinkler op een warme dag.

Sluiten

Inloggen

drizzling

[bijvoeglijk naamwoord]

raining not in a heavy way but in fine or small drops

motregend, druilend

Sluiten

Inloggen

freezing

[bijvoeglijk naamwoord]

regarding extremely cold temperatures, typically below the freezing point of water

vriezend, ijskoud

Ex: The streets were icy and treacherous during the freezing rain .De straten waren ijzig en gevaarlijk tijdens de **vries**regen.

Sluiten

Inloggen

humid

[bijvoeglijk naamwoord]

(of the climate) having a lot of moisture in the air, causing an uncomfortable and sticky feeling

vochtig, broeierig

Ex: The humid air made it difficult to dry laundry outside .De **vochtige** lucht maakte het moeilijk om de was buiten te drogen.

Sluiten

Inloggen

mild

[bijvoeglijk naamwoord]

(of weather) pleasantly warm and less cold than expected

zacht, mild

Ex: A mild autumn day is perfect for a walk in the park .Een **milde** herfstdag is perfect voor een wandeling in het park.

Sluiten

Inloggen

pouring

[bijvoeglijk naamwoord]

raining heavily and steadily

stortregen, plensregens

Ex: After the storm passed, the sun came out, but the ground was still wet from the pouring rain earlier in the day.Nadat de storm voorbij was, kwam de zon tevoorschijn, maar de grond was nog nat van de **stortregen** eerder op de dag.

Sluiten

Inloggen

to pour with rain

[Zinsdeel]

to rain heavily in a large amount over a long stretch of time

Ex: After weeks of dry weather , the clouds finally rolled in and began pour with rain, much to the relief of the farmers .

Sluiten

Inloggen

to shower

[werkwoord]

to rain or snow as if in a shower

regenen, sneeuwen

Ex: The children played outside as snow showered , making it feel like a winter wonderland .De kinderen speelden buiten terwijl de sneeuw **neerplensde**, wat het een winterwonderland deed lijken.

Sluiten

Inloggen

warm

[bijvoeglijk naamwoord]

having a temperature that is high but not hot, especially in a way that is pleasant

warm, lauw

Ex: They enjoyed a warm summer evening around the campfire .Ze genoten van een **warme** zomeravond rond het kampvuur.

Sluiten

Inloggen

fog

[zelfstandig naamwoord]

a thick cloud close to the ground that makes it hard to see through

mist, nevel

Ex: The ship 's horn sounded in the fog, warning other vessels .Het schip hoorde in de **mist**, waarschuwend andere schepen.

Sluiten

Inloggen

mist

[zelfstandig naamwoord]

a thin, fog-like cloud consisting of tiny water droplets suspended in the air

mist, nevel

Ex: He could n’t see far ahead through the thick mist.Hij kon niet ver vooruit kijken door de **dichte mist**.

Sluiten

Inloggen

smog

[zelfstandig naamwoord]

a combination of smoke and fog that is considered a form of air pollution

smog, vervuilde mist

Ex: On some days , the smog was so dense that schools canceled outdoor activities for the safety of the children .Op sommige dagen was de **smog** zo dicht dat scholen buitenactiviteiten annuleerden voor de veiligheid van de kinderen.

Sluiten

Inloggen

blizzard

[zelfstandig naamwoord]

a storm with heavy snowfall and strong winds

sneeuwstorm, blizzard

Ex: Visibility was almost zero in the blizzard.Het zicht was bijna nul in de **sneeuwstorm**.

Sluiten

Inloggen

drought

[zelfstandig naamwoord]

a long period of time when there is not much raining

droogte, watertekort

Ex: The severe drought affected both human and animal populations .De ernstige **droogte** trof zowel menselijke als dierlijke populaties.

Sluiten

Inloggen

flood

[zelfstandig naamwoord]

the rising of a body of water that covers dry places and causes damage

overstroming, vloed

Ex: They had to evacuate their home because of the flood.Ze moesten hun huis evacueren vanwege de **overstroming**.

Sluiten

Inloggen

hail

[zelfstandig naamwoord]

small and round balls of ice falling from the sky like rain

hagel, hagelsteen

Ex: The sudden hail caused drivers to pull over to the side of the road .De plotselinge **hagel** zorgde ervoor dat bestuurders aan de kant van de weg moesten stoppen.

Sluiten

Inloggen

heat wave

[zelfstandig naamwoord]

a period of hot weather, usually hotter and longer than before

hittegolf, warmteperiode

Ex: During a heat wave, it ’s important to check on elderly neighbors who may be more vulnerable to extreme temperatures .Tijdens een **hittegolf** is het belangrijk om oudere buren te controleren die kwetsbaarder kunnen zijn voor extreme temperaturen.

Sluiten

Inloggen

hurricane

[zelfstandig naamwoord]

a very strong and destructive wind that moves in circles, often seen in the Caribbean

orkaan, cycloon

Ex: They stocked up on food and water in preparation for the hurricane.Ze sloegen voedsel en water in als voorbereiding op de **orkaan**.

Sluiten

Inloggen

lightning

[zelfstandig naamwoord]

a bright flash, caused by electricity, in the sky or one that hits the ground from within the clouds

bliksem, weerlicht

Ex: The loud thunder followed a bright flash of lightning.De harde donder volgde op een heldere **bliksemflits**.

Sluiten

Inloggen

monsoon

[zelfstandig naamwoord]

a period in the summer during which wind blows and rain falls in India or other hot South Asian countries

moesson, regenseizoen

Ex: Meteorologists closely monitor atmospheric conditions to predict the onset and duration of the monsoon, helping communities prepare for its arrival .Meteorologen houden de atmosferische omstandigheden nauwlettend in de gaten om het begin en de duur van de **moesson** te voorspellen, waardoor gemeenschappen zich kunnen voorbereiden op de komst ervan.

Sluiten

Inloggen

thunder

[zelfstandig naamwoord]

the loud crackling noise that is heard from the sky during a storm

donder, bliksem

Ex: The sudden clap of thunder made everyone jump .De plotselinge klap van **donder** deed iedereen opschrikken.

Sluiten

Inloggen

bright

[bijvoeglijk naamwoord]

(of weather) sunny and without many clouds

helder, stralend

Ex: Children played joyfully in the park under the bright blue sky.De kinderen speelden vrolijk in het park onder de **heldere** blauwe lucht.

Sluiten

Inloggen

changeable

[bijvoeglijk naamwoord]

characterized by frequent or unpredictable changes

veranderlijk, onbestendig

Ex: The artist 's style was changeable, evolving with each new series of paintings .De stijl van de kunstenaar was **veranderlijk**, evoluerend met elke nieuwe reeks schilderijen.

Sluiten

Inloggen

clear

[bijvoeglijk naamwoord]

without clouds or mist

helder, opgeklaard

Ex: They went sailing on the clear, sunny day .Ze gingen zeilen op een **heldere**, zonnige dag.

Sluiten

Inloggen

heavy

[bijvoeglijk naamwoord]

(of the sky) covered with dark clouds that often indicate the possibility of rain

zwaar, geladen

Ex: Farmers welcomed the heavy skies , hoping for much-needed rain .Boeren verwelkomden de **zware luchten**, in de hoop op de broodnodige regen.

Sluiten

Inloggen

icy

[bijvoeglijk naamwoord]

so cold that is uncomfortable or harmful

ijskoud, bitterkoud

Ex: We enjoyed a hot cocoa while watching the icy rain fall outside .We genoten van een warme chocolademelk terwijl we de **ijzige** regen buiten zagen vallen.

Sluiten

Inloggen

settled

[bijvoeglijk naamwoord]

fixed in a desired state or location, often implying a sense of permanence or stability

gevestigd, vastgesteld

Ex: After years of searching, she finally felt settled in her career and knew it was the right path for her.Na jaren van zoeken voelde ze zich eindelijk **gevestigd** in haar carrière en wist ze dat het de juiste weg voor haar was.

Sluiten

Inloggen

strong

[bijvoeglijk naamwoord]

having a lot of physical power

sterk, krachtig

Ex: The athlete 's strong legs helped him run faster .De **sterke** benen van de atleet hielpen hem sneller te rennen.

Sluiten

Inloggen

sunny

[bijvoeglijk naamwoord]

very bright because there is a lot of light coming from the sun

zonnig, stralend

Ex: The sunny weather melted the snow , revealing patches of green grass .Het **zonnige** weer smolt de sneeuw, waardoor stukken groen gras zichtbaar werden.

Sluiten

Inloggen

thick

[bijvoeglijk naamwoord]

(of the air, fog, etc.) heavily packed with particles, moisture, or pollutants, making it difficult to see or breathe

dik, dicht

Ex: The jungle 's thick humidity clung to their skin , making every step a challenge .De **dikke** vochtigheid van het oerwoud kleefde aan hun huid, waardoor elke stap een uitdaging werd.

Sluiten

Inloggen

Boek English File - Upper Intermediate

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek English File - Upper Intermediate - Les 4A